De Boekenweek is losgebarsten. Een goede gelegenheid om de trilogie over kunst en boeken (deel 1 over strips, deel 2 over kunstenaarsboeken) af te sluiten met de vraag of literatuur kunst is.
De media wekken de indruk dat kunst en literatuur twee verwante, maar verschillende grootheden zijn. Bijna elke krant heeft wel een wekelijkse katern onder de noemer ‘Kunst & Literatuur’. Alle visuele kunstdisciplines worden op één hoop gegooid, proza en poëzie op de andere. Terwijl lezen toch ook kijken is.
Uitgevers huren illustratoren, grafici, fotografen en soms ook schilders in om het boek aan de mens te brengen. Leidraad lijkt te zijn dat bij een eerste druk alleen titel en naam van de auteur op de omslag genoeg is, mits de auteur grote bekendheid geniet.
Bij herdrukken, en zodra het boek in vergetelheid dreigt te raken, lijken beeldende covers echter het boek tot kunst te moeten verheffen. Zo gaat dat met klassiekers, zoals bij boeken van Harry Mulisch.
Zo gaat dat ook met Nelleke Noordervliet, die dit jaar het Boekenweek-essay schreef.
Uitgevers gaan er niet vanuit dat je door de boekomslag geraakt wordt door literaire kunst, maar dat je geraakt wordt door een suggestie die je kooplust opwekt. De tentoonstelling ’20 jaar coverontwerpen’ geeft een mooi overzicht. Nog tot 21 mei te zien in het Boekenpodium te Antwerpen.
Het gaat om de inhoud, sufferd! Jawel, maar wanneer zijn woorden dan kunst? Als het, met gevoel voor het detail, om mooie zinnen gaat?
Het literaire weblog Tzum begon in 2002 de Tzum-prijs voor de mooiste zin uit de Nederlandse literatuur. Lezers kunnen zinnen uit het voorafgaande jaar nomineren. Alle winnende zinnen sinds 2002 staan op de Wikipedia. Hier de Tzum-prijs 2012 voor de mooiste zin uit 2011, uit ‘Shanghai Massage’ van L.H. Wiener:
Ik zou mijn moeder nog wel eens in die dikke Velsense vissersneus van haar willen knijpen, een neus die van geen ophouden wist, in tegenstelling tot mijn moeders nieren, die het begaven onder de druk van alle medicijnen – nu ja, niet echt knijpen, want een beetje zoon die knijpt zijn moeder niet, die eert het wijf dat moeder heet, maar die dikke kokkerd van een gok van haar, dus, tussen mijn wijs- en middelvinger en duim pakken, zoals ik vroeger vaak deed, om te plagen, als een soortement van liefkneuzing, dat zou ik graag nog eens een keertje doen.
De winnende schrijver ontvangt een bedrag in euro’s dat gelijk is aan het aantal woorden in de zin, zegt Tzum. Zijn ze soms op zoek naar een nieuwe, Nederlandse James Joyce? De laatste episode uit zijn ‘Ulysses’, is een monoloog die zonder enige interpunctie is geschreven en is daarmee vermoedelijk de langste zin uit de wereldliteratuur.
Toch raar dat de kortere zinnen blijkbaar kansloos zijn. Onder de nominaties van voorgaande jaren zaten heuse “pareltjes” als ‘Hoe beter de antibiotica, hoe leger de kerken‘ (Dimitri Verhulst – De laatste liefde van mijn moeder) en ‘Kenzo, Ralph Lauren, Gucci aan de lijn, slipjes en boxers waarin je geen scheet durft te laten‘ (Mensje van Keulen – Een goed verhaal).
We dwalen af. ‘Woorden worden soms tot beeldende kunst verheven in plaats dat ze het voertuig der kunsten zijn’, stelt Henk van Faassen op zijn prachtige website over de relatie tussen taal en beeld. Over woorden schrijft hij: ‘Woorden kunnen niet kunst en voertuig tegelijk zijn, als taal kunst is, vervalt de voertuigfunctie, en andersom’.
Het is maar hoe je dat bekijkt. In Kunst op Zondag | Woorden lieten we beeldende kunst zien, die met woorden even goed als boeken een boodschap overbrengen.
Qua ‘relatie’ zijn beeldende kunst en literatuur nooit tot een duurzame verhouding gekomen. Pogingen om schrijvers, dichters en beeldend kunstenaars in één beweging te krijgen, leden een kortstondig bestaan. Wel waren er individuen die woord en beeld als kunstvorm hanteerden.
Opvallend is dat vooral in de poëzie de relatie op tal van manieren vorm heeft gekregen. De visuele poëzie van Paul van Ostaijen, de gedichten met tekeningen (of juist andersom?) van Lucebert, of het letterlijke beeldrijm van SAGE (het duo Saskia van Herwijnen en Gerrit van Schuppen).
En natuurlijk zijn er kunstenaars die vooral bekend zijn als schrijver, maar die zich aan ook aan andere kunstdisciplines hebben gewaagd. Leo Vroman tekende, Cees Buddingh’ maakte kijkkastjes (nog tot 24 maart te zien in het Dordrechts Museum).
Alsof voor sommige schrijvers woorden tekort schieten om kunst te maken. Voor de dichter en beeldend kunstenaar Ted van Lieshout is het boek wel degelijk kunst.
Het woordje kunst
Eerst dacht ik bij het woordje kunst alleen aan schilderijen,
die stilletjes gevangen zijn in lijsten aan de wand.
Ik vond dat zielig en ik wou een schilderij bevrij’en,
maar ach, ik mocht het zelfs niet eens beroeren met mijn hand.
Toen dacht ik bij het woordje kunst ook eens aan beeldhouwwerken,
die doodstil staan gevangen op een sokkel in de grond.
Ik heb een beeld gestreeld, maar of een steen een aai kan merken?
Ik weet niet eens of ’t standbeeld zélf wel wist dat het bestond!
Nu denk ik bij het woordje kunst aan thuis en aan verhalen,
die opgeslagen liggen in een dichtgeslagen boek.
Ik kan er met mijn vinger en mijn ogen in verdwalen
en vind er soms een streling in als ik een streling zoek.
© Ted van Lieshout, uit: Hou van mij (Leopold) 2009.
(overgenomen van Poëzie-leestafel).
Heb jij wel eens een roman gelezen, waarbij je dacht: ja, dit is kunst?
Tot slot een paar literatuur-weblogs die je aandacht waard zijn:
Vanaf 2006 houdt Hans van den Bergh in zijn eentje Boekendingen en Boeken over boeken in de lucht. Literair weblog De Contrabas (sinds 2005), houdt er tegenwoordig een hele redactie op na. En sinds 2004 vullen liefhebbers de Leestafel.
Reacties (28)
Ook weer: leuke insteek. .
Maar wat ik mis zijn de monumenten, vaak kunst waar woorden tegenaan worden gezet of bovenop worden geplakt. Of die je werkelijk geen kunst zou willen noemen maar waar een mooie tekst op staat.
Ik kan niet zo gauw een goed voorbeeld geven waar ik een monument ook echt kunst vind, maar in Varennes-en-Argonne staat iig het mega-monument van de eerste wereldoorlog met daarop de tekst: The Right is more precious than peace . Een uitspraak – van Woodrow Wilson uit 1917 bij het uitroepen van deelname van de VS aan WOI – waar je een jaar lang een apart log aan zou kunnen wijden. Alleen daarom al zou ik het kunst willen noemen.
Het monument zelf is een megalomaan neoklassiek monster dat in zijn symmetrie en plaatsing bijna iets van Nazistische kunst heeft (Amerikaans, 1922!, zie foto hieronder).
Bovenstaande vanwege de zinnencompetitie hierboven vermeld. Zinnen kunnen kunst zijn terwijl het werk waar ze gebruikt worden banale shit is. Er zijn vast betere voorbeelden te vinden.
Literatuur kunst? Vast wel, maar niet beeldend.
#1 Tekst als gevelversiering.
@1: Teksten op gebouwen, het zou een onderwerp apart kunnen zijn. Met natuurlijk de focus op de match tussen woord en gebouw of architectuur.
Ik vind Lucebert “Alles van waarde is weerloos” op een gebouw van een verzekeringsmaatschappij in Rotterdam nog steeds een misplaatst voorbeeld.
Op dit blog vond ik een wat beter voorbeeld: teksten van Spinoza in en op het gebouw van de Raad van State in Den Haag. Joseph Kosuth gebruikte zes zinnen uit het 1e deel van Spinoza’s “Ethica” en symboliseerde de relatie tussen het woord en de functie van de Raad van State. Een citaat dat ook goed bij de trilogie over boeken en kunst past: “Een waar idee moet met het voorgestelde object overeenkomen”.
Het woord is vluchtig, dus zijn de tekstprojecties op gebouwen van Jenny Holzer ook een uitstekend voorbeeld. Want: trek je de stekker eruit, dan dooft het licht.
Ik ben een simpel mens en vind iets mooi of niet.
Maar als ik die grijze massa eens goed opschudt kom ik min of meer tot de volgende conclusie:
Als je de kunst van het leven doorhebt, valt er (zoals nu dus weer) van veel moois te genieten :-)
@3: prachtig! KOZ-kort ;)
Maar misschien een inspiratie voor volgende keren. En dan mag je ook nadenken wat we moeten met het Euweplein in de zin van de relatie tekst en architectuur : Homo sapiens non urinat in ventum. Die verbaast me tot op de dag van vandaag.
@4:
bij echt opschudden zou de “t” van öpgechudt” er afgevallen zijn ;-)
@6: u bedoelt : inderdaad, er zou “opschud” moeten staan
(niet “opschudt” en ook niet “opgeschud”).
@7:
Ja!
Ik zal mijn hond een tikje geven met de witte stok en zeggen dat hij het vergrootglas beter moet vasthouden ;-)
Tik- en taalfouten of niet, de hamvraag wordt aardig ontweken: Heb jij wel eens een roman gelezen, waarbij je dacht: ja, dit is kunst?
Hoewel ik dacht met Ulysses van James Joyce een schot voor de boeg te hebben gegeven, had ik natuurlijk meer voorbeelden moeten noemen. Vooruit, eentje dan:
De boeken van Haruki Murakami maken op mij dezelfe indruk als veel surrealistische beeldende kunst.
Ja, Ulysses is absoluut kunst. Knap, boeiend en verhalend. Murakami ken ik niet.
Veel meer moeite heb ik bv met Raadsels van het Rund van Jacq Vogelaar. Ja, helaas heb ik het gelezen. Misschien kunnen anderen daar hun licht over laten schijnen. Zeggen dat iets kunst is maakt het dat nog niet.
De laatste boeken waarin ik getroffen werd door vertelKUNST waren die van Carlos Ruiz Zafón en wel “In de schaduw van de wind” en “Het spel van de engel.
En even vals spelen:
Ik heb opengeslagen naast me me liggen:
De nieuwe Aesopus
Groot Fabelboek voor Jong en Oud (met 160 platen [die toch wel wat kunstig zijn])
door M.Leopold (Uitgave 1882 J.B. Wolters)
N.B. mag wegens reorganisatie huishouden op geboden worden
Reis Naar Het Einde Van De Nacht is volgens mij,ondanks dat ik alleen in staat ben de vertaling te lezen,een kunstwerk.
Ik las net een eerste zin van Maarten Biesheuvel.
“Vader; je bent nu dood, maar deze geschiedenis herinner je je nog wel:”
Dat durf ik al wel kunst te vinden.
@12: voor de lezers: die is van Celine.
KUNST is een Westers begrip waarmee het Westen geen raad weet. Voor ‘kunst’ geeft het Latijn het woord ARS, maar dat terugvertaald kom je primair op zoiets als ‘grote vaardigheid. ‘Vita brevis ars longa’* schrijft Seneca en hem zullen we toch wel mogen geloven. Of niet soms? Waar hebben we anders onze Klassieken voor?
Of de Chinese -, Indische – of enige andere Cultuur KUNST onderscheidt, weet ik niet. We moeten dat onderzoeken en zullen zo onszelf beter begrijpen.
Intussen moet we ons behelpen en is KUNST dat wat wij ‘mooi’ vinden, Maar in onze democratische tijden vindt de één dit mooi, de ander dat, en veracht de een de keuze van de ander. De Vrije Markt beslist dan. Het meest verkochte Boek ter wereld is de Bijbel, de VM doet uiteindelijk toch weer haar werk, en zet Hoogste waarde in hoogste prijs om.
In onze tijd viert gelijkheid hoogtij, wat ten koste van de ‘Kunst’ gaat. Literatuur is nagenoeg tot het aaneenrijgen van sexismen vervallen, muziek hoofdzakelijk kakofonie geworden, de schilderkunst ontaard, de kunstenaars klanten van Sociale Zaken. Uiteraard.
* ‘Het leven is kort, de kunst lang’.
Gelukkig geniet ik van Kunst, en vraag ik me niet af of het klanten van Sociale Zaken zijn.
Martkwerking en de bijbel aan elkaar koppelen. Wat een gotspe. Je kan je beter afvragen waar het geld zit – en dat koppelen aan kunst. In plaats van die domme dingen schrijven, en zelfs de Romeinse schrijver Seneca ontheiligen. Want die moest in ieder geval niets hebben van het gedachtengoed van de xenofoob HPax. Maar stelde dat er een vrijheid is, namelijk de stoiïcijnse vrijheid, van de geest. Die door marktwerking verwordt tot een grabbelton met nauwelijks waardige grijpdingetjes.
Dat HPax vindt dat de literatuur is vervallen tot het aaneenrijgen v van sexisme is een goede zaak: kunst en literatuur moet de lezer wat doen. Natuurlijk weet HPax als conservatief niet wat er in de huidige literatuur staat, maar wel waar zijn grenzen liggen. Zijn onvrijheid. Andere zaken worden gekwalificeerd als gebrabbel, zoals hij bij Rudolf Steiner aangaf.
@14: Excuses ,vergeten te vermelden.
Het laatste boek wat ik las is Salman Rushdi met de Duivelsverzen. Dat is Kunst op verschillende manieren: vertelkunst, provocerend (aartsengel zucht als hij Mahoem weer de berg op ziet komen) en vindingrijk.
Als Hpax wat vaker een roman las zou hij zich misschien leren zich in begrijpelijk hedendaags Nederlands leren uit te drukken.Bovendien zou het er voor kunen zorgen dat hij zich wat minder wereldvreemd gedroeg.
Maar het gezegde luidt,wat de boer niet kent dat vreet hij niet,ik ben bang dat dat geldt voor Hpax in het bijzonder .
@19: Excuses voor de taalfouten,om de een of andere reden kan ik de edit functie niet gebruiken.
@19.
Nee, het is hoe je iets leest. Hoe je het een en ander interpreteert. En hoe je graag iets wil zien. Iedereen heeft zijn eigen bril op, de een alleen wat meer gekleurd dan de ander.
@21: Het gaat er mij om dat iemand die een roman leest andermans gedachten in zich toe laat,iets waar Hpax volgens mij als de dood voor is.Gehecht aan zijn kleine kadertje als hij is.
@22 Brusselman dat iemand die een roman leest andermans gedachten in zich toe laat mooi gezegd. En dat kan erg sterk werken, weet ik uit eigen ervaring. Ik heb periodes dat ik de Russische klassieken (Dostojewski, Tolstoj, Toergenjev, Poesjkin etc) lees en herlees. Uiteindelijk voel ik mij dan ook koortsachtig en dweepzuchtig en wil dan ook naar ver weg. Maar ik heb hier mijn werk, hypotheek… enfin. En soms komt de literatuur in de boeken te dichtbij, dat je denkt, verrek, hoe weten ze dat (over mij)? Literatuur met een hoofdletter L. Het algemene wordt particulier. En andersom. Of het dan ook kunst is, geen idee, groots is het zeker.
@22 en @21: Ach, je zou HPax in #15 ook zo kunnen lezen:
Met
a)”Of de Chinese -, Indische – of enige andere Cultuur KUNST onderscheidt, weet ik niet. We moeten dat onderzoeken en zullen zo onszelf beter begrijpen“.
en
b)”In onze tijd viert gelijkheid hoogtij, wat ten koste van de ‘Kunst’ gaat“.
bedoelt HPax dat hij a) nieuwsgierig is naar andere culturen, in dit geval waar het de aard en plaats van kunst betreft. Zolang we weinig tot niets van andere culturen weten, is het behelpen, stelt HPax. HPax wil leren en kennis opzuigen.
In b) pleit hij bovendien voor een maatschappij met grote diversiteit. Geen eenheidsworst, hetgeen ook de kunsten ten goede kan komen.
Door abusievelijk Seneca aan te halen (de spreuk is van Hippocrates) lijkt HPax te willen zeggen: rozen verwelken, schepen vergaan, dus lig niet te melken, maar doe er wat aan! (Coos Neetebeem).
Ofwel: bestrijdt de ideeën van het vorige en huidige kabinet, wiens kunstplannen onvermijdelijk tot eenheidsworst zullen leiden en vele, bijzondere kunstenaars daarmee tot de Sociale Dienst veroordelen.
“Uiteraard” stelt HPax dat kunstenaars een beter lot verdienen.
Erg fraai @P.J.
@24 u bent een getalenteerd redacteur, diplomaat, wijze, fact-checker en vredestichter. Ik vond trouwens, maar dat is weer een ander topic (ook al is daar vreemd genoeg geen topic over), dat de TopTien van de ‘Soort van Blogparel 2012’ een hoog Viva-gehalte had: sauna, oma, kind, kleding en nog zo wat. Erg huiselijk allemaal. En waar was de humor?
Ik wil de P.J. Cokema#24 voordragen voor zijn eigen blogparel 2013.
Kan dat?
@27: ‘Kan dat?’
Dat kan, HansJe, dat kan!