Steden zijn producenten van identiteit en identiteit en integratie zijn verbonden begrippen. Steden zijn ook segregatiemachines, zoals Adri Duivesteyn ooit beweerde in zijn kritiek op de Vinexwijken. De combinatie van de begrippen integratie en stedelijke ontwikkeling heeft wel iets opwindends. Maar wat is precies de verbinding?
In 2009 organiseerde Forum een symposium voor sociale wetenschappers en ontwerpers, met de titel van de nu uitgebrachte bundel Integratie en de Metropool: Perspectieven voor 2040. Een bundel bijdragen op een symposium is niet altijd vrolijk stemmende lectuur. Een symposium wordt vaak losjes samengesteld: uiteenlopende visies, de toehoorders mogen er zelf soep van koken. Dat gebeurt ook wel, in wandelgangen, in confrontaties en in discussies. Maar als je de sfeer en de lichaamstaal er niet bij hebt, valt de samenhang soms wat tegen.
Deze bundel heeft dit probleem niet: de inhoudelijke balans is redelijk in orde, de benaderingen zijn verschillend maar goed te volgen. Dat maakt het tot een boeiend boekje dat meer is dan de som der delen.
Bijdragen zijn afkomstig van stads-sociologen en ontwerpers. Ook een actieve politicus levert een bijdrage. Het gaat om René Frissen en Sadik Harchaoui (redactie), Cihan Bugdaci en Ergün Erkoçu,(ontwerpers) Willem Schinkel,(socioloog) Peter Nijkamp, (economisch geograaf) Hans Boutellier(sociaal-psycholoog), Paul Diederen en Theo Hauben (architecten), Liesbeth van der Pol (rijksbouwmeester), Frans Timmermans (PvdA kamerlid), Paul Frissen (politicoloog), Erwin Jans (dramaturg), Rene Foqué (filosoof). Dat is een lijst die past bij de begrippen-combinatie in de titel. Niet altijd raakte ik getroffen door een redenering of aanpak. Maar dat is niet erg, omdat de meeste bijdragen de moeite waard zijn en te denken geven.
Ik geef een voorbeeld: “Migratie moet niet langer alleen ‘geframed’ worden als integratievraagstuk, maar als sociaal economische kwestie”. (p.22) Ja, jongens, dat lijkt mij nou ook. Maar of je daar nu veel over moet vertellen? Ik vind het nogal voor de hand liggen.
Boeiend vind ik de knorrigheid waarmee Willem Schinkel het woord [integratie] behandelt: tussen die vierkante haken, omdat het zo’n rot begrip is. Autochtonen hebben dispensatie van integratie en etniciteit, schrijft hij: ze hoeven niet te integreren en zijn ‘dus’ een onproblematisch deel van de samenleving. Ze hebben ook geen etniciteit, want dat is een ‘markering van andersheid’. Het is een begrip dat vooral voor sociale uitsluiting dienstig is. We doen elkaar wat aan met onnadenkend gebruik van dit soort politieke begrippen, die niet beschrijven, maar verwijzen naar een gewenste toestand. (p.45)
Nijkamp (economisch geograaf) lijkt voor culturele diversiteit zonder politieke planning te zijn: “e pluribus magnum”, uit diversiteit komt iets groots voort. Daar geloof ik ook heilig in. Maar de conclusie dat grote steden een belangrijke bron van economische groei waren en zullen blijven, is dan wel weer een beetje mager. (p.69) Als de wereld voor meer dan helft in steden woont, ligt die conclusie nogal voor de hand.
Boutellier probeert een korte introductie op Castells (Spaans socioloog, die zijn werk over de stad combineert met analyses over de ICT-revolutie) uit, die inspireert en intrigeert: ”Our societies are constituted by the interaction between the “net” and “the self”, between the network society and the power of identity.” (p.74)
Het probleem zit bij mij in het begrip identity: identiteit is een basis waarop insluiting en uitsluiting plaats vindt: moeten we toe naar identiteitbevestigende gemeenschappen? Het begrip is van Boutellier. Ik heb daar mijn twijfels over. Ook zwakke verbanden tussen mensen kunnen werken. Toen ik in Amsterdam woonde, voelde ik me Amsterdammer, maar ben je dan lid van een identiteitbevestigende gemeenschap? Ik zie liever wereldburgers om mij heen, die op vele manieren zijn in te delen, die verbonden zijn met meerdere collectiviteiten. Van het hebben van meer paspoorten of een gemengde etniciteit wordt iemand interessanter.
Plezier heb ik beleefd aan het betoog van Paul Frissen, die schrijft: “Als integratie dus iets betekent, is het een apolitiek verlangen naar gemeenschap en verbondenheid.” (p.119) Hij heeft daar moeite mee, omdat de pluralistische samenleving die wij willen zijn hiermee onder druk wordt gezet: “De culturalisering van migratie- en integratiepolitiek heeft een splijtend discours over waarden te weeg gebracht – splijtend omdat het een consensus over waarden veronderstelt dan wel ambieert die in een pluralistische samenleving niet te realiseren is. Dat is het apolitieke en uiteindelijk antipolitieke karakter van een discours over eenheid, homogeniteit en integratie.” (p.127) Daar word ik nou vrolijk van: Frissen wordt een geharnast voorstander van het pluralisme.Dat leidt tot lapidaire zinnetjes als: “Gelijkheid is dus het gelijke recht op verschil.” (p.127)
En dan de ontwerpers; zij moeten nauwkeurig ontwerpen, zegt rijksbouwmeester Van der Pol, niet met het doel te “verheffen”, maar met het doel niemand uit te sluiten en iedereen van dienst te zijn. (p.94) Met het bezwaar tegen dat verheffen gooit zij in een elegant zinnetje de sociale woningbouw weg: de aardappels en de kolen, opgeborgen in de doucheruimte. Toch is dat “verheffen” succesvoller geweest dan de spot doet vermoeden. Dat de ontwerper iedereen van dienst moet zijn is een lieve formulering.
Een stad behoort bewust onafgemaakt te zijn, want dat geeft ruimte aan culturele diversiteit, zeggen Bugdaci en Erkoçu: de bouwregels zouden hierop aangepast moeten zijn. Zij illustreren dat met de Amerikaanse normering, die dubbele bebouwing toestaat op een kavel, mits de naastliggende dan wordt vrijgehouden. Dat levert spannende variatie op. Ik vraag me af wat dat betekent voor de bouwregels: zoals het in de Bijlmermeer was? Daar was door rigide bouwregels flexibiliteit overgebleven om iets beters te maken. Of meer de simpele blokverkaveling in Berlijn?
Over de openbare ruimte zijn illustraties opgenomen. Wat ik daar mis, vooral in de bijdrage van de Rijksbouwmeester, is de menging van stedelijke functies. Als je op Kreta naar het paleis van koning Minos gaat kijken zie je daar in een gebouw een theater (cultuur), een gebedsruimte (religie), een spreekkamer des konings (openbaar bestuur), een voorraadruimte voor landbouwproducten (economie en handel). De oude Grieken hadden al eeuwen gelden door hoe je de stedelijke centrumfuncties moest verweven. Wat we met elkaar doen in de grote steden moet zorgvuldig worden verknoopt en gemengd. Als je elkaar ontmoet en met elkaar te maken hebt, verdwijnt het bedreigende van het vreemde. De ‘gated communities’ zijn een contradictie: als je woont achter je eigen hek, dan heb je geen community.
Wat leert de lezer van deze en andere bijdragen? Misschien dat de stedelijke economische ontwikkeling een hoofdrol speelt in de sociaal-culturele vragen rond migratie en integratie. Arbeiders komen niet hier om werkloos en illegaal te zijn. Dat de vormgeving van de openbare ruimte bij integratie een rol van betekenis heeft. Dat de taal onze positie sterk bepaalt: integratie is een probleem, is onzuiverheid. Maar is het probleem niet veeleer dat de sociale onderkant zich concentreert in de ongeliefde wijken?
Forum heeft met het symposium en deze bundel voeding gegeven aan het scherper denken en analyseren: waarover spreken wij als het gaat over migranten, hoofddoekjes, stedelijke probleemwijken? Dat is precies wat Forum moet doen.
En bewuste burgers van dit land, moeten nadenken over de sociale problemen die wij op weg naar 2040 het hoofd moeten bieden. Het is geen sluitend beeld, geen theorie, maar het doet denken.
Het is een spannende bundel: aantal sterren 5. Kopen dus.
Reacties (22)
die bijdragen uit dat boekje klinken als het oude wensdenken van we zijn allemaal wereldburgers en diversiteit is mooi.
De werkelijkheid is dat grote Europese steden in de afgelopen 25 jaar ghetto’s hebben laten ontstaan met kansarmen uit niet Westerse samenlevingen met alle gevolgen van dien.
Ga eens kijken in dit soort wijken in London of Parijs, en zie de armoede, verloedering en criminaliteit. Hoe kun je dit nog verdedigen met begrippen als diversiteit en wat voor groots is hier uit voort gekomen? Waarbij wel moet worden opgemerkt dat Nederland er nog relatief gunstig uitspringt. Natuurlijk zijn er altijd achterstandwijken geweest maar de immigratie heeft het stukken erger gemaakt. Europa had ooit een voorsprong op de VS omdat we veel minder te maken hadden met ghetto’s vol niet geintegreerde minderheden. Nu hebben we hetzelfde probleem, en volledig zelf veroorzaakt. En ik vrees dat we daardoor een ander sterk punt van Europa, een veel hechtere samenleving met solidariteit, aan het verliezen zijn. Net als in de VS zal het leiden tot polarisatie en ontwrichting van de samenleving, met steeds minder solidariteit. Waarom zou je belasting betalen voor mensen van een andere cultuur waar je niets mee hebt? Het wordt ieder voor zich zoals in de VS. Dat is een rechtstreeks gevolg van de hierboven geroemde pluralistische samenleving. Je zou denken dat linkse mensen zich daar toch zorgen over maken. Hun model van solidariteit werkt alleen in een cultureel hechte samenleving.
Bizarre ontwikkeling van D66-liberaal tot volksnationalist heb je doorgemaakt @KB.
Europa had ooit een voorsprong op de VS omdat we veel minder te maken hadden met ghetto’s vol niet geintegreerde minderheden.
Nouja, die hebben we op een gegeven moment vergast natuurlijk. :p
@1: ik probeer lichtvoetig te bespreken wat overdacht moet worden. Helpt het als ik over massa-immigratie spreek? Natuurlijk heb ik de wijken in Parijs ook gezien en de armoede geproefd.
Maar honderd jaar geleden kwam een professor uit de USA mij al vertellen dat zijn land een migrantenland van louter minderheden was.
Ik heb het ook over de oude Grieken. Als cultuur je probleem is: op Kreta was er maar één en toch sloegen ze elkaar ook toen effectief de hersens in. Wat helpt is het met elkaar te maken hebben een beetje organiseren, door b.v. de inrichting van je stad.
@2: JSK, toch. Ik las een serieus boekje met allerlei zinvolle bijdragen en overwegingen. Dan heeft schelden toch geen zin? Je doet weinig minder dan dat.
Ik vind het thema de moeite: hoe kunnen we samen leven met allerlei verschillende mensen, in rijkdom, in kleur, in achtergrond en cultuur?
KB mag zeggen dat hij geen vreemdelingen wil zien; dat lijkt me een belgische oplossing want ze komen gewoon. Het is geen serieuze bijdrage aan wat dan ook; maar jouw verwijzing naar vergassen is dat evenmin.
@3: Waar scheld ik? Wijs het aan dan kan ik het corrigeren…
Het is geen serieuze bijdrage aan wat dan ook; maar jouw verwijzing naar vergassen is dat evenmin.
Dat is het dus wel. Ik besef dat het een taboe is, maar sinds Fortuijn “MAG IK ZEGGEN WAT IK VIND”. KB heeft het over een tijd in het verleden waarin men op het Europese continent in harmonie en solidariteit met elkaar leefde.
Ik betwist dat: er is vrijwel altijd “gedoe met minderheden” geweest.
@4: ik heb je openingszin weinig minder dan schelden genoemd. Als je wilt communiceren kun je dat beter niet doen.
KB heeft het over een fantasiewereld, waarin niet werd verhuisd en iedereen in vrede en culturele harmonie leefde. Die heeft nooit bestaan. Dat betwist je terecht.
Maar door te praten over “wij” en “vergassen”, hoeft niemand meer ergens over na te denken, maar kan de emotiekraan open.
@5: Dus ik scheld niet maar ik moet uitkijken dan ik niet de “weinig minder dan schelden”-grens overschrijd. Goh daar heb ik nu net even heel veel zin in.
Maar door te praten over “wij” en “vergassen”, hoeft niemand meer ergens over na te denken, maar kan de emotiekraan open.
Hij heeft het over wij! En hoe moet ik de holocaust (toch niet een onbelangrijk deel van de Europese geschiedenis) anders moeten? Massale euthanasering? Ja dat is lekker zeg… volgens mij wil jij nuance omwille van de nuance. Daar ga ik niet in mee. KB doet een boude stelling (allochtonen zijn ons ongeluk) ik doe een boude stelling terug. That’s it.
@5: Voor wat het waard is: zo (#4) vatte ik het inderdaad ook op. De goede-ouwe-tijd waarvan wij op allerlei gebieden alleen maar net doen alsof ie ooit bestaan heeft is ook hier nogal primair, als iemand denkt te stellen dat Europa minder vatbaar was voor minderheids-spanningen terwijl de allergrootste minderheids-spanning waar sindsdien al dergelijke spanningen aan afgemeten worden bijzonder Europees was.
De “emoticon” is wellicht wat ongelukkig daar waar ie al snel verward wordt met een “smilie” maar het gegeven an sich mag gerust wat commentaar uitlokken lijkt me.
Wat JSK zegt. ‘Wij’ zijn nogal kort en selectief van geheugen.
Het probleem is halfslachtigheid bij de ontvangende partij. Die ontstaat door gebrek aan middelen, politieke verdeeldheid, en gemakzucht. We hebben eind zestig/begin zeventig een pamper-beleid ingezet, gebaseerd op de heersende mentaliteit, het idee dat de economische groei van die dagen tot het einde der tijden zou duren en sociologische modellen die direct vertaald waren uit de VS, waar een heel andere situatie heerste.
JSK: ik weet niet waar je het vandaan haalt, maar ben nooit een D66 liberaal geweest.
Ik ben niet tegen immigratie, ik ben voor beheerste immigratie met strenge selectie (en ik betwist dat we migranten niet kunnen tegenhouden) en assimilatie.
En ik ben voor solidariteit, een links standpunt, maar ik stip alleen maar aan dat ongebreidelde immigratie solidariteit ondergraaft. Je kunt niet beide hebben.
En ik erken dat Europa problemen had, lees wat ik schreef, maar dat doet niets af aan de fouten die we nu maken.
Ik heb de indruk dat de VS voor jou een voorbeeld is, voor mij echter steeds meer een voorbeeld hoe het niet moet.
Ik zou willen dat ik zou kunnen geloven wat Tom van Doormaal beschrijft als: ”hoe kunnen we samen leven met allerlei verschillende mensen, in rijkdom, in kleur, in achtergrond en cultuur?”
Maar de historie leert ons dat een pluralistische samenleving eerder tot geweld leidt dan een harmonieus samenleven.
Ik ben trouwens een voorstander van de EU, maar het zal al een hele opgave worden om daar iets van een gedeelde identiteit te maken. Zonder die identiteit zal de EU uiteen vallen.
En is de kans op nieuwe conflicten groot. Geen enkele samenleving blijft bijeen zonder gedeelde identiteit naar mijn mening. Noem het volksnationalistisch, ik vind het gewoon een realistisch standpunt. Gebaseerd op de menselijke natuur.
Tom van Doormaal:
”Ik zie liever wereldburgers om mij heen, die op vele manieren zijn in te delen, die verbonden zijn met meerdere collectiviteiten.”
Ik merk op dat als je schrijft dat je liever wereldburgers ziet, je ook een identiteit beschrijft. ”Wereldburgers” zijn net zo goed een (sub)cultuur met bepaalde kenmerken en opvattingen als zeg limburgers of gereformeerden.
Dus als jij je wereldburger voelt, sluit je ook mensen uit.
Wereldburgers zijn als het goed is geen subcultuur, zij zijn juist de vrije individuen die zich onttrekken aan subculturen. En die voor contacten met alle subculturen openstaan.
Deed iedereen dat maar.
Mwoa, daar heeft KB wel een punt. Wereldburgers kun je goed als een subcultuur beschouwen. In veel onderzoeken over wereldbeelden blijkt ook dat deze groep hele specifieke sociaal-economische kenmerken heeft.
Altijd leuk om zo’n wereldburger in het verre buitenland tegen te komen nadat ie – ondanks zijn goede bedoelingen – tot op zijn onderbroek is gestript
Niet iedereen bezoekt meteen een prostituee in het verre buitenland, sickbock.
Maar de historie leert ons dat een pluralistische samenleving eerder tot geweld leidt dan een harmonieus samenleven.
Zoek de fout / de KB. Hint: “harmonieus samenleven” leidt per definitie tot minder geweld; niet “harmonieus” maar “monistisch” is het tegengestelde van pluralistisch.
dat doe je alleen als je op een koopje wil Rene… = zielugh!
@Olav;
‘We are all individuals!’
‘No I’m not.’
@sikbock; Dat moet je me toch eens uitleggen – volgieten in een bar is duurder ofzo ?
Ik heb mij laten vertellen dat je in NL zo 1000 piekkies kwijt bent voor een avondje vertier.. maar dan krijg je ook een russische vrouwelijke arts die alles van anatomie weet (en gratis champagne)..
@KB:
Ik heb de indruk dat de VS voor jou een voorbeeld is, voor mij echter steeds meer een voorbeeld hoe het niet moet.
(…)
Maar de historie leert ons dat een pluralistische samenleving eerder tot geweld leidt dan een harmonieus samenleven.
Hmm. De geschiedenis leert mij dat vooral het afdwingen van een homogene samenleving leidt tot (heel veel) geweld. In ieder geval tot meer geweld dan in de door jouw verfoeide Verenigde Staten.
Je hebt gelijk dat de V.S. voor mij een voorbeeld is. Als de prijs van solidariteit is dat er geen ruimte is voor afwijkende meningen, religies en uiterlijkheden, dan maar geen solidariteit. Tolerantie is voor mij een waarde die belangrijker is dan solidariteit.
Overigens betwist ik dat multiculturalisme in het bijzonder de solidariteit vermindert. Ik ben het met je eens dat er een trade-off bestaat, zeker op korte termijn. Maar zaken als binnenlandse migratie en regionale ontvolking, de-industrialisatie, liberalisering van overheidsdiensten en het verplaatsen van bedrijvigheid naar het buitenland zijn ook allemaal solidariteit-ondermijnende fenomenen. Heel apart dat de monoculturalisme zelden daarin tegen het verweer komen.
Wat mij betreft bedoel je “uniformiteit” waar je “solidariteit” zegt.
Ik wantrouw politiek die is gebaseerd op het hebben, definiëren en cultiveren van identiteit. Waarom? Ik denk omdat ik geboren ben aan het einde van W.O. 2.
Iedereen mag van mij denken dat migratie kan worden tegengehouden. Maar als de mogelijkheden om de ongelijkheid in de wereld tegen te gaan toenemen, dan is dat het geloof in sprookjes.
Vraag het eens na op Lampedusa!
Los daarvan: het probleem ligt veel dichter bij, in de centra in wijken waar de gekleurde have-nots zijn geconcentreerd. Dat is waar de metropool mee te maken heeft; maar geen ideoloog die deze boodschap las! Ik gun iedereen zijn eigen wereldbeeld, maar ik zou daar graag eens door heen breken.