Apeldoorn is een laatkomertje. De groene Veluwestad heeft geen grootse middeleeuwse geschiedenis. Het werd pas later wat, toen mensen zich realiseerden dat de beekjes die van de Veluwe kwamen neerstromen nuttig konden zijn om watermolens aan te drijven. Zo ontstond de papierindustrie. Maar Apeldoorn werd pas echt meer dan een vlek op de landkaart toen stadhouder-koning Willem III besloot een oud jachtslot uit te breiden met een paleis, Het Loo.
En het was nog later, toen koning Willem I een kanaal liet graven, dat het grote dorp veranderde in een kleine stad.
Langs het kanaal kwamen industrieën. Er kwam een gasfabriek. Een spoorwegstation – eigenlijk twee: Het Loo had een eigen station – zorgde voor snellere verbindingen, zodat koning Willem III, koningin Emma en koningin Wilhelmina regelmatig in Apeldoorn verbleven. Een negentiende-eeuwse boom town.
Dat zie je aan de architectuur. De Apeldoornse Dorpsstraat, die inmiddels Hoofdstraat heet, staat vol gebouwen uit de late negentiende en vroege twintigste eeuw. U mag het Art Nouveau noemen of Jugendstil, al zijn er natuurlijk ook gebouwen in andere bouwstijlen. Het is me als Apeldoorns kind nooit opgevallen, maar toen ik er onlangs een maand rondwandelde, zag ik het ineens overal. Hier zijn wat voorbeelden.
Ook in de zijstraten van de Hoofdstraat zijn opvallende gebouwen uit de tijd tussen 1890 en 1914. Nog verderop, in wat nu stadswijken zijn, hebben mooie buitenhuizen gestaan op wat toen nog platteland was.
Ik weet niet of ik houd van Jugendstil en verwante bouwstijlen. Er zijn me teveel ornamentjes, teveel krulletjes en teveel versierinkjes. Ik heb echter de afgelopen maand met plezier wat foto’s gemaakt. Foto’s die overigens vaak verpest werden doordat het onmogelijk was niet tevens een lantaarnpaal, een reclamebord, een spandoek of een lichtbak of een afvalcontainer in beeld te krijgen. Desondanks: aan veel huizen, zoals het onderstaande, zie ook ik af dat ze met liefde zijn ontworpen en onderhouden. Elk detail is origineel.
Toen ik de afgelopen weken door de Hoofdstraat wandelde, viel me steeds het contrast op tussen de ooit met zoveel zorg ontworpen en gebouwde Jugendstil-huizen en de dertien-in-een-dozijn-winkels die er tegenwoordig zijn gevestigd. Apeldoorn bezit iets prachtigs maar houdt het goed verborgen.
Eerder verschenen op Mainzer Beobachter.
Reacties (13)
Wat je laat zien is een mix van vele bouwstijlen uit die tijd, zoals in die tijd gebeurde. Ik zie bar weinig Jugendstil, maar wellicht mis ik wat details. Wel zie ik de chalet-stijl en veel neo-zus of zo stijlen. https://nl.wikipedia.org/wiki/Neostijlen
Ik denk dat het in elke van de huizen een stuk beter vertoeven is dan in wat men de laatste decennia heeft neergezet. Al is dat mijn mening. Ik zie dat er genoeg mensen zijn die hun tuin volgooien met grijze tegels, grijs grind en een enkel boompje in pot.
Tha, wat foto’s van huizen. Zoals in elke plaats wel mooie huizen met mooie gevels staan. Het had me interessanter geleken als je wat over de vroegere bewoners erbij had geschreven. Was dat ook van adel, industriemagnaten, handelaren?
@1: En dat noemen ze dan onderhoudsvrij of -arm, maar ze vergeten het vele werk dat zo’n kaalslag tot kattenbak vereist.
Het onderhoudsarme aan mijn tuin bestaat erin dat ik dat die tuin zelf laat regelen. Hooguit snoei ik een tak die mij in de weg hangt en de bladeren veeg ik gewoon opzij, dan hebben de slakken ook wat. Winterklaar maken kon de natuur immers al lang voordat er mensen waren.
Dat wij daar iets mee zouden moeten is een Koot&Bie-sketch, die abusievelijk als instructiefilm is opgevat.
@3: Ik zeg niet dat jij zo bent en misschien is je tuin ook groot genoeg voor wildgroei, maar bij de Rijdende Rechters zit regelmatig zo’n wereldvreemd persoon met een piepkleine tuin die maar een ding kan roepen “laat die boom toch lekker groeien”.
Nadat de boom 20 meter hoog is ben je dat als buur met ook een piepkleine tuin toch behoorlijk zat.
@4: Herkenbaar. Het is een praktisch probleem. Al die tuintjes vlak naast elkaar en dan wil de één lekker schaduw en de ander zon om in te bakken. Ook al zou ik liever dat eerste willen, denk ik dat je er niet omheen kunt dat je een flinke boom niet in je eentje hebt. Alleen is het nu wel 2020 en dan zet iedereen de hakken in het zand en is een compromis ver te zoeken. Vrees dat zoiets heel veel bomen kost.
Ik ben gezegend met een tuin vol bomen, flink wat zijn meer dan 20 meter hoog. Alles blijft staan, mits een storm ze omver haalt. Dan kan ik gaan stoken en ook dat is geen probleem voor een eventuele buur, want die zitten veel te ver weg om dat te merken. Ik had eigenlijk moeten zeggen gezegend te zijn zonder mensen om me heen…
@4: Tegen de tijd dat een boom 20 meter hoog is, heeft zo’n klagende buur genoeg aan een kist. Mr. Reid lijkt ook niet veel met bomenhuilies op te hebben, ze moeten wel met heel sterke argumenten komen wil hij een boom laten kappen. Hij houdt Idéfix liever te vriend. ;)
Ik blijf erbij dat wie niet tegen bladeren kan beter op een flatje zonder buitenruimte kan gaan wonen. Waarom in een lawaaiige en energieslurpende airco investeren als een bestaande boom dat veel beter kan? En je wilt niet weten wat een beetje boom aan geluid kan filteren. En dat zou je omhakken voor een paar uurtjes verdraaglijke zon per jaar?
Dat gesteld hebbende: Zestig jaar geleden werden er tenminste nog acceptabele kavels uitgedeeld. Die vinexpostzegels van nu is vragen om problemen, maar tegen de tijd dat zich dat openbaart, is de projectontwikkelaar al lang met de winst en de noorderzon vertrokken.
@6: Je overdrijft schromelijk met “een paar uurtjes verdraaglijke zon per jaar”.
Bovendien krijgt de buurman vaak de schaduw waar de eigenaar zelf geen last van heeft plus ongeveer de helft van het afval van de boom.
Het boompje groot, plantertje dood gaat lang niet voor alle bomen op, vooral niet voor die mensen die hun kerstboom met kluit in de tuin geplant hebben.
En als je kleine kavels toestaat die voor een steeds groter percentage bebouwd mogen worden, dan moet je als gemeente/overheid ook de beplanting beperken. Visser en Reid hebben ook wel eens gezegd dat dit “geen boom voor een stadstuin” was.
Leuk! Eindelijk geleerd wat Jugendstill is nav deze pots.
Dit is toch echt neorenaissance:
https://mainzerbeobachter.com/wp-content/uploads/2020/12/apeldoorn_jugendstil_deventerstraat_39.jpg
En dit ook:https://mainzerbeobachter.com/wp-content/uploads/2020/12/apeldoorn_jugendstil_hoofdstraat_137_5.jpg
@9: Geglazuurde tegeltableaus met gestileerde bloemen, boven en onder de vensters, is een typisch kenmerk van Jugenstil.
@10: Tweede pand (meer eclectisch met jugendstilelementen) heeft dat maar dit pand is echt neorenaissance::
https://mainzerbeobachter.com/wp-content/uploads/2020/12/apeldoorn_jugendstil_deventerstraat_39.jpg
En is dit jugendstil? :
https://mainzerbeobachter.com/wp-content/uploads/2020/12/apeldoorn_jugendstil_kerklaan_16.jpg
@11: Nee, beide panden zouden volgens mij niet binnen de Jugendstil vallen. Ook al zou het best kunnen dat ze in die periode (1885-1914) gebouwd zijn. Bij het pand De Apotheek zie ik wel tegeltjes boven de ramen, maar die hebben traditionele afbeeldingen. Echte Jugendstil is Hoofdstraat 131.
Wat Rigo Reus zegt.