Je baas gaat met je mee het stemhokje in

ONDERZOEK - door Agnes Akkerman, Katerina Manevska, Antonia Stanojevic

Conflicten met leidinggevenden hebben verstrekkende gevolgen in de privésfeer. Ze kunnen zelfs een weerslag krijgen in politiek zwart-witdenken, waar populistische partijen op inspelen.

Dat je baas je politieke voorkeur kan beïnvloeden, lijkt misschien vergezocht. Maar wie laat na werktijd zijn baas altijd achter op het werk? Als alles koek en ei is tussen jou en je leidinggevende is het wellicht eenvoudig om thuis afstand te nemen van het werk. Wanneer je gedoe hebt met je baas, kan dit wel eens een stuk lastiger zijn.

Bekend is dat mensen werkstress en arbeidsconflicten niet bij de poort van kantoor laten staan, maar meenemen naar huis.

Uit eerder onderzoek blijkt dat dit de relatie met de partner negatief kan beïnvloeden, samenhangt met huiselijk geweld en kan leiden tot een toename van alcoholgebruik. Minder bekend is dat een conflict met je leidinggevende samenhangt met politieke voorkeuren.

De schakel tussen werk en politiek: mondigheid

Voor het begrijpen van deze samenhang, kijken we naar een cruciale schakel tussen werk en politiek: namelijk de mondigheid van werknemers. Bij mondigheid gaat het om het opkomen voor de eigen belangen of die van de groep waartoe iemand behoort. Dat kan in een groep, of individueel, als lid van een vertegenwoordigend orgaan, zoals de vakbond of de OR, of op persoonlijke titel. Concreet gaat het om het aankaarten van problemen of kwesties bij de leidinggevende of de werkgever, zoals te hoge werkdruk, onveilige situaties, intimidatie, of het niet naleven van bepalingen in de cao.

Meestal wordt mondigheid alleen begrepen in de context van het werk. Maar als er een link is tussen werk en politiek gedrag, dan ligt in de mondigheid als werknemer een belangrijke sleutel voor het begrijpen van de mondigheid en dus het politieke gedrag van burgers. Het opkomen voor je belangen op het werk is een vormende sociale interactie: het leert wat werkt en wat niet werkt, en hoe er op mondigheid gereageerd wordt.

Reactie van de baas

Op de meeste werkplekken in Nederland ondervinden werknemers over het algemeen steun van hun leidinggevende als zij problemen aankaarten. Dit geldt zeker voor werkenden met duurzame arbeidsrelaties. Het overgrote deel van de werkenden die problemen aankaart bij de leidinggevende ervaart een positieve reactie: de leidinggevende helpt het probleem op te lossen, of kan een goede uitleg geven voor het uitblijven van een oplossing.

Ongeveer dertig procent ervaart een andere reactie en wordt genegeerd, het zwijgen opgelegd of zelfs bestraft voor de mondigheid. Bijvoorbeeld met een slechte beoordeling, ongunstige inroostering, lastige taken, of het niet verlengen van een tijdelijk contract.

Zwart-wit denken als copingsmechanisme

Het negeren, monddoodmaken en bestraft worden zijn onaangename ervaringen die bedreigend kunnen zijn en tot stress leiden. Ze creëren bovendien een situatie waaruit iemand meestal niet direct kan ontsnappen. Het vinden van ander, vergelijkbaar werk kost nu eenmaal tijd.

Psychologisch onderzoek leert dat een manier om om te gaan met zulke stressvolle, als onrechtvaardig ervaren situaties het zogenaamde splitting of zwart-wit denken is. Bij dit copingsmechanisme wordt alles aan degene die de stress veroorzaakt negatief gewaardeerd: voortaan is alles wat de baas doet of zegt ‘verdacht’ en ‘slecht’.

Tegelijkertijd ziet de werkende het eigen doen en laten (en eventueel ook dat van de collega’s) als integer, oprecht en goed. Er ontstaat een beeld van de slechte baas/werkgever die tegenover de goede, rechtschapen werknemers staat, en dat van de machtige autoritaire werkgever die niet luistert naar de oprechte onderdrukte werkende.

Politiek zwart-wit denken

Teleurstellende ervaringen met politieke beloften, uitkomsten en politieke autoriteiten (zoals bijvoorbeeld de regering) kunnen eenzelfde copingsmechanisme oproepen. Populistische partijen doen juist een appel op dit zwart-witdenken: het goede oprechte volk en de corrupte, verdachte (politieke) elite. Werkenden herkennen hierin een succesvol coopingsmechanisme voor een teleurstellende en stressvolle omgang met gezagsrelaties op het werk. Mensen die recentelijk, dat wil zeggen korter dan drie jaar geleden, een negatieve ervaring met mondigheid hebben meegemaakt stemmen gemiddeld vaker op een populistische partij, ook nadat statistische gecontroleerd is voor opleidingsniveau, contracttype en beroep en demografische kenmerken.

Niet iedereen reageert echter zo op het onderdrukken van mondigheid. Mensen verschillen in de mate waarin ze vinden dat machtsverschillen acceptabel zijn op het werk en in de maatschappij. Juist bij mensen die grote machtsverschillen onrechtvaardig vinden, gaat onderdrukking van mondigheid op het werk samen met politiek zwart-wit denken, en dus een voorkeur voor populistische partijen.


Dit artikel verscheen eerder op Sociale Vraagstukken.
Agnes Akkerman is hoogleraar Arbeidsmarktinstituties en arbeidsrelaties; Katerina Manevska is postdoctoraal onderzoeker arbeidsrelaties, interetnische relaties en politieke verandering en Antonia Stanojevic is promovenda social and political psychology, allen bij de afdeling Economie van de Radboud Universiteit Nijmegen.

Reacties (1)

#1 beugwant

Laatste alinea:

Juist bij mensen die grote machtsverschillen onrechtvaardig vinden

Zijn die machtsverschillen zo groot, of worden ze als (te) groot (en daardoor onrechtvaardig) ervaren?