Leven wij in voortdurende angst? ‘Feiten zijn geen nudisten’, dus die vraag laat zich niet zo gemakkelijk beantwoorden. Angst is wel iets voor de politiek: na 9/11 werd een enorme veiligheidsindustrie gebouwd in de USA, rond de angst voor terroristische aanslagen. In ons land surft de PVV wat mee op de, politiek aangewakkerde, angst voor de overheersing door de Islam. Wie bepaalt wat een risico is?
Maar er zijn natuurlijk nog wel serieuze gevaren: in 1986, toen in Rusland een kerncentrale ontplofte, publiceerde Ulrich Beck zijn boek “Risikogesellschaft”. Dat boek heeft een opvolger gekregen waar het woord “Welt” voor risiko is toegevoegd: klimaat en terrorisme houden zich niet aan grenzen op de kaart. (U.Beck, Weltrisikogesellschaft, Suhrkamp, 2007)
Tony Judt schrijft over een ‘age of fear’. Ik vind hem een geweldig historicus en schrijver, maar dit is een moeilijk punt: ,,To put the point quite bluntly, if social democracy has a future, it will be as a social democracy of fear”. (Ill fares the land, p.221) Hij citeert Karl Popper: ,,For there is no freedom if it is not secured by the state; and conversely, only a state which is controlled by free citizens can offer them any reasonable security”. (p.217) De staat moet iets doen, en de staat moet kunnen handelen op basis van een legitimerende kwaliteit, zo interpreteer ik de filosoof.
Marginale verbeteringen van onbevredigende omstandigheden zijn het beste waarop we kunnen hopen en waarschijnlijk ook alles waar we naar moeten streven, zegt Judt. Maar daarom moeten we ons bozer maken over het destabiliseren en afbreken van de dijken, die onze voorouders zo ijverig hebben aangelegd. Zijn we zo zeker dat er geen hoogwater meer komt? (p.224)
Het zijn overwegingen over de rol van de staat. In de verklaring van de rechten van de burger, aan het begin van de Franse revolutie, heette de eigendom een heilig en onschendbaar recht. Dat maakte deze revolutie tot een burgerlijke, maar ook als niet bezitter moet een balkon niet op je hoofd vallen, en struikrovers en verkrachters moeten van je afblijven. Het schietdrama in Alphen leidt terecht tot drukte. Heb je daarvoor een centrale staat nodig?
In Engeland, in 2006 waren de sociaal democraten nog aan de macht. Maar de “Better regulation commission” bepleitte een liberale agenda voor een beter risk management:
- Emphasising the importance of resilience, self reliance, freedom innovation and a spirit of adventure…
- Leaving the responsibility for managing risk with those best placed to manage it and to embark in state regulation only where it represents the optimum solution for managing risk;
- Re-examining areas where the state has assumed more responsibility for people’s lives than is healthy or desired;
- The need to balance necessary levels of protection with preserving reasonable levels of risk…
Je vraagt je af of een dergelijk programma door de heer Opstelten, onze eigen Dickerdak, zou kunnen worden geformuleerd. Als dat zo zou zijn, dan is dat een operationeel geformuleerde brug tussen de formuleringen van Popper en de ‘social democracy of fear’ van Judt. Je kunt het ook anders formuleren: de verschillen tussen vooruitstrevende liberalen en bestuurlijke sociaal democraten zijn maar beperkt. We hebben ons door Fortuyn’s gehak op Paars laten verleiden tot beelden en ideologieën waar de ambtelijke wereld, die ons bestuurt, niets mee heeft. Zo raken werkelijkheid en politiek van elkaar vervreemd.
In de PvdA wordt deze uitdaging gevoeld. De Wiardi Beckmanstichting is het project “Van Waarde” gestart, waarin de sociaal-democratische geloofsartikelen moeten worden hervonden. Het kader voor de discussie wordt gevormd door drie vragen:
- Wat is in de moderne samenleving van waarde?
- Door welke risico’s worden die waarden bedreigd?
- Welke rollen horen staat en individu te hebben bij het management van die risico’s?
Dit debat is in volle gang. Het is niet een revolte tegen Job Cohen, zoals in de media hier en daar wordt geframed, maar een echt debat over de koers en inhoud van de sociaal-democratische politiek. Gaat dat goed?
Daarover valt wel te twisten: de PvdA heeft een uitermate vaste bezetting aan microfoons en zendknoppen. Bart Tromp zag er altijd een prachtige bevestiging in van Robert Michels wet van de oligarchie: sociaal-democratische partijen worden uiteindelijk door weinigen gemanipuleerde stemmachines. Dat is een aanzienlijk risico voor de PvdA en de Wiardi Beckmanstichting. Alleen: hoe je dat risico moet indammen? Door de vaste deelnmers de mond te snoeren? Door gericht te werven onder ideeën rijke studenten?
Ik heb nog een tweede bezwaar: de PvdA heeft als basistrek dat alles uitputtend en compleet moet worden behandeld en besproken. Dat levert veel inhoud in de breedte op, maar ook legio mogelijkheden om met elkaar van mening te verschillen en elkaar te bestrijden. Ik had graag gezien dat de top van het wetenschappelijk bureau de kans had gegrepen enige beperking aan te brengen. De kernboodschap van Judt’s testament pastte in een college van ruim een uur. Die kaders bieden genoeg ruimte voor de gewenste doordenking van de beginselen..
Vooralnog levert het debat wel nuttige bijdragen . Wie wil kan een paar nummers van Socialisme en Democratie doorkijken. [email protected]
Risk, Responsibility and Regulation – Whose risk is it anyway? (Better regulation Commission) 2006
Tony Judt, “Ill fares the land..”, 2010