Met enige regelmaat biedt Sargasso ruimte voor gastredacteuren. Vandaag een stuk van Ingo Piepers. Ingo Piepers heeft de nodige ervaring opgedaan met de Nederlandse Krijgsmacht. Vorig jaar verscheen hier een kort stuk naar aanleiding van de publicatie van zijn onderzoek naar de onvermijdelijkheid van oorlog.
— Update: Ingo is inmiddels associated blogger. Daarom staat dit stuk nu onder zijn eigen naam —
Het kabinet zal op korte termijn besluiten over verlenging van de Nederlandse Uruzgan-missie in Afghanistan. De contouren van het kabinetbesluit zijn duidelijk: verlenging in de rol van lead nation, met ongetwijfeld een aantal verschrikkelijk harde voorwaarden. Voorwaarden die vooral als wishful thinking zullen uitpakken. Verlenging zal echter niets opleveren, is gebaseerd op een aantal (naïeve) veronderstellingen en is een potentieel strategische blunder.
Nederland had – luid en duidelijk – afgesproken twee jaar te zullen participeren aan deze ISAF-missie. Door gewijzigde omstandigheden (ook een naïeve inschattingsfout, of was het gewoon marketing, en ben ikzelf naïef ) is de oorspronkelijke opbouwmissie in rook opgegaan. Het is een vechtmissie, waarbij de NAVO in belangrijke mate is verworden tot een angel in dit steeds verder escalerende conflict. De NAVO past namelijk een conventionele aanpak toe – met grote nadruk op vuurkracht – terwijl een counter insurgency strategie noodzakelijk is. De aanpak moet niet gericht zijn op vernietiging van de vijand, maar op de loyaliteit van de bevolking. Dit is geen hogere krijgskunde, maar de NAVO-strijdkrachten blijken niet in staat de vicieuze cirkel die ze zelf en met behulp van de Amerikanen hebben gecreëerd te doorbreken. Alleen de Talibaan blijkt tot op heden een effectieve olievlekstrategie te kunnen uitvoeren: de gebieden die de Talibaan controleren zijn toegenomen en de papaverproductie heeft dit jaar een recordhoogte bereikt. Dit is niet de opbouw die we voor ogen hadden.
Blijven, met als argumentatie dat Nederland de internationale rechtsorde en mensenrechten geacht wordt te bevorderen (grondwettelijk vastgelegd), is in deze context geen argument, maar vooral emotionele chantage. Dit soort argumenten zijn dooddoeners, die tegenstanders van verlenging diskwalificeert als onmenselijk. Nederland heeft straks twee jaar deelgenomen aan deze veeleisende missie en aan haar internationale verplichtingen – in ieder geval in Afghanistan – voldaan. De genoemde grondwettelijke taken kunnen elders – zoals in Afrika – beter en sneller worden gerealiseerd.
Wat mij ook blijft verbazen is dat het kabinet wederom – net zoals ten tijde van de ‘eerste ronde’ – zo makkelijk over het gegeven stapt dat de oorlog in Afghanistan ‘gekoppeld’ is aan de Amerikaanse war on terror, waarbij op grote schaal mensenrechten worden geschonden. Ik doel hierbij onder andere op de gevangenen op Guantanamo Bay, waar nog steeds honderden mensen gevangen zitten, zonder een enkele vorm van proces. Dit klinkt als ‘oude koeien uit de sloot halen’, maar we mogen dit niet vergeten. Bij de verlengingsdiscussie had deze kwestie weer actueel kunnen worden gemaakt.
Over bevordering van mensenrechten gesproken.
Na vier jaar deelname wordt Nederland voor hetzelfde dilemma geplaatst: weer verlengen, of weer bedreigd worden door de secretaris-generaal van de NAVO, dat we het bondgenootschap aan het opblazen zijn. Een soort zelfmoordaanslag op Jaap en zijn organisatie. Het is een fundamenteel foute strategie van het NAVO-bondgenootschap geweest om het voortbestaan van deze organisatie met zoveel woorden te koppelen aan het succes van de missie in Afghanistan. Dat is chantage, management by fear en belemmerd een eerlijke en open discussie, niet alleen over de verrichtingen van de NAVO in Afghanistan, maar ook over de ontbrekende bestaansgrond van dit bondgenootschap. Ik voorspel: als Nederland niet verlengt, stapt een ander land in.
Zoals gezegd is verlengen naar alle waarschijnlijkheid ook een strategische blunder. Ik ben geen doemdenker, maar ben wel tot de conclusie gekomen dat de conflicten in het Midden-Oosten zich op korte termijn kunnen ontwikkelen tot een grootschalig conflict. Deze regio is zogezegd ‘kritisch georganiseerd’ (een begrip uit de complexiteitswetenschappen), waarbij een relatief klein incident kan resulteren in een kettingreactie. Denk daarbij aan conflicten en spanningsbronnen in: Afghanistan, Irak, de Koerdische kwestie, Israël en de Palestijnen, Al Qaeda, spanningen tussen Sjiieten en Soennieten, de nucleaire ambities van Iran, oliebelangen van het Westen, China en India, Pakistan, Kashmir, etc. etc. Kort voor de Eerste Wereldoorlog bevond Europa zich ook in een dergelijke kritische conditie.
Een schot was uiteindelijk genoeg om een vernietigend en zichzelf versterkend proces op gang te brengen.
Aan zo’n kritische toestand liggen in ieder geval twee oorzaken ten grondslag. Simpelgezegd: een aantal fundamentele ‘meningsverschillen’ en bijbehorende frustraties, en het onvermogen van ons anarchistische internationale systeem zich geweldloos te reorganiseren. De Amerikaanse wereldorde is failliet (Amerika trouwens ook), hetgeen onder andere blijkt uit het onvermogen van de Verenigde Naties om de belangen van haar leden te waarborgen. De VN zijn een relikwie van de Tweede Wereldoorlog geworden, helaas. Als de spanningen in het MO nu zonder conflict kunnen worden opgelost, dan zou dat een trendbreuk zijn met de dynamiek en ontwikkeling van het internationale systeem, de afgelopen vijfhonderd jaar. Dit is nou typisch zo’n geval, dat je geen gelijk wil hebben.
De strategische blunder waar ik nu op doel kan het beste worden uitgelegd aan de hand van het spel Risk. Soms is een offensieve strategie de beste aanpak, soms kun je het beste participeren in een aanval of verdediging van een ander, en soms – en dat is wat mij betreft nu aan de orde – kun je het beste een beurt overslaan. En dat vanuit de gedachte – visie klinkt beter – dat we onze krachten beter kunnen sparen, omdat die op (korte) termijn – effectiever kunnen worden ingezet. Ter bevordering van een vernieuwde internationale rechtsorde en mensenrechten.