ANALYSE - In ons artikel van gisteren constateerden we dat van de vijftien rijkste gemeenten, er slechts één een (tijdelijke) noodopvang voor (zieke) asielzoekers had.
De aanleiding tot dit onderzoekje was tweeledig:
1) In het NOS Kiezersdebat voor de gemeenteraadsverkiezingen (16 maart) stelde Lilian Marijnissen (SP) voor om de Oekraïense vluchtelingen op te vangen “in de rijke buurten, in de rijke gemeenten”. Ze is van mening dat niet de armste gemeenten de zwaarste lasten moeten dragen, zoals in 2015 het geval was bij de opvang van duizenden Syriërs die de oorlog ontvluchtten.
2) EenVandaag (AvroTros) zocht het uit en zag dat Marijnissen gelijk had:
De armste 25 procent namen zo’n 11.000 vluchtelingen op, terwijl de 25 procent rijksten maar 3.300 vluchtelingen opnamen.
Huidige situatie
Om ons artikel van gisteren volledig te maken, hebben we nu naar alle huidige gemeenten gekeken. Is er wat er veranderd sinds 2015? Nee, nog steeds vangen de rijkste gemeenten maar zuinigjes asielzoekers op. We kunnen vandaag concluderen dat:
De armste 25 procent nemen zo’n 9.668 vluchtelingen op, terwijl de 25 procent rijksten maar 215 vluchtelingen opnemen.
Het verschil is dus groter geworden. Verdelen we de 344 gemeenten in 172 gemeenten met minder vermogen dan de andere 172, dan dragen ook hier de minder vermogende gemeenten de zwaarste lasten:
De ‘armere’ 50 procent nemen zo’n 28.375 vluchtelingen op, terwijl de 50 procent ‘rijkere’ maar 8.378 vluchtelingen opnemen.
Alle gemeenten op een rij op deze pagina, ingedeeld naar hun doorsnee vermogen, de eventuele aanwezigheid van asielzoekersopvang en de voorsprong of achterstand bij huisvesting vergunninghouders (statushouders).
Opvang vluchtelingen uit Oekraïne
Goede cijfers over de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne zijn lastig te verkrijgen. Niet alle gemeenten zijn even duidelijk over de aard en omvang van de opvang voor deze vluchtelingen. Een minieme indicatie kunnen de aantallen Oekraïners zijn die zich in de diverse gemeenten hebben ingeschreven.
Het lijkt er op het eerste gezicht op dat ook hier zich weer de armere gemeenten meer opvangen dan de rijkere (Bron: CBS):
De armste 25 procent hebben 3.729 Oekraïners ingeschreven, de 25 procent rijksten hebben 2.793 Oekraïners ingeschreven.
Maar nemen we alle gemeenten onder de loep, dan liggen de verhoudingen bijna gelijk:
De armste 50 procent hebben 13.331 Oekraïners ingeschreven, de 50 procent rijksten hebben 13.458 Oekraïners ingeschreven.
De geconstateerde verschillen zijn opvallend. Het is zeker niet altijd onwil. maar soms gevolg van het door de rijksoverheid voorgeschreven beleid. Eén voorbeeld alvast: de gemeente Laren.
Laren staat in de top-3 rijkste gemeenten. In 2016, toen na de Turkije-deal de toestroom van vluchtelingen afnam, werd het Azc in Laren gesloten. Bewoners en gemeentebestuur waren daar tegen en pleitten voor open houden van de locatie. Dat ging niet door.
Nu wordt dat voormalig azc ingezet als opvang voor 120 vluchtelingen uit Oekraïne. Samen met een andere locatie heeft Laren 145 plaatsen beschikbaar voor vluchtelingen uit Oekraïne.
We hopen in een later artikel meer duiding te kunnen geven over de achterliggende redenen van de grote verschillen tussen de armere en rijkere gemeenten.
Reacties (3)
Je hebt overal nimby’s, maar dezen hebben invloed..
Hoewel de duurdere wijken in verschillende steden en dorpen hetzelfde zal zijn.
Ik zou me kunnen voorstellen dat de gemiddelde grootte van de gemeente verschilt tussen arme en rijke gemeenten. Bij een quote als
“De armste 25 procent namen zo’n 11.000 vluchtelingen op, terwijl de 25 procent rijksten maar 3.300 vluchtelingen opnamen.”
wil ik dus weten hoeveel inwoners die armste 25% van de gemeenten hebben en hoeveel inwoners de rijkste gemeenten hebben.
(Overigens denk ik niet dat het verschil in inwonertal hier zo significant is als het verschil in aantal opgenomen vluchtelingen, maar goed, dat weet ik dus niet zeker. Amsterdam heeft bijvoorbeeld bijna 1000 keer zo veel inwoners als Schiermonnikoog, dus de grootte-verschillen kunnen best wel groot zijn.)
Misschien wordt hiermee je vraag enigszins beantwoord: hier stelden we wat gemeenten die (nog) geen azc hebben op zouden kunnen vangen als ze een zelfde percentage opvang bieden als een gemeenten met een ongeveer gelijk aantal inwoners en die wel een opvang hebben.
Om dat te specificeren naar het topic ‘arme vs. rijke gemeenten’: Pekela (behoort bij de 25% arme gemeenten) heeft een opvang capaciteit gelijk aan 0,98% van het aantal inwoners (= 120 asielzoekers). Blaricum (uit de groep 25% rijke gemeenten) heeft geen opvang en zou bij 0,98% dan ook 120 (121 om precies te zijn) asielzoekers kunnen opvangen.
Idem bij Winterswijk versus Bergen (NH.). Winterswijk vangt 50 mensen op (0,17% op het aantal inwoners. Bergen zou dus ook 50 mensen kunnen opvangen.
Maar goed, zolang Ter Apel (bijna 9700 inwoners) een opvang heeft ter grootte van 20,64 % van het aantal inwoners, vraag ik me af hoe relevant het inwonertal eigenlijk is.