We hebben een primeurtje vandaag. Hoewel komende dinsdag de officiële opening wordt verricht, kun je vandaag vanaf 12 uur in het Haagse Pulchri terecht voor de tentoonstelling ‘Beeldreflecties, De Nederlandse Kring van Beeldhouwers 100 jaar later’. Wij hebben een preview.
De Nederlandse Kring van Beeldhouwers (NKvB) bestaat 100 jaar. De bedoeling was dat te vieren met 100 kunstwerken van 100 kunstenaars, allen leden van de Kring. Het zijn er 91 geworden, die je tot 25 juni in Pulchri kan gaan zien.
Curator Jeroen Damen, die onder andere een sculptuurblog bijhoudt, is gevraagd zeven beelden uit de afgelopen 100 jaar te kiezen, die op een of ander wijze een belangrijke verandering in de beeldhouwkunst zichtbaar maken. De kunstenaars van de NKvB werd gevraagd zich door deze zgn. ‘signaalbeelden’ te laten inspireren.
Beeldhouwwerk is tegenwoordig veel meer dan alleen door hamer en beitel gemanipuleerd steen. Terecht heeft de NKvB het over ‘driedimensionale kunst’. Eigenlijk zou voor veel beeldhouwers de term ‘sculpturist’ of ‘vormgever’ beter van toepassing zijn.
En daar zijn er veel van in Nederland.
Veel meer dan de ruim 140 leden die de NKvB momenteel telt. We zijn 4 NKvB leden tegen gekomen op de Wikipedialijst van beeldhouwers. Die lijst is lang niet volledig want veel meer beeldhouwers, inclusief NKvB-leden zijn te zien in Beeldengalerij Het Depot (Wageningen), in de beeldentuinen van het Kröller-Müller Museum, kasteel Nijenhuis (behorend bij museum De Fundatie), ruïne Ravensteyn (Heenvliet) en beeldentuin Mariënheem.
Om maar eens een paar prachtige plekken vol beeldhouwunst te noemen. En niet te vergeten het fraaie Anningahof (Zwolle) en de vele kleinere beeldentuinen en galeries die door kunstenaars zelf geëxploiteerd worden.
Het museum Beelden aan Zee (Den Haag), waar ook het Sculptuurinstituut is gehuisvest, mag wel het expertmuseum voor beeldhouwwerk genoemd worden. Dus als u naar Pulchri afreist, probeer dan ook wat tijd voor Beelden aan Zee over te houden.
Het gaat dus goed met de beeldhouwkunst in Nederland. Het moet dan ook lastige klus voor Jeroen Damen zijn geweest een goede keuze te maken voor de zeven signaalbeelden. We lopen ze langs en maken dan de even lastige keuze uit de 91 nieuwe beelden een tegenhanger te zoeken.
Het eerste beeld dat curator Jeroen Damen koos, mag gezien worden als een hommage aan de oprichters van de NKvB. Tjipke Visser (1876-1955) was de eerste voorzitter. Van hem koos Damen het houtsnijwerk Blinde Bedelaar.
Tjipke Visser werd in Workum geboren. Een plaatsje dat maar liefst drie musea kent, waaronder het Jopie Huisman Museum. In de Grote of Sint-Gertrudiskerk is fraai houtsnijwerk van Visser te zien. Hier een van die beeldjes.
We kunnen meteen laten zien waarom het de moeite waard is de tentoonstelling te bezoeken. Het is altijd weer boeiend te zien hoe verschillend kunstenaars reageren op werk van anderen. We hebben hier al eerder geschreven over de ‘tentegenovertoonstelling’ waarin verrassende dwarsverbanden zichtbaar worden, of waarin eenzelfde inspiratiebron tot zeer verschillend werk kan leiden.
“De Levengever” van Gonda van der Zwaag is geïnspireerd op het signaalbeeld van Tjipke Visser.Ze schreef ons: “Dezelfde houding maar nu ruim 100 jaar later op een eigentijdse manier vormgegeven. Een man, bijna verstorven, heeft het nieuwe leven in z’n hand. De Valk, als God van het licht, kijkt toe en zal de dode ziel van de man begeleiden naar het hiernamaals.”
Gonda van der Zwaag – De Levengever.
Ook Louis Niënhuis gebruikte het beeld van Tijpke Visser als inspiratie. Hij schreef aan KoZ: “Mijn beeld is opgebouwd uit gekloofde stukken Amerikaans eiken waarmee ik a.h.w. het beeld heb geboetseerd. Het heeft als titel “De Gewone Man” omdat er een discrepantie is tussen de titel en het beeldhouwwerk.Te veel zaken/uitingen worden als ongewoon bestempeld terwijl ik vind dat ook deze een recht van bestaan verdienen.”
Louis Niënhuis – De Gewone Man.
Het tweede signaalbeeld is Monument voor een fusillade te Zijpersluis van Willem Reijers. Vlak na de Tweede Wereldoorlog organiseerde het NKvB een prijsvraag en een congres om tot een monument voor het Zeeuwse Renesse te komen. De ingestuurde ontwerpen werden tentoongesteld in het Stedelijk Museum Amsterdam. Veel van de inzenders kregen in de jaren daarna opdrachten om door hele het land monumenten te maken. Willem Reijers was een van hen.
Beedlhouwers kunnen dus helpen herinneren. Een thema dat past bij een jubileum. Aad Hoetjes reflecteert op verleden en toekomst: “Herleving in het kwadraat” bewijst hoe vervallen resten een schitterende toekomst kunnen krijgen door het ingrijpen van de kunstenaar. Gezwellen en wonden veranderden in sieraden en goudmijnen. De dode boom bevrijdt zich uit het keurslijf en begint te dansen. Toeschouwers komen zichzelf en collega’s aan alle kanten tegen.”
Aad Hoetjes – Herleving in het kwadraat.
Marcel van Zijp reageert met Stapelstructuur (hier in wording) op het kunstwerk zonder titel dat Ben Guntenaar in 1966 ontwierp voor de Rietveld Academie. Guntenaar was daar destijds docent beeldhouwen. Het nieuwe werk van Marcel van Zijp doet ook enigszins denken aan een ander werk van Ben Guntenaar, maar dat is niet verwonderlijk bij abstract geometrisch werk.
Ben Guntenaar – Verschuivingen, 1972.
Marcel van Zijp – Stapelstructuur (fotograaf Kees Nouws).
Het ‘Pleinbeeld’ van Carel Visser was de inspiratie voor het werk van Irma Horstman. Het gebogen staal en de blokken beton in “Pleinbeeld” van Carel Visser heeft ze vertaald naar de vormen in haar eigen werk.
Carel Visser – Pleinbeeld, 1998.
Irma Horstman – “She takes care of her little brother….. doesn’t she?”
Hester Pilz vind inspiratie bij Maria Roosen. Hester Pilz motiveerde dat aldus: “Ik vind altijd dat ik veel kan leren van andere kunstenaars, van een denk- en werkwijze die anders is dan de mijne. Vandaar de titel: Leer mij, Maria. In het beeld krijgt een schoolbankje vleugels.”
Maria Roosen – Boomsieraad, 2008 (Apeldoorn, Sprengerpark).
Hester Pilz – Leer mij, Maria.
Ook Riëlle Beekmans sluit aan bij Maria Roosen om de jarige NKvB te feliciteren.
Riëlle Beekmans – Verjaardagstaart.
We laten de resterende twee signaalbeelden nu buiten beschouwing, want u moet het natuurlijk allemaal zelf gaan zien in Pulchri.
Jeroen Damen vermeldde ook nog de Ode aan Marten Toonder van de Artoonisten, een Rotterdamse kunstenaarsgroep bestaande uit Hans van Bentem, Luuk Bode, DJ Chantelle (Boris van Berkum) en Pepijn van den Nieuwendijk. En de tentoonstelling ‘De eerste steen”met Tim Breukers en Andreas Arndt in museum De Pont, 2016. Een verslag van die tentoonstelling is nog te lezen op het weblog van kunstenaar Kees Koomen. Meer foto’s ook op Trendbeheer.
Natuurlijk is de keuze van Damen arbitrair. Er zijn immers veel meer betekenisvolle beeldhouwers en beelden. Van Mari Andriessen met zijn imposante Dokwerker tot de Mikkel van Tom Claassen. Van ‘De redder’ van Charlotte van Pallandt tot de ‘Tuin van Fibonacci’ van Tine van de Weyer.
Ze zeggen allemaal iets over de staat van het Nederlandse beeldhouwwerk. En dat staat er uitstekend bij.
Edit 9:22 u.: De komende 2 weken is uw vaste KoZ redacteur afwezig. Uitrusten, bijtanken en inspiratie opdoen.
Reacties (3)
En een (kunst-) bezoekje aan Den Haag kan dan worden gecombineerd met https://www.gemeentemuseum.nl/nl/tentoonstellingen/art-nouveau-nederland
Weer een mooie bijdrage!
Dat je een mooi “tankstation” mag vinden met “prettige” brandstof :-)
Dat komt mooi uit. Na de aanstaande beeldenstorm moet er natuurlijk wel wat voor in de plaats komen.