Het gist op Nederlandse universiteiten. Sinds begin mei bezetten activisten en studenten locaties als het Roeterseiland (UvA) in Amsterdam. Ze eisen dat de universiteiten de banden met Israëlische instellingen verbreken. Volgens VVD en BBB scheppen die activisten een onveilige situatie en zouden universiteiten sancties moeten treffen tegen docenten die deelnemen aan dergelijke pro-Palestijnse manifestaties. Daarmee treedt het parlement echter buiten haar boekje.
Academische vrijheid
Je moet het maar durven. In de ene zin zeggen dat je pal staat voor de academische vrijheid en in de volgende aankondigen dat je de minister gaat vragen universiteiten aan te sporen om docenten aan te pakken die meedoen met onwelgevallige demonstraties. VVD-Tweede Kamerlid Claire Martens zag er in het WNL-actualiteitenprogramma Goedemorgen Nederland vorige week dinsdag geen tegenstelling in.
Martens maakt zich zorgen om de intimiderende werking die er uitgaat van protesten die gepaard gaan met barricadering en vandalisme door gemaskerde demonstranten, waarvan vaak niet goed duidelijk is of het überhaupt om studenten gaat of om activisten van buiten de universiteit, die deze gebruiken als podium voor hun gestaalde ideologische agenda.
De rol van de politiek
Op zich is die zorg terecht, al lijkt me de openbare orde op universiteiten in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van burgemeesters. Het gaat echter meteen al mis doordat Martens stelling neemt in een debat waar zij als parlementariër geen rol in speelt.
Het is dan ook aan ons om te zorgen dat directoren (sic) van universiteiten hun rug recht houden als het gaat over de academische vrijheid en dat men vrij naar de universiteit kan. Dus dat ga ik nu doen en dat zullen we ook blijven doen.
Wat wil het geval? De universiteiten hebben gezamenlijk aangegeven de banden met Israëlische instellingen niet te zullen verbreken, en de activisten hebben daarop aangekondigd net zo lang door te gaan met acties totdat de universiteiten aan hun eisen toegeven. Martens vindt dan kennelijk dat die universiteitsbesturen hier de (enig mogelijke?) juiste keuze maken, en dat het tot de taak van de Tweede Kamer behoort om hen bij die keuze te houden, in weerwil van de druk van activisten.
Merk op dat Martens niet zegt dat het aan de overheid is om te faciliteren dat universiteitsbestuurders hun rug recht kúnnen houden. Kennelijk meent zij dat de Tweede Kamer niet alleen het beleid van het landsbestuur controleert, maar ook de particuliere beleidskeuzes van universiteiten. Een kwalijke zaak: daarmee treedt de politiek namelijk direct in keuzes die aan universiteiten zelf zouden moeten zijn.
Stoel van de bestuurders
Zo is Martens van mening dat universiteitsbesturen sowieso niet in gesprek hadden moeten gaan met de campusbezetters:
Ik vind wel dat het fout is gegaan dat de Universiteit van Amsterdam het gesprek is aangegaan anderhalve maand geleden met gemaskerde, Engels sprekende relschoppers; waarvan ze achteraf ook hebben gezegd: dat hadden we niet moeten doen. En ik denk ook dat we dat nooit meer moeten doen, want je wil iemand aankijken, recht in z'n gezicht.
Let op dat 'we'. Alsof Martens er zelf zat, dan wel zelf deel uitmaakt van een of ander overlegorgaan van de Nederlandse universiteiten. Hoe loffelijk ook dat ze in de vaste Kamercommissie zit die toezicht houdt op het regeringsbeleid ten aanzien van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, maar de parlementariër doet hier net alsof ze een zetel heeft aan de universiteitsbestuurstafels; als het al niet de stoel is waar het meeste gewicht aan toegekend zou moeten worden.
Het tekent de arrogantie van de macht: denken dat je van alles hebt te bepalen, ook in zaken waar je zelf geen beslissingsbevoegdheid hebt. In dat licht doet de volgende uitlating dan ook wat paradoxaal aan:
Wat heel belangrijk is in Nederland is dat onze onderwijsinstellingen zélf gaan over met wie ze samenwerken en hoe ze dat hebben vormgegeven. Dat is echt echt een heel groot goed.
Wie mag beïnvloeden?
Dat klinkt natuurlijk prachtig, maar in de praktijk pleit Martens juist vóór directe politieke beïnvloeding. Alleen niet van activisten die zich bedienen van bedenkelijke methoden. Fier deelt het Tweede Kamerlid mee dat zij de minister van Onderwijs in een motie gaat verzoeken ferm op te treden tegen 'anti-Joodse' manifestaties op universiteiten.
Daar heeft ze vermoedelijk deze motie van 19 juni mee op het oog - op naam van BBB-Kamerlid Claudia van Zanten - waarin de minister wordt aangespoord de onderwijsinspectie "en alle andere mogelijke middelen" in te zetten om een einde te maken aan "steeds verder escalerende vormen van Jodenhaat op onze onderwijsinstellingen."
In de motie wordt anti-zionisme zodoende gemakshalve maar even verward met antisemitisme; alsof "zionisten zijn niet welkom op de universiteit" hetzelfde betekent als "Joden zijn niet welkom op de universiteit." Een venijnig staaltje framing. Handig gedaan, dat wel.
Safe space-pleidooi
Wat Claire Martens betreft zouden universiteiten in dat verband eens scherp naar hun personeelsbeleid moeten gaan kijken:
Er staan ook docenten in de frontlinie van de demonstranten. En we vragen aan deze Joodse of Israëlische leerlingen om morgen weer aan te schuiven in de klas bij die docenten die opriepen: 'Er is geen plek voor zionisten!' En volgens mij moeten we dat absoluut niet willen anno 2024.
Martens redeneert dat het onder meer tot de taak van universitair docenten behoort om ervoor te zorgen dat iedereen zich vrij en veilig kan voelen op de universiteit en in het klaslokaal. Als het zo uitkomt, willen rechtse politici kennelijk best een beroep doen op het recht op een zogeheten 'safe space'.
Als je de pro-Palestijnse zaak bent toegedaan, ga je wat Martens betreft maar op het Malieveld staan. Het is niet de bedoeling dat je je eigen werkgever tracht te bewegen ook concreet handen en voeten te geven aan de afkeuring van wat inmiddels een genocidale vergeldingsoorlog genoemd kan worden. Dan moet je wat Martens betreft maar ander werk zoeken. En als helemaal als je zionisten niet kunt velen.
Op het moment dat je oproept dat er in jouw universiteit geen plek is voor een grote groep leerlingen, heb je daar wat mij betreft als docent niet zoveel te zoeken. (...) Dan hoor je geen docent te zijn. (...) Ik vind dat je dan op zoek moet naar een andere baan...
Cancelcultuur
Frappant is het wel, om een VVD-parlementariër te horen pleiten voor een vorm van cancelcultuur op de universiteit. Ronduit ironisch is het dat Martens hier klip en klaar voor collegebesturen denkt te kunnen bepalen hoe die hun personeelsbeleid moeten voeren, waar ze een paar minuten eerder nog beklemtoonde wat een groot goed het wel was "dat onze onderwijsinstellingen zélf gaan over met wie ze samenwerken en hoe ze dat hebben vormgegeven."
Had dat dan enkel betrekking op de samenwerking met buitenlandse instellingen, of is het gewoon dat Martens eventuele beïnvloeding van het universiteitsbeleid door radicale linkse activisten niet zit zitten, omdat ze eigenlijk meent dat die invloed toch vooral bij de regering en de politiek zou moeten liggen? Begrijp me goed, persoonlijk vind ik ook dat universitair docenten niet tussen allerlei Hamasapologeten en ongewassen beroepskrakers op de barricaden zouden moeten willen staan, om daarbij vervolgens kreten te scanderen die voor nogal akelige uitleg vatbaar zijn. Maar daar gaat een minister nou net even niet over, en het parlement al evenmin.
Christenzionist op OCW
Afijn, op hypocrisie is nog nimmer een VVD'er gesneefd. Martens zal in haar handjes knijpen met de nieuwe minister van OCW, Eppo Bruins. Die is als evangelische gelovige een christenzionist in hart en nieren, en zal de door Martens (en BBB'er Van Zanten) voorgestane agenda ongetwijfeld met daadkracht uit willen voeren.
De komende jaren geldt als universitair docent: pas op wat je zegt! Zionistisch angehauchte studenten zouden zich zomaar eens onveilig kunnen voelen...
https://youtu.be/40CicRlqe8k?si=cNdOj1geAXcfNPGT