GroenLinks twijfelt tussen liberalisme en linkse politiek. In Zwitserland is deze keuzeradicaal gemaakt: de Groene Liberalen splitsten zich van ’te linkse’ Groene Partij af. Zijn de Zwitserse Groene Liberalen een toekomstbeeld voor GroenLinks?
De Zwitserse Groene Partij heeft haar wortels in de milieubeweging. Vanuit het verzet tegen kernenergie en autowegen onstaan in verschillende Zwitserse kantons (deelstaten) kleine groene partijen. In 1979 wint voor het eerst een van hen een zetel in het federale parlement. In 1983 wordt een federatie van kantonale partijen gevormd. In de jaren ’80 is de partij sterk verdeeld tussen augurken en de meloenen, waar de ‘augurken’ (van binnen en van buiten groen) ecologische politiek centraal stellen, zijn de ‘meloenen’ (van binnen rood en van buiten groen) voorstander van een helder links en groen geluid. De meloenen winnen de strijd en de Groene Partij neemt enkele kleinere linkse en groene partijen in zich op. De partij voert vanaf dat moment, zoals veel andere Europese Groenen, een heldere groen-linkse koers.
Gedurende de jaren ’90 verliest de partij haar meest radicale veren en gaat een gematigdere, pro-Europese linkse koers varen. Sommige Groenen verwijten hun partij tot ‘de neo-liberale flank van de sociaal-democratie’ te zijn toegetreden. Electoraal is deze strategie echter erg succesvol: bij de verkiezingen van 2007 wint de partij tien procent van de stemmen en is zij nu de grootste oppositiepartij (let wel: de regering wordt in Zwitserland gevormd door de vier grootste partijen).
Voor sommigen is de koers niet gematigd genoeg: in 2004 breekt een aantal Groenen uit Zürich met de partij en in 2007 richten zij een Groen-Liberale Partij op. De nieuwe partij wil een centrum-gerichte markt-liberale koers voeren. Zij willen een groene milieu-politiek combineren met hervorming van de verzorgingsstaat. Hoofddoel van de partij is om toekomstige generaties niet met onze problemen op te zadelen dus niet met een veranderd klimaat maar ook niet met een grote staatsschuld. Hun milieu-politiek is ook markt-liberaal. Zij is niet gebaseerd op ge- en verboden maar op juist slimme belastingen en (start)subsidies om de vrije markt te stroomlijnen. De partij is redelijk succesvol en haalt in 2007 twee procent van de stemmen en drie zetels in het federale parlement. Zonde alleen dat er geen groente is die van buiten groen en van binnen blauw is.
De nieuwe vrijzinnige koers van GroenLinks verhoudt zich op een interessante manier tot beide partijen: waar het gaat om milieu-politiek draait de vrijzinnige koers om het stimuleren van de ‘EKOnomie’ met slimme belastingen en subsidies, net als de groene liberalen. De Groenen zijn zich schijnbaar veel bewuster van de noodzaak voor een radicale milieu-politiek nu het vijf voor twaalf is. Qua sociale politiek draait de vrijzinnige koers niet om hervorming van de verzorgingsstaat (zoals de groene liberalen) maar juist om de minst kansrijke mensen te zich te emanciperen uit armoede (zoals de groenen). Waar het gaat om de internationale orientatie nemen de groene liberalen een opmerkelijke plek in: zij zijn tegen toetreding tot de Europese Unie, terwijl het juist de Groenen voor toetreding zijn. Al met al lijkt de linkse, open, radicaal-groene koers van de Groene partij veel inspirerender voor GroenLinkse politiek dan de markt-liberale, gesloten, licht-groene koers van de Groen Liberalen.
Dit artikel verscheen ook in de OverDWARS winter 2007.