COLUMN - Zo ongeveer iedereen heeft wel een mening over Griekenland en haar regering. De politici van Syriza zijn of heroïsche verzetshelden tegen de destructieve bespaarpolitiek van de Europese boekhouders, of populistische amateurs met een specialisatie in beledigende retoriek. Op dezelfde manier was het referendum van zondag ofwel een waardig voorbeeld van directe democratie, of een cynische afschuiving van bestuurlijke verantwoordelijkheid.
De verschillen in interpretatie van de Griekse crisis tussen diverse kampen is zo groot, dat je je afvraagt of ze het wel over dezelfde crisis hebben. Maar de huidige polarisatie is in feite een schoolvoorbeeld van cognitieve processen die psychologen ‘motivated reasoning’ en ‘confirmation bias’ noemen. Hierbij interpreteren mensen het beschikbare bewijs selectief om hun eigen (politieke) identiteit te versterken of hun bestaande meningen te staven.
Uit vele studies weten we dat als er genoeg ambiguïteit over de interpretatie van een ‘bewijs’ bestaat, dat bewijs niet noodzakelijkerwijs tot meer overeenstemming en soms zelfs tot meer polarisatie leidt. Een beroemd voorbeeld is een experiment waarin Amerikaanse conservatieven en liberalen beide dezelfde wetenschappelijke studie over de gevolgen van de doodstraf moesten lezen. Na afloop waren de twee groepen het sterker oneens, omdat beiden zich concentreerden op het deel van het bewijs dat hun politieke oriëntatie ondersteunde.
Behalve meer informatie is ook een hoger opleidingsniveau geen garantie voor toenadering. Dan Kahan is een Amerikaanse rechtsgeleerde die onderzoek doet naar motivated cognition. In verschillende studies laat hij zien dat mensen met beter ontwikkelde cognitieve capaciteiten sterker aan polarisatie ten prooi vallen op Amerikaanse discussiepunten als wapenregulering en klimaatverandering. Zo blijkt bijvoorbeeld een maatstaf voor “wetenschappelijke geletterdheid” geen invloed te hebben op geloof in klimaatverandering, terwijl politieke oriëntatie wel sterk met dat geloof correleert. Volgens Kahan is een onderliggende reden dat hoger opgeleiden beter zijn in begrijpend lezen, en daarom beter kunnen inschatten welke argumenten hen goed uitkomen en welke niet.
De Griekse crisis voldoet dus aan alle voorwaarden voor polarisatie. Door het gebrek aan precedent binnen de muntunie zijn de gevolgen van beleid moeilijk in te schatten; zelfs Nobelprijswinnaars in de economie gaven verschillend stemadvies in het referendum. Het is bovendien makkelijk om je favoriete zondebok aan te wijzen, aangezien beide partijen opzichte fouten hebben gemaakt. Elke nieuwe ontwikkeling kan dus worden uitgelegd als bevestiging voor de eigen positie. Tenslotte wordt de crisis uitgevochten door politici die professioneel geschoold zijn in het rechtvaardigen van hun positie.
De Griekse crisis wordt in deze context al snel een middel ter versterking van de eigen identiteit, bijvoorbeeld als linkse activist of strenge boekhouder. Vanuit deze cognitieve loopgraven moeten beide partijen deze week proberen een pragmatische oplossing te bereiken. Daarbij zullen de politici niet alleen over hun eigen schaduw heen moeten springen, maar ook over de dwaalsporen van hun eigen geest.
(Met dank aan Thomas Buser voor input)
Reacties (2)
De pijnlijke waarheid is dat keer op keer blijkt dat de onderbuik-populisten het uiteindelijk bij het juiste eind blijken te hebben. Waarbij clown Roemer de spreekwoordelijke uitzondering is die de regel bevestigt.
Ik wil betogen dat er nog een ander psychologisch mechanisme speelt en dat er geen sprake is van zuivere polarisatie.
Of je nu een verstokt neoliberaal bent of socialist, fan van ultra-linkse regeringen of fan van economische dictaten van een bejaarde Duitse minister, de feiten zijn dat het ‘hervormings’-recept de Griekse economie vernietigt en dat de schulden ook met de strengste ‘hervormingen’ niet zijn terug te betalen (zie het IMF rapport van vorige week). Dit zijn FEITEN, geen MENINGEN. Hoe kan de rechtse goegemeente, het leger van ignorante Telegraaf- (en Bild-)lezers, Dijsselbloem en natuurlijk Merkel, Schaeuble en alle andere betrokkenen die Griekenland proberen aan de lijband te krijgen met een austeriteitspolitiek die niet alleen de economie, maar ook de bevolking al jaren terroriseert en tot in lengte van dagen zal blijven terroriseren, deze feiten niet onder ogen willen zien? Het maakt toch geen reet uit of je alle Grieken voor luie lakse Ouzo-drinkers houdt, Griekenland opzichtige fouten gemaakt heeft, Griekenland dankzij een truuk in de eurozone is toegelaten, je corruptie als een Griekse volksziekte ziet, Varoufakis een onkundige arrogante onderhandelaar is, Syriza te links en onvolwassen is en zelfs ook niet of je de komende generaties Grieken verantwoordelijk wil stellen voor economisch en politiek wanbeleid van Griekse politici die straks allemaal met pensioen zijn. Dat doet toch niks aan deze feiten af? Hoe sterk de confirmation-bias ook opspeelt, hoe sterk je het gevoel hebt dat de schreeuwende Telegraaf-kop de situatie treffend beschrijft, de op het journaal serieus kijkende Dijsselbloem en Merkel het wel het beste voor hebben met Griekenland, en Griekenland echt geregeerd wordt door onkundige fanaten, de feiten kun je toch niet ontkennen?
Hier speelt een ander psychologisch mechanisme. Cognitieve dissonantie. Dit is de spanning die ontstaat als mensen geconfronteerd worden met feiten die in strijd zijn met hun bestaande overtuigingen. Vaak gebeurt het dat mensen als antwoord op deze spanning de nieuwe feiten zo gaan aanpassen dat ze niet meer strijdig zijn met de bestaande opvattingen.
Veel gehoorde antwoorden op het NOOIT terug kunnen betalen van de schulden zijn bijvoorbeeld; ‘Oh ja, er zijn zoveel meningen en feiten. Ik weet het ook niet meer’ of ‘Ach, wie kan zover in de toekomst kijken’.
Ten tweede is er geen sprake van een zuivere polarisatie. Hoezeer Syriza en haar aanhangers in binnen- en buitenland prehistorische marxistische idealen aanhangen, het gaat bij de onderhandelingen niet om idealen. Het gaat om economisch beleid. We hebben niet te maken met een Tsipras regering die probeert een uiterst links economisch beleid door te drukken. We hebben te maken met Duitse CDU-politici die een orthodox neo-liberaal recept voor willen schrijven. Dat is zeker een gepolariseerde positie. Als de andere (en duidelijk zwakkere) kant de gevolgen van dit recept met alle macht proberen af te zwakken zodat Griekenland tenminste als democratisch en autonoom land kan blijven voortbestaan, dan is dit geen gepolariseerde positie. De conclusie is daarom dat het meningsverschil tussen de twee kampen niet gepolariseerd is, maar eerder ‘skewed’ (een term geleend uit de statistiek).