COLUMN - Aan de Oosterzij, nummer 12, heeft zich een planoloog gevestigd, Erik van Breemen tot Groot Koerkamp. ‘Ja, die naam komt van mijn ouders. Oude adel. En ik mag eigenlijk Jhr. voor mijn naam zetten, maar ik vind dat altijd zo aanstellerig, en ouderwets, iets van het verleden. En ik ben juist een man van de toekomst, daar hou ik mij mee bezig en daar maak ik me, wat betreft Dirkswoud, ook ernstige zorgen over. Kort gezegd: In deze vorm zie ik überhaupt geen toekomst voor Dirkswoud. Er zal snel ingegrepen moeten worden om dit dorp in de huidige vorm te behouden. Ik ben hier ook gekomen om de bevolking te informeren maar ook te alarmeren en tot actie aan te zetten. Er is geen tijd te verliezen.’
De heer Van Breemen tot Groot Koerkamp knipt zijn laptop aan. ‘Kijk, hier zien we de waterstanden en de stroomsnelheden van de hoofdvaarten. In 2020 werd hier nog een snelheid van 7 kilometer per uur gemeten. En hier ziet u de huidige stand van zaken: het water miezert hier met net één kilometer per uur onder de Robert Ankerbrug door. En de beschoeiing komt steeds verder droog te staan. De bodem komt in zicht. Deze ontwikkeling van het zakkende water is dramatisch voor de bollenboeren, onze kerncentrale De Vaandeldrager, de scheepvaart, de sedimenthuishouding, het drinkwater en Dirkswoud zelf dus. Want gelijk hiermee zinkt Dirkswoud gestaag, uh, de grond in, naar beneden.’
De heer Van Breemen tot Groot Koerkamp knipt een ander venster open en vervolgt. ‘Wat wij nodig hebben is een masterplan. Een weg die ons veilig uit deze dreigende situatie leidt, naar vaste grond en snelstromende vlieten zogezegd. Er is behoefte aan watermanagement. Wat ik heb bedacht is dit: we verhogen de bodems van de vaarten. We krikken ze op of we vullen ze bij met grint, één van beiden. De hoogwaterstanden in de vaarten moeten omlaag en de laagwaterstanden omhoog. We moeten af van het uitdiepen, dat is het verleden.’
‘De hydrodynamiek moet verbeterd. ‘Vaart Maken’ heb ik mijn masterplan genoemd. En daarin komen de woorden essentieel, significant en cruciaal alarmerend vaak voor. Het woord Winterbed vind ik persoonlijk veel mooier, maar ik zet mijzelf als stuurman aan de kant bij dit project, hahaha. Ik wil toe naar zogenaamde ‘slimme vaarten’, die zich aanpassen aan het klimaat en aan bepaalde wensen: we willen allemaal wel schaatsen op de Noordervaart nietwaar? Misschien moeten we niet vasthouden aan die vaarten, misschien moeten we juist toe naar cavernes onder Dirkswoud. En dat we dan het hele dorp kunnen verheffen. Waarmee de cavernes gevuld kunnen worden voor dat doel, is nog in ontwikkeling. Maar te denken valt aan stikstof, ik noem maar wat.’
‘Als geboren jonkheer voel ik altijd wel de verantwoordelijkheid van het rentmeesterschap op mijn schouders rusten. Ik kan dit niet zomaar aanzien en laten gaan. Daarom is er morgenavond een fundraising in café Amperzat, want ja, gratis krijgen we dit niet voor mekaar’.
***
Ben Hoogeboom schreef voor Sargasso, nurksmagazine en voor zichzelf. Hij had het dorp Dirkswoud bedacht. Hij had de geschiedenis van Dirkswoud bedacht, hij had het dorp een stratenplan gegeven, een pastoor, markante middenstanders, een voetbalclub – wat je maar kon bedenken. En dat alles in een jaloersmakende, puntgave stijl. En ik hield zo van dat dorp. Van de Noordzijde, de Fourniturenzaak van Nellie Daas. En ik kon er slecht tegen dat met Ben ook Dirkswoud zou verdwijnen. Dus af en toe dwaal ik nog even langs de Noordzijde, de Zuidzijde en breng een bezoek aan de St. Clara Kerk.