In de Kunsthal zag ik werk van visueel artiest Ellen Gallagher, die zich liet inspireren door de Drexciya-mythe, waarover ik gister een Closing Time maakte. Gallaghers werk in de Kunsthal is onderdeel van de expositie In The Black Fantastic (tot 10 april te zien) met werk van kunstenaars uit de Afrikaanse diaspora. Wat de kunstenaars gemeen hebben is dat zij mythes en science-fiction inzetten om racisme en onrechtvaardigheid – de “racialized imagination”, in de woorden van curator Ekow Eshun – te weerleggen en er een andere verbeelding tegenover te stellen.
Drexciya, van het gelijknamige Detroitse technoduo James Stinson en Gerald Donald, leeft niet alleen voort in hun muziek (en andere artiesten die zij inspireerden), ook meerdere kunstenaars hebben zich laten inspireren door de onderwaterwereld waarin Drexciyans, de ongeboren kinderen van de tot slaaf gemaakte vrouwen die tijdens de Middenpassage overboord werden gegooid, tot leven zijn komen. In deze KoZ een selectie van kunstprojecten (volg de links voor een impressie).
Ellen Gallagher maakte onder meer de serie Watery Ecstatic geïnspireerd op de Drexciya-mythe (zie hier een van de eerste werken uit 2001). Onderdeel van deze serie zijn ook deze aquarellen die hinten naar de portretten en stillevens van de 17e-eeuwse Nederlandse kunstenaar Albert Eckhout, die tijdens reizen naar Nederlands-Brazilië de oorspronkelijke bevolking en tot slaaf gemaakten vastlegde.
Kunstenaar Firelei Báez’s schilderde haar verbeelding van de mythologische wezens voor haar expositie A Drexcyen Chronocommons (To win the war you fought it sideways) en ze maakte een abstracter kunstwerk over de oceaan als “a connector and a repository of physical memory.” Over de betekenis van de mythe zegt ze: “mythology often contains origin stories, whether they be for natural phenomena or the origin of a nation. For those who were displaced through slavery and colonialism, much of that has been violently erased. Mythology, like the Drexciya myth, which is also associated with Afro-futurism, holds space for both a fantastical remixing of the past but also hope for the future.”
Fotograaf Ayana V. Jackson refereert in haar portrettenreeks Take Me to the Water aan verschillende nieuwe en oude mythen, waaronder Drexciya. In het portret Sea Lion poseert ze als een Drexciyaanse godin – op precies dezelfde manier als in een portret van Queen Elizabeth I, onder wiens bewind de eerste pogingen tot kolonialistische uitbreiding werden ondernomen. Eind april start in New York Jacksons expositie “From the Deep: In the Wake of Drexciya with Ayana V. Jackson” maar daar kunnen we online helaas nog niets over vinden.
Visueel artiest Edgar Arceneaux, tot slot, maakte in 2011 de tekening The Slave Ship Zong, waarop metershoge golven over honderden ogenparen rollen, volgens Arceneaux “tied to the Drexiyan mythology of the transformation of bodies becoming an accelerated evolution of humanity.” De tekening verwijst naar de massamoord in 1781 waarbij meer dan 130 tot slaaf gemaakten overboord het slavenschip Zong werden gegooid omdat er te weinig drinkwater aan boord was en het verlies toch geclaimd kon worden bij de verzekering. De rol van Nederland in de slavenhandel is nooit ver weg: de Zong was oorspronkelijk een schip dat voor de Middelburgsche Commercie Compagnie een slaventransport naar Suriname had uitgevoerd.
Reacties (1)
Die poppen/beelden/sculpturen/Soundsuits van Nick Cave zijn geweldig: vrolijk, grappig, raar, prikkelend. Ik zag ze in Lille 2012, en ze hebben kennelijk toen een enorme indruk op mij gemaakt. Het lijkt me me een leuke en interessante tentoonstelling in Rotterdam