Deze week is het al weer een jaar geleden dat ik terugkeerde van mijn wereldreis. Natuurlijk kwam ik op die reis ’mezelf tegen’, zoals het een echte wereldreiziger betaamt.
Kwamen de eerste weken de rijstkorrels mijn neus uit – al dan niet letterlijk, na de zoveelste voedselvergiftiging of onderschatting van het alcoholpercentage in lokaal gestookte drank −, nu ontbijt ik geregeld met nasi en is sambal onmisbaar.
Mijn lichte nervositeit in de publieke ruimte werd er snel uitgestaard door de locals die je zien als een prachtige blanke reus en wier het concept van privacy compleet vreemd is. Wildvreemde vrouwen aaien je hand en verzuchten “you so white”, en iedereen wil graag even zijn arm naast de jouwe houden om het verschil te zien. Terug in Nederland is het dan weer wennen aan het gebrek aan aanspraak.
Maar de grootste persoonlijke overwinning was toch wel dat ik prima acht maanden kon leven met maar tien kilo aan spulletjes. Ik nam me dan ook voor om bij thuiskomst flink te gaan snijden in mijn huisraad. Dat viel vies tegen.
Elke prul blijkt sentimentele waarde of een potentiële toekomstige bestemming te hebben. Bovendien leidt mijn manier van opruimen eerst tot verergering van het probleem, omdat ik de op te ruimen zooi op een berg kwak op een dusdanig onhandige plek dat het zo snel mogelijk weg moet, alvorens ik in een ellendig traag tempo alles weer een plekje geef. Niet zelden raak ik tijdens het opruimen afgeleid, waardoor ik twee weken lang niet op de bank kan zitten.
Het hielp allerminst dat ik na het inpakken van de eerste drie verhuisdozen mijn systeem van ‘gerelateerde spullen in dezelfde doos’ overboord gooide. Ik had nog wel de tegenwoordigheid van geest de dozen te labelen. En zo trof ik bij thuiskomst na acht maanden vakantie 20+ verhuisdozen en een handvol vuilniszakken vol vergeten meuk aan, gelabeld met teksten als ‘mokken – kabels – kattenspeeltjes – accessoires – kussen – fotolijst – linkerschoen’. De verhuisdozen verdwenen dan ook naar mijn tweede slaapkamertje, om slechts terloops uitgepakt te worden.
De op handen zijnde bevalling van poes Schimpie en de ietwat onhandige aanschaf van een sauna hebben me gedwongen het kamertje te ontdoen van twee decennia verzamelwoede. Misschien dat ik dit keer de dozen maar leeg moet gooien in de tuin; morgen is regen voorspeld.
Dit stuk is ook verschenen in UK.
Foto Flickr cc Veeandseven
Reacties (8)
Wie wat bewaart, die heeft wat.
Haha, ik ben ooit 1 1/2 jaar weggeweest. Maar ik deed het opruimen vooraf en heb die oefening nog een keer herhaalt : van 35 m3 -> 8 m3 en van 8 m3 naar 2 m3. Nu zit ik weer op 5 m3 ongeveer.
Het voelt goed.
Stukken lichter…
Mentaal, fysiek en in banden.
Van weinig meer last.
Opruimen is een kunst.
Leuk stukje, erg herkenbaar.
Ook ik heb na mijn reis mijn meeste ‘meuk’ maar de deur uit gedaan.
Nog steeds veel waardeloze ditjes en datjes in huis.
Verzamelbuien :(
Wat is een wereldreis? Het klinkt alsof je vakantie (zo noem je het zelf) naar Zuid-Oost-Azie is geweest. Een veelvoorkomende route is dan nog Australie daaraan vast te plakken. Bij elkaar toch nog steeds maar een klein stukje wereld.
lijkt m’n hoofd wel
Het bezit van objecten is niet zozeer slecht, dat zit in onze natuur als mensen die zich op 1 plek hebben gevestigd om een maatschappij te vormen. Voorwerpen bevatten herinneringen, waarden die door jouzelf erin gezet zijn en stukje identiteit vormen in je eigen domein.
Het is echter wel goed om bewust te worden van wat je hebt en het proces dat achter deze spullen zit. Dan kan je pas echt oordelen of dit object nou echt waarde toevoegt in je leven.
Voorwerpen bevatten geen herinneringen. Herinneringen zitten in je hoofd. Zodra je je dat echt beseft, gaat opruimen erg snel.
Ik sleur al 2.5 jaar ongeveer 12 kilo aan rommel rond en geen gemis. Verder bezit ik niets en ik mis ook weinig. Ik mis vooral een goede vegetarische roti af en toe eerlijk gezegd.