Uit recent gepubliceerde ISAF-cijfers blijkt eens te meer dat agenten aan regeringszijde verreweg de hardste klappen vangen in de oorlog in Afghanistan. Afgelopen jaar werden 1555 agenten gedood, meer dan twee keer zoveel als Afghaanse militairen, ook al zijn er 35 duizend minder agenten in het land. In dezelfde periode kwamen 474 Amerikaanse soldaten om.
Aangezien de agenten korter getraind en slechter uitgerust worden dan de militairen, verbazen deze cijfers niet. Terwijl militairen rondrijden in gepantserde Humvee’s, moeten de agenten het doorgaans doen met pick-ups, die maar weinig bescherming tegen bermbommen bieden. Daarnaast worden militairen in stevige barakken gehuisvest terwijl agenten geregeld op afgelegen, moeilijk te verdedigen posten worden gestationeerd. De agenten vormen dan ook gemakkelijke doelwitten voor de opstandelingen. Bij de NAVO-troepen staan ze daarom bekend als soft targets.
Dat ook in Kunduz agenten gemakkelijke doelwitten zijn bleek onlangs nog. Op 29 augustus doodde een bermbom drie agenten en verwondde een vierde. De Taliban hebben de verantwoordelijkheid voor de aanslag geclaimd. Nederland stelt zich tot doel om in drie jaar tijd zo’n vijf duizend van deze soft targets op te leiden in Kunduz.
De NAVO geeft aan zich het lot van de agenten aan te trekken en wil hen daarom met 3400 extra Humvee’s uitrusten. Het is echter de vraag hoeveel effect dit zal hebben. Het afgelopen jaar heeft de politie al duizend van deze voertuigen gekregen, maar die konden niet voorkomen dat verreweg de meeste slachtoffers onder de agenten vielen. En 4400 Humvee’s op een geschatte politiemacht van 135 duizend agenten – niemand weet precies hoeveel agenten er zijn – is beperkt. Kortom, er zullen voorlopig genoeg soft targets voor de Taliban overblijven.
Reacties (1)
Des te meer respect voor de Afghanen die het risico willen nemen om hun land vooruit te helpen.