Kunst op Zondag | Wout Herfkens

Foto: Wout Herfkens, zelfportret met anderen. Foto - Sven Scholten
Serie:

LONGREAD - Tussen de bedden die in april bij Kunst op Zondag te zien waren, lag ook ‘Jésus à l’Hôpital’ (Jezus in het ziekenhuis), een van de crucifixen die kunstenaar Wout Herfkens heeft verzameld.

Hij koopt afgedankte crucifixen op, haalt Jezus van het kruis, doet pleisters op de wonden en legt hem in bed. Als dank voor het feit dat Jezus eeuwenlang voor het heil aller mensen aan het kruis heeft gehangen, verzorgt hij hem nu. De serie ‘Jésus à l’Hôpital’ telt nu zo’n 140 patiënten.

Wout Herkens Jésus à l’Hôpital b36 (2015), div. materialen, 34 x 36 x 7cm

Het werk van Wout Herfkens is ruim drie keer per jaar wel ergens te zien. Meestal in groepstentoonstellingen. Momenteel in museum Tot Zover, waar twee van zijn werken zijn opgesteld. In de tentoonstelling ‘Kwaadaardig mooi’ brengt Wout Herfkens zijn overleden broer in herinnering met een portret in ijzerdraad en de kijkdoos ‘Mijn broer en het uitzicht’ (2016/2022).
‘Kwaadaardig Mooi’ is nog te zien tot en met 9 april 2023.

Wout Herfkens richtte in 2001, samen met Rinke Nijburg en Jan Meijering (geen lid meer) ‘De Vrienden van Job’ op. Ze organiseren tentoonstellingen en projecten van hedendaagse professionele beeldende kunst met een religieuze of filosofische inhoud.

Om meer over zijn werk te weten te komen hebben we de afgelopen dagen een e-mailwisseling met Wout Herfkens gehad. Het resultaat geven we hier integraal weer. KoZ = Kunst op Zondag, W.H. = Wout Herfkens.

Klein werk

KoZ: Het meeste werk van je is klein van stuk. Waarom is dat?

W.H.: Daar zijn meerdere redenen voor. De voornaamste is dat ik hou van de intimiteit van kleine beelden en het werken aan kleine beelden. Zoals ik werk kun je snel iets aan een beeld toevoegen en veranderen, en dat maakt werken eraan avontuurlijk, speels en ik kan goed ingaan op de verdieping van de zeggingskracht en inhoud.

In  tentoonstellingen in veel musea voor hedendaagse kunst is groot de maatstaf.  Het past bij de tijdsgeest, alles moet groots, imposant en meeslepend zijn. Veel werk maakt door zijn maat direct  indruk, wat niet wil zeggen dat het ook automatisch goede werken zijn. Kijk je naar werk van kunstenaars uit de eerste helft van de 20ste eeuw, bv. Mondriaan, dan zijn die maten veel kleiner.

Af en toe, wanneer er een noodzaak is, maak ik een heel groot beeld. Mijn laatste grote beeld is Zelfportret met de anderen (zie onder) uit 2017, wat ik één van mijn mooiste nieuwe beelden vind. In dit beeld zitten 3 zelfportretten uit verschillende levensfasen, en daarnaast  portretten van familieleden, vrienden en mensen die mij inspireren (zoals C.G. Jung, Jezus, Dalai Lama, Picasso, Gerard Reve, J.S. Bach, William Kentridge, Andrei Tarkovsky).

Wout Herfkens – Zelfportret met de anderen (2015-2021). Foto Sven Scholten

Religie en mystiek

KoZ: Op je website lezen we je statement uit 2010:

De centrale vraag in mijn werk is hoe ik ideeën uit religie en mystiek, met name (zen)boeddhisme en christendom, op een hedendaagse manier kan gebruiken en vormgeven.

Vraag: Kijkend naar je oeuvre geldt dat statement nog steeds. Bijna alle werken hebben een verband met vooral christelijke onderwerpen. Sommige van die werken zouden voor gelovigen als kwetsend ervaren kunnen worden. Een van het kruis gehaalde Jezus die opgepeuzeld wordt door vogels of weggedragen wordt door een haas. Heb je wel eens meegemaakt dat je werk is geweigerd of moest worden weggehaald van een expositie?

W.H.: Nee, het is nog nooit geweigerd of weggehaald, dat is nog nooit gebeurd. Ik hoor wel eens  dat iemand m.b.t. de serie ‘Jésus à l’Hôpital’ vindt dat je Jezus niet van het kruis mag halen, maar dat is toch een zeldzaamheid.

M.b.t. De Vrienden van Job installatie ‘Feeding the birds’ in Leeuwarden waren er wel meer bezoekers die er moeite mee hadden, zo hoorden we na afloop van de organisatie.  Overigens was het een vrijwilliger van de kerk die in het kader van deze installatie opmerkte dat doordat de vogels  het lichaam van Jezus opaten, ze het in hun uitwerpselen over de wereld verspreiden.

Vrienden van Job Installatie Feeding the birds, 2018 Foto Rinke Nijburg

(KoZ: ‘Feeding the birds’ is gemaakt voor de tentoonstelling ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben’ (Grote Kerk in Leeuwarden) en was in 2018 te zien in het kader van Leeuwarden Europese Culturele Hoofdstad. Vorig jaar was een kleinere versie van de installatie ook zien in beeldentuin Odapark (Venray) bij de tentoonstelling ‘Het laatste avondmaal’. In ‘Feeding the birds’ wordt het lichaam van Jezus aan de vogels gevoerd.)

Vrienden van Job detail Feeding the birds, 2018, foto Rinke Nijburg

De dood

KoZ: Moordpartijen ga je niet uit de weg. De sculptuur ‘Intocht’ gaat over de ‘Martelaren van Gorcum’ (19 katholieke en seculiere priesters die in 1572 door de watergeuzen zijn vermoord in Den Briel).

De Intocht – 2012, keramiek, multiplex, wielen, vurenhout, MDF, acrylverf, textiel, houtlijm, 220 x 110 x 250

Bij de sculptuur ‘David (en Goliath) in bardo’ heb je David onthoofd, opdat hij doorvoelt wat hij Goliath heeft aangedaan. En ook al je werken waarin de gekruisigde Jezus figureert, verwijzen eigenlijk naar een moord.

David (en Goliath) in bardo, 2019, div. materialen, 53 x 25 x 50

Vraag: Is dat kritiek op de christelijke religie, die je misschien liever ziet vervangen door de vreedzamer boeddhistische filosofie?

W.H.: Wij leven in een maatschappij die gegrondvest is op het christendom, niet op het boeddhisme. Nederland staat vol met kerken, niet met boeddhistische tempels. We moeten het kind niet met het badwater weggooien. Ik denk wel dat we dingen uit het boeddhisme kunnen gebruiken, en dan bedoel ik niet de oppervlakkigheid van de boeddhabeelden die je nu overal kunt kopen.

Ik las pas dat de bekende Duitse monnik/schrijver Anselm Grun zegt dat zijn monnikschap gered is door zenmeditatie. De boeddhistische leer legt de nadruk op de weg naar binnen, naar ons innerlijk, op meditatie, op hoe om te gaan met gedachten, gevoelens en emoties.

Het christendom lijkt daar veel minder om te bekommeren, maar vooral naar buiten te kijken, naar de buitenwereld en de ander. Dat doen ze heel goed.  De kerk is heel goed in hun zorg voor de armen, de vluchtelingen, de mensen in de maatschappij die het moeilijk hebben.

In de christelijke mystieke tradities, bv. van Meester Eckhart, ligt  de nadruk juist wel op de weg naar binnen. Dus we hoeven niets te vervangen, alleen denk ik wel dat er een herijking moet plaatsvinden, en de meditatieve weg naar het innerlijke toe te voegen. Ter verduidelijking, meditatie is iets anders dan heel veel ergens over na denken.

Een teken aan de wand is dat de kerken de afgelopen 50 jaar hard zijn leeggelopen, terwijl de behoefte aan zingeving  en spiritualiteit in het westen duidelijk is.

In het boeddhisme is de eerste  van de 4 zogeheten Edele  waarheden  ” Er is lijden en ontevredenheid in het leven’.  De populaire Boeddhabeelden laten Boeddha zien in zijn verlichte staat. Hij  is het lijden ontstegen.

De gekruisigde Christus staat daarentegen midden in het lijden. Het is een symbool voor het lijden. Niet alleen zijn lijden, maar voor mij vooral ieders eigen lijden. Het symbool van Jezus aan het kruis, is een oproep aan ons om niet weg te lopen voor ons lijden.  Het gaat erom om dat lijden onder ogen te zien, om te beginnen je eigen lijden en dat zelf te verzorgen. Dat vraagt om je aandacht   naar binnen te richten, en te zien wat zich daar afspeelt. Dat is in een samenleving die vnl. op de buitenwereld en buitenkant is gericht, en vol is met druk, afleiding en prikkels, niet vanzelfsprekend en eenvoudig.

Zonder titel?

KoZ: Zoals bij veel kunstwerken is het de vraag of de kijker er meteen aan afziet waar een werk het over gaat, wat er aan ideeën achter schuil gaat. Laten we eens doen of we op een expositie langs je werk lopen en overal hangt het bordje ‘Zonder titel’ er bij. Ik geef je mijn eerste indruk. Graag jouw reactie.

Om te beginnen twee werken waar ik een Piëta in zag. Misschien ben ik beïnvloed door het artikel van Anita van der Weg (oktober 2011) die schreef:

Herfkens toont vooral zijn creatieve vermogens in het thema van de Piëta. Talloos zijn de variaties op de Moeder die haar dode Zoon draagt: een grote haas met pantoffels die Christus draagt, een poppenspeler met diverse iconen in zijn schoot, een overstelpende vloed van tranen op een dragende arm

In dit beeld denk ik zo’n piëta-variatie te zien.

Wel bijzonder dat de figuur die in Maria’s(?) armen ligt een geopende hoge hoed draagt. De hoge hoed doet me denken aan Baron  Samedi. Vaak afgebeeld met zo’n hoed en in voodoo-religies de beschermheer van de dood.

W.H.: Dit werk heet ‘All in one’, (‘Alles in één’) is de titel van dit beeld. Ik wilde zoveel mogelijk christelijke hoogtijdagen in één beeld te stoppen.

Zoals in veel van  mijn werk vermeng ik ideeën uit religie en mystiek (vaak uit  christendom en boeddhisme) met elkaar. Dit beeld heeft de vorm van een piëta. Maar Maria is zwanger, wat je op deze foto niet goed kan zien, wat verwijst naar de advent en kerstmis. Daarbij heeft ze het hoofd van een boeddha.

Een piëta is Maria met het dode lichaam van de gekruisigde christus op schoot.  De dode christus in dit beeld heeft echter een heel actieve houding, hij is bezig aan het opstaan van Maria haar schoot. De opstanding hoort echter bij Pasen. Dus kerstmis, Goede Vrijdag en Pasen komen in één beeld samen.

Een typische beeld voor deze gehaaste tijd. Vroeger had je een aparte melkboer, groenteman en bakker, nu heb je vooral veel supermarkten, waar je alles in één keer kan kopen.

Grappig en interessant dat het hoedje op het hoofd van Jezus voor jou verwijst naar Baron Samedi uit de Voodoo religie, de god van de dood. Ik kende hem niet, maar het hoedje met de openstaande deksel (als een geopend blikje) is voor mij een verwijzing naar de dood. Een ziel verlaat het lichaam bij het sterven via de kruin.

Ik heb nog een ander ‘All in one’-beeld gemaakt, waarbij christus als  een boeddha is afgebeeld en  Maria wat vrouwelijker is.  Zij zijn geplaatst in een natuurlijke omgeving van wortels en omgekapte bomen. Alsof ze  na een lange expeditie zijn opgegraven en hier zijn  teruggevonden in hun oorspronkelijke staat.  Zie hieronder.

Wout Herfkens, All in one 2 (opgraving), 2013, keramiek

KoZ: Ook bij dit werk moet ik denken aan een piëta, maar waarom draagt Jezus hier zichzelf?

W.H.: Het beeld heet ‘Uit de mijn’. De sokkel heeft de vorm van een mijnwagentje, waarmee diep onder de aardoppervlakte steenkool naar boven werd gehaald.

Dit is een mooi beeld voor de spirituele zoektocht naar  onze kern, de bron, de christusenergie, boeddhanatuur  of god, allemaal woorden voor hetzelfde. Christus draagt zichzelf. Hij heeft zichzelf in de mijn gevonden, en verzorgt zijn gewonde zelf, iets wat we uiteindelijk allemaal moet doen.

Maar de titel Uit de mijn is ook het loskomen uit het mijn, het ego, wat het doel is van de mystieke weg naar verlichting. De vorm van de witte gedragen christus komt voort uit het idee dat Christus net als Barbapapa, ieder gewenste en denkbare vorm aan kan nemen. Hij kon water in wijn veranderen, mensen genezen en uit de dood laten opstaan  dus van vorm veranderen lijkt me voor hem geen probleem. Deze lange witte ingepakte vorm vond ik het meest mooi passen bij dit beeld.

KoZ: Mijn eerste, oppervlakkige indruk bij dit beeldengroepje  was dat dit de drie koningen uit het oosten zijn, op weg naar de pasgeboren Jezus. Maar even later moest ik denken aan de drie vrienden van Job. Beter kijkend zag ik in de middelste figuur een zwangere vrouw, dus wellicht zien we een moeder, vader en een zoon?

W.H.: Het beeld is voor mij een vrolijk beeld van een ideale wereld waarin de drie figuren zingen, bij de één een ree aan zijn voeten ligt, en bij de ander een gebutste donkerblauwe knikker die associatie oproept met de aardbol of een sterrenhemel.

Ik heb niet nagedacht over wie deze drie mannen specifiek konden zijn. Uit het hart van de middelste figuur stroomt een wortelstelsel en het beeld wordt aan weerszijde afgesloten door een takje.

Eigenlijk is er niks aan de hand. De wereld is vredig.  Vandaar de titel ‘Naief beeld’.

De lichamen van de drie mannen kwamen van drie Afrikaanse, ik geloof Ghanese, toeristenbeelden  die ik op een rommelmarkt heb gekocht. De verf heb ik er van afgekrabd en ik heb er andere hoofden opgezet . De middelste figuur was oorspronkelijk een Ghanese politieagent met een dikke buik.

KoZ: Stelt dit een vogelnestje voor? Of wat anders?

W.H.: Interessant dat je dit beeld er uit pikt.  De hand houdt iets onbestemds vast. Jij noemt het een vogelnestje. Vind ik wel een mooie associatie. Een vogel bouwt een nest van takjes, mos en haartjes en legt daar haar meest kostbare bezit in: het ei.

Voor mij houdt de hand het een onduidelijke, viezige vorm, waarin een klein wit kraaltje ligt.  Het gebruik van het haar en de roze en rode stof heeft voor mij de associatie met lichaam en vlees. Daarin ligt het kleine ronde sieraad verborgen.

De titel ‘Het grote vergeten’ verwijst voor mij naar de  grote spirituele leegte in onze samenleving. We hebben, en ik veralgemeniseer nu, geen idee meer van de zin van het leven, en waarom we hier op aarde zijn neergezet. We  gedragen ons vooral als de homo economicus en homo consumenticus.

KoZ: Als ik dit beeld een titel moest geven zou het “Een goed gesprek” zijn. Maar wat doet het voorwerp dat tussen hen inhangt daar?

detail

W.H.: Het beeld heeft als titel ‘Gesprek met Gerard R’. Je zat dichtbij. De Dalai Lama is in gesprek met Gerard Reve. De Dalai Lama is de meest bekende vertegenwoordiger van het Boeddhisme. Gerard Reve, mijn favoriete schrijver, die zich in de jaren 60 bekeerde tot het  katholieke geloof.

Het leek me een interessant en grappig gesprek te kunnen worden.  Ik vroeg me af of ze elkaar zouden begrijpen. Misschien is dit laatste, het onbegrip, datgene wat er tussen hun in hangt. Het beeld vroeg om iets wat onder de tafel tussen hen in hangt.

Op formeel gebied wilde ik met een minimum aan lijnen en twee hoofden en veel leegte een interessant beeld maken van twee mannen die aan tafel zittend een intensief gesprek voeren.

KoZ: Wout, bedankt. Het ga je goed.

Tot slot

In 2012 werd Wout Herfkens geïnterviewd in het programma ‘De Verwondering’. Hierin werd ‘Jésus à l’Hôpital’ besproken. Herfkens, die wel een bewonderaar is van oude kunst, zegt met betrekking tot zijn Jezus in bed:

Als je weer een kruisigings-scene ziet… Daar hangt hij weer. Wat sneu. Haal die man eens van dat kruis. Die nadruk op dat lijden. Je kunt die prachtige oude kunst niet gaan beplakken met pleisters, al heb ik wel dat idee gehad. Het lijkt me wel een goede ingreep.

Als de uitzending zo’n elf minuten is gevorderd, komt Gerard Reve ter sprake en draagt Herfkens het gedicht ‘Graf te Blauwhuis’ voor. Daarin roept Reve God aan met de onsterfelijke woorden:

Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?

Bij VPRO’s ‘Dode Dichters Almanak’ is Reve zelf te zien en te horen met hetzelfde gedicht (onderaan de pagina).

Leer Wout Herfkens nog beter kennen en kijk naar ‘De Verwondering’ (26 september 2021). Om af te sluiten: uit dit programma citeren we Wout Herfkens:

Alle goede kunst is troostrijk.

Prettige zondag verder.

Reacties (1)

#1 Kiki

Wat een fijn interview-we bevinden ons in de gelukkige positie om een kunstwerkje van Wout Herfkens in huis te hebben. En het is een rustpunt in huis. Een huisaltaartje is niet (meer) gebruikelijk in onze moderne cultuur-verstilling op een plekje in je kamer is wel belangrijk. De tv staat op een belangrijke plaats maar zij is beweging en verandering-is aanvulling. Een klein beeld zoals dat van Wout Herfkens zet stil, doet contempleren. Henk Visch (nl beeldhouwer) noemt het: votief beelden.