Wie zijn kinderen tegen de media wil beschermen, kan beter stoppen met twitteren.
Femke Halsema hield deze week een toespraak ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Raad voor de Journalistiek. Het Nederlandse journaille kreeg hier en daar een pluim, maar er was ook kritiek over de huidige staat van de media. Ze hekelde vooral de personalisering van het nieuws, en gaf daarbij het voorbeeld van de overdreven aandacht voor haar eigen kinderen. Daarnaast was ze kritisch over de grens tussen roddel en hard nieuws.
Elke nieuwsgebeurtenis wordt eindeloos gerecycled en herkauwd, tot vermoeiens toe. De grenzen tussen amusement, talkshows en harde journalistieke informatie vervagen: meer dan nu gebeurt, zouden journalisten wat kritischer mogen zijn op deze vervagende grenzen en hun lezers en kijkers het onderscheid helder mogen aangeven.
Één rol blijft mijns inziens altijd onderbelicht als politici praten over de media. En dat is die van henzelf. Politici werken zelf aan mee aan de personalisering. Politiek gaat tegenwoordig over presentatie en beeldvorming, en nauwelijks nog over de inhoud. De presentatie en gevatheid in debat worden bekeken en beoordeeld, de standpunten niet. De huidige generatie politici hebben dat voornamelijk aan zichzelf te danken. We worden doodgegooid met Femke Halsema’s op televisie, radio en internet die meer dan eens meepraten over trivialiteiten bij Pauw en Witteman of DWDD. Heeft de politiek nog wel recht van spreken over moraliteit van de media als ze zelf zo graag de spotlights opzoekt?
Een deel van de klachten van politici over mijn beroepsgroep begrijp ik best. Journalisten zijn vaker wel dan niet narcisten met een overmatig zelfmedelijden en gebrek aan relativeringsvermogen, nieuwsgierigheid, kennis van zaken en –vooral- intelligentie. Het zijn maar al te vaak hokjesdenkers, overtikkers, niet-verder-dan-hun-eigen-neus-lang-is-kijkers, en hysterische meehuilers. Maar journalistiek is geen debutantenbal. Ze doen het werk ook niet om politici te plezieren of om “de democratie te bewaken.” Ze zijn er om de nieuwsgierigheid van hun lezers, kijkers en luisteraars te bevredigen. En van de genuanceerde uitleg van een politicus maken ze dan een verhaal dat bij hun specifieke publiek past. Soms past dat minder bij de politicus.
Schaduwkanten
Achter één uitgangspunt van de roddeljournalistiek sta ik volledig: als je de camera’s opzoekt, moet je bereid zijn om ook de schaduwkanten te accepteren. En om eerlijk te zijn vind ik de Nederlandse journalistiek nogal braaf. Als ik hoofdredacteur zou zijn van een groot Nederlands dagblad (Ik ben nog steeds beschikbaar, meneer van Thillo!), dan hadden Jan Peter Balkenende en Geert Wilders geen privéleven meer gehad na de uitzending van RTL Boulevard waaraan ze van harte meewerkten. Als je bereid bent om op televisie mee te praten over de vullis van andere mensen, dan moet je niet verbaasd zijn dat de volgende dag iemand door jouw Kliko graaft. Maar de meeste Nederlandse journalisten kampen met een groot probleem: ze willen vooral aardig gevonden worden. Daarom hebben ze zelfs een cafeetje opgericht waar je als politicus gezellig met ze kan drinken, zonder dat ze iets in de krant schrijven. In welk land vind je nou zoiets?
Politici willen ook aardig gevonden worden, trouwens. Zij zoeken –meer dan vroeger- graag het licht van de camera’s en zijn bereid om verder te gaan dan hun politieke standpunten toelaten. De nieuwe media hebben politici een mogelijkheid gegeven om hun kiezers direct aan te spreken.
Tenminste, dat zèggen ze. Eigenlijk gebruiken ze Twitter om naar de pers te communiceren. Lees de politieke tweets er maar op na: de openbare een-tweetjes tussen journalisten en politici zijn veel talrijker dan de een-op-een uitleg naar de kiezer. En de journalist in kwestie kan pochen met zijn netwerk door de conversatie eindeloos te retweeten. Sterker, er zijn opinieweekbladen (ik noem geen namen) die compleet op Twitter worden samengesteld.
Exhibitionisme
Het voordeel van Twitter voor de politicus: je kan meer van jezelf laten zien. Niet alleen van je politieke standpunten, maar van je mening over een relletje bij DWDD of een rare opmerking van een journaallezer. Maar dat soort gezellig exhibitionisme, hoe onschuldig het ook lijkt, is nooit zonder gevolgen. Dat Jeanine Hennis uit ergernis openlijk twittert over haar miskramen is ongelooflijk onnozel. Dat een religieus verwarde mevrouw dat gegeven vervolgens meeneemt in een politiek standpunt is verwerpelijk, maar beslist niet onverwacht.
Wie de twitterfeed van Femke Halsema volgt, weet dat ze haar tweets zo politiek mogelijk probeert te houden. Haar privéleven, afgezien van een boodschap tijdens werktijd, blijft onbesproken. Maar hoe je het ook bekijkt, het is wel persoonlijk. Aan de ene kant wil de politicus graag dat mensen hem of haar kennen en weten waar zijn of haar politieke standpunten vandaan komen. Maar aan de andere kant is dat spelen met vuur, want dan willen mensen méér weten. Hoe je kinderen eruit zien bijvoorbeeld. Wat je partner voor een persoon is, hoeveel je drinkt en wat, of je wel eens door rood licht rijdt en of je ook zo hebt zitten snotteren bij Spoorloos. Door al die tv-optredens, tweets, en andere media-aandacht is een politicus niet meer van een Bekende Nederlander te onderscheiden. Als je politiek persoonlijk maakt, staat er dus vanzelf een keer een camera bij de school van je kinderen. Dat kan je niet leuk vinden, en ik zeg niet dat ik dat toejuich, maar het is de zure realiteit van vandaag.
Reacties (15)
Goede conclusie, mee eens. wat de twitterfeed van Halsema zelf aangaat, ik volg twitter nauwelijks, maar de ene keer dat ik er bij vrienden naar keek kwam Femke net voorbij om het verjaardagsfeestje van haar tweeling te melden. politiek weinig relevant. Dan kun je de media natuurlijk moeilijk gaan verwijten dat ze je kinderen onderdeel maken van hun verslaggeving….
Amen. Mooi geformuleerd over Hennis-Plasschaert, ook. Alleen is het misschien ook zo dat ‘wij’ dit als kiezers/volk verlangen: we willen politici met een menselijk gezicht. Dus geven ze zich bloot.
Wat dat betreft heeft -en daar is’ie weer- Geert het goed voor elkaar: men (zijn electoraat althans) vindt hem menselijk, maar niemand weet precies wie hij is en wat hem drijft, ondanks verwoede pogingen door enkelen in de media om een “portret” te maken.
De clou is dan toch, denk ik, om je emotioneel op te stellen, maar dan vooral in het debat en de media (en dan “on-topic” en niet over je kinderen).
Ik denk dat een hoop mensen afknappen op de symbiotische relatie tussen journalistiek en politiek. Deze week bijvoorbeeld mag elke nieuwe minister bij het 8-uur journaal een zegje doen in een item. Zit ik daar nu op te wachten? Hoeveel ex-journalisten zijn ondertussen niet woordvoerder geworden van een of andere politicus of ministerie?
En met de personalisering valt het wel mee. Komt ook door het politieke stelsel van kieslijsten. Daardoor is er geen druk om in het verleden van politici te duiken, zoals in Amerika het geval is.
Na een prikkelende karakterisering van de beroepsgroep (narcisten, etcetera) volgt “Maar de meeste Nederlandse journalisten kampen met een groot probleem: ze willen vooral aardig gevonden worden“.
Journalisten zijn net mensen.
Ik ben trouwens wel benieuwd of er elders in de wereld echt geen Nieuwspoortachtige circuits zijn. Is een professionele afstand tussen journalisten en politici alleen in Nederland zo klein?
Ik heb de indruk dat het privéleven van politici alleen interessant is voor journalisten, als er wat te scoren valt. Het schoolpein met de kinderen van Halsema was toch alleen interessant vanwege een uitspraak van Halsema? De nadruk in de nieuwsberichten lag niet op haar kinderen, maar op haar uitspraak. Dat die berichten vooral een sfeer ademden Halsema als enigzins inconsequent weg te zetten, is hier het echte manco van sommige journalistiek.
Beetje flauw stukje dit. Halsema zegt iets over journalisten, journalist zegt iets terug over politici (en over Halsema). Maar zelfreflectie? Mwah.
Michiel: Sterker, er zijn opinieweekbladen (ik noem geen namen) die compleet op Twitter worden samengesteld.
En waarom geen namen noemen als je toch zoiets stelt? Nu blijft het maar weer zo’n beetje zweven, terwijl dit voor de lezers van die bladen misschien relevant is om te weten.
En “het is de zure realiteit van vandaag” vind ik wel heel erg defaitistisch. Dat zou betekenen dat niemand er voor verantwoordelijk is dat camera’s opduiken bij de kinderen van politici, dat er niets aan te doen is?
Het is een goed ding als meer mensen bereid zouden zijn om niet aardig gevonden te worden. Onaardigheid is wel menselijk, niet illegaal (dat wordt nog wel eens vergeten), maar past natuurlijk totaal niet in de samenleving die Oprah voor ogen heeft.
Geheel onterzijde: http://www.easycomputing.com/boek/naslag/twitteren-met-resultaat-4809.html
Femke staat voor mij voor de geretoucheerde volksvertegenwoordiging.
Femke Halsema geretoucheerd? Hoe bedoelt u? Mij lijkt ze wel eerlijk en authentiek. Ook met dat rare getwitter van haar bijvoorbeeld. Dat lijkt ze gewoon echt leuk te vinden om te doen, het is geen berekende spindoctorij.
Ik heb mij eerder ook al verbaasd over het twittergedrag van kamerleden. Biedt zowel kansen om een goed voorbeeld te geven (Rouvoet) als om dat niet te doen. Zie ook: http://verbazingovernederland.blogspot.com/2010/09/verbaast-u-zich-met-mij-over-het.html
Journalisten in nederland scheren zich als het zo uitkomt nogal over een kam. (politici overigens ook). In dit stukje staat dat journalisten in nl nogal tam zijn – zo’n statement zou eigenlijk apart gemaakt moeten worden over roddelpers, nieuwspers, achtergrondenpers, tvpers, tijdschriftpers, blogosfeer, persbureau-dienst…. etc. Maar als er mediazelfanalyse gepubliceerd wordt is het altijd gemengde gealgemeniseerde bagger. Dat maakt dit stukje bijv. naar Olav’s smaak, mijns inziens flauw.
@6 Selfreflectie werkt bij narcisten een beetje anders :)
Wat mij betreft ligt de schuld bij mensen die politici en anderen als publiek bezit zien. Dat iemand twittert over iets of meepraat op tv, kan je wel nieuwsgierig maken, maar als je daarom iemand gaat lastigvallen, vuilnis doorzoeken of door bladen te lezen die dat doen daar goedkeuring aan te geven, ben je wat mij betreft een onfatsoenlijk mens. Iedereen met enig verstand en een eigen leven, zou hier de lol niet eens van inzien.
Dat politiek niet meer over inhoud gaat komt door veel factoren. Media is een belangrijke, omdat we nu meer van de debatten kunnen zien en dus formulering en presentatie belangrijk zijn geworden. Als politici puur op inhoud debatteren, stemt geen hond op ze. Een groot deel van de mensen snapt namelijk helemaal niet waar politiek over gaat en wil geen enkele moeite doen om erover bij te leren.
Ik baseer dat op mensen in mn omgeving die dergelijke zaken letterlijk zeggen, maar ook op ervaringen met mensen die bij de Europese verkiezingen twijfelden tussen pro-Europees GroenLinks of SP, die duidelijk tegen waren. Zelfs zulke grote, ongenuanceerde boodschappen gaan veel mensen blijkbaar al te boven.
Hoe kun je een goed geïnformeerd kiezersvolk verwachten met berichten van 140 tekens. Dat is toch het zappen en het ‘leuke’ tot het einde toe gevoerd? De journalisten moeten zorgen voor een electoraat dat is geïnformeerd, dat dingen heeft uitgelegd en uitgezocht gekregen, zodat fatsoenlijke keuzen worden gemaakt.
Kijk naar het provincialisme in Amerikaanse media; als je de kiezer zo informeert dan krijg je inderdaad malloten gekozen.