Vandaag een gastbijdrage van Bart Luirink, hoofdredacteur van ZAM Africa Magazine. Het stuk verscheen ook op RNW
In een nieuw boek dat half oktober verscheen zou Nelson Mandela te weinig van zichzelf prijsgeven. Maar er is nog maar weinig dat we niet van de Zuid-Afrikaanse leider weten. We moeten daarom vooral op zoek naar de essentie van zijn ideēen. Hoe bestaat het dat Mandela’s misstappen geen afbreuk doen aan de iconisering van deze Afrikaanse leider? Waarom krijgt een boek dat zijn diepste zieleroerselen blootlegt het verwijt ‘te weinig persoonlijk’ te zijn?
Het zijn de vragen die bij me opkomen na lezing van In gesprek met mijzelf, het door medewerkers samengestelde egodocument van Nelson Mandela. Tekortkomingen waren er in de carriere van Mandela genoeg. Nog recentelijk fronsten we de wenkbrauwen bij een foto waarop de Liberiaanse leider Charles Taylor aan de dis bij Mandela thuis te zien was, naast Naomi Campbell bij wie de huidige prime suspect van het Internationaal Strafhof in Den Haag, na het diner een bloeddiamantje liet bezorgen. Mandela’s oproep, begin jaren negentig, om aan veertienjarigen in zijn land stemrecht te gunnen, was ongelukkig. Dat hij in het begin van zijn presidentschap de bestrijding van aids overliet aan zijn adjunct Mbeki, die niet in het bestaan van hiv geloofde, was meer dan een faux pas.
Deze kwesties komen in het boek niet of nauwelijks aan de orde. Maar daarmee zijn ze nog niet onder het tapijt geveegd. Zijn voorstel tot kinderstemrecht trok Mandela al snel publiekelijk in. Ook moet de oud-president er zich van bewust zijn geweest dat er aan Taylor een luchtje zat. Graca Machel, Mandela’s derde echtgenote, waarschuwde Campbell nog tijdens het etentje om uit zijn buurt te blijven. Voor de aanvankelijke passiviteit ten aanzien van aids heeft Mandela in de afgelopen jaren menigmaal het boetekleed aangetrokken. Er zijn weinig leiders die met zoveel kritische zelfreflectie op hun eigen verleden terugkijken. Tony Blair kan er een puntje aan zuigen. Kijk naar Mandela: wie zijn falen en tekortkomingen ruiterlijk toegeeft, wint aan aanzien.
Dat geldt al evenzeer voor de persoonlijke ontboezemingen die, hoe pijnlijk soms ook, Mandela juist weer menselijker maken. Young Mandela, een portret van zijn vroege jaren dat in de zomer verscheen, vermeldt dat de ANC-leider in de jaren vijftig een zoon verwekte bij medestrijdster Ruth Mompathi. Mandela’s Foundation, die het boek voor publicatie inzag en een ontmoeting van de auteur met zijn onderwerp arrangeerde, ondernam geen pogingen om deze onthulling toe te dekken of te ontkennen. Mandela’s boek bevat talloze brieven aan Winnie, kinderen en vrienden die getuigen van de immense wanhoop die de krachtige leider, de man van het ultieme doorzettingsvermogen, in gevangenschap voelde. Al even openhartig, en met opmerkelijk veel begrip, gaat Mandela in op vragen van zijn biograaf over Winnie’s relaties met andere mannen gedurende zijn gevangenschap. Een gesprek hierover is in het nu verschenen boek afgedrukt.
Toch klinkt er dat verwijt dat Mandela te weinig van zichzelf laat zien, bijvoorbeeld als het gaat om zijn begin jaren negentig misgelopen huwelijk met Winnie. Maar Mandela legde voor de rechter juist een uitvoerige en zeer gedetailleerde verklaring af over Winnie’s buitenechtelijke affaire die ze na zijn vrijlating voortzette, haar koopzieke gedrag en vooral haar veelvuldige afwezigheid. De opsomming vervulde me met een gevoel van plaatsvervangende schaamte.
Er is eigenlijk weinig over Mandela’s priveleven waarvan we inmiddels geen kennis hebben kunnen nemen. Wat zou het mooi zijn als nu de aandacht verlegd zou worden naar de betekenis van het gedachtengoed van gevangene 46664 – voor Zuid-Afrika, voor het continent en de wereld. Want zo gaat dat met iconen, zie Ghandi en Martin Luther King. Naarmate het einde dichterbij komt, neemt de belangstelling voor hun diepste drijfveren en visie toe. Wat Mandela betreft zou het mooi zijn als die zoektocht beeldvorming als Verzoener en Verlosser oversteeg. Dan kan er aandacht komen voor het belang van collectiviteit, een aanpak die aan de bron van Mandela’s handelen ligt: niet de eenling, maar het collectief brengt uitkomst. Die samenwerking is er soms ook met voormalige vijanden, niet als een uitdrukking van amnesie of doorgeslagen verzoeningsgezindheid, maar uit noodzaak. Want praten, zo leert Mandela, doe je vooral met je vijanden.
Bart Luirink is hoofdredacteur van ZAM Africa Magazine en samensteller van Voor Mandela, Verhalen en Voetnoten bij zijn negentigste verjaardag (2008, Uitgeverij Mets & Schilt) Deze column verscheen op 20 oktober op www.rnw.nl
Reacties (2)
Een goede revolutie leider is zelden een goede bestuurder.
Mandela is naast mens natuurlijk ook icoon. Desalniettemin is er inderdaad nog steeds veel van de mens/politicus te leren, namelijk die kritische zelfreflectie en het praten met je vijanden. De icoon is inmiddels haast zijn zeggingskracht verloren.