Het menselijk lichaam is handelswaar in de medische wetenschap. Organen, bloed, vruchtvlies: vrijwel alles kan hergebruikt worden. Maar de meeste mensen weten er bijzonder weinig van. Daarom maakte ontwerpster Alissa van Asseldonk er een boek over.
Wist u dat een stukje van de mannelijke voorhuid ter grootte van een postzegel opgekweekt kan worden tot een stuk huid van zes voetbalvelden groot? En dat die huid vervolgens gebruikt kan worden om brandwonden te helpen genezen, zoals het geval was bij slachtoffers van 9/11? Zulke en andere interessante weetjes over het menselijk lichaam zijn vastgelegd in Corpus Commodus, het afstudeerproject van de Eindhovense student Alissa van Asseldonk.
‘Er is heel veel mogelijk met het menselijk lichaam en er gebeurt ontzettend veel op dit gebied, maar er is in de maatschappij weinig kennis van. Omdat sommige dingen ethisch heel gevoelig liggen, wilde ik met dit project ruimte creëren voor mensen om na te denken over het thema,’ zegt Van Asseldonk. Ze maakte een boek waarin in drie delen wordt uitgelegd waar het menselijk lichaam in de wetenschap voor gebruikt wordt.
‘Ik heb onderscheid gemaakt tussen drie menselijke producten, om het zo te zeggen. De eerste is wat we bewust doneren: nieren bijvoorbeeld, of bloed. Daarna volgt het materiaal dat in het ziekenhuis overblijft en anders weggegooid wordt, restmateriaal dus. Dingen die bijvoorbeeld overblijven na een bevalling of een besnijdenis. De derde categorie is wat het menselijke lichaam afscheidt, bijvoorbeeld urine of haar,’ vertelt Van Asseldonk.
Klinisch
De manier waarop Van Asseldonk de verschillende gebruiken van menselijk materiaal heeft weergegeven is zeer klinisch. De tekeningen zijn waarheidsgetrouw en de teksten zijn expliciet. Ze heeft het boek gemaakt als afstudeerproject voor haar opleiding aan de Design Academy in Eindhoven, en het is volgens haarzelf zowel geschikt als koffietafelboek als verdieping voor medische professionals.
De leek leert van het boek bijvoorbeeld dat het vruchtvlies, dat na een keizersnede gewonnen wordt, gebruikt kan worden voor hoornvliestransplantaties of dat het vaak gebruikt wordt in de tandheelkunde om tandvleesreparaties mee uit te voeren. Of dat het mogelijk is om tijdens je leven al een stukje darm of alvleesklier te doneren. Maar vinden we dat wel zo’n prettig idee?
Maatschappelijk debat
‘Als het op het menselijk lichaam aankomt, is er grote frictie tussen ethiek en de wetenschappelijke ontwikkeling. Die ontwikkelingen gaan eigenlijk veel sneller dan we voor mogelijk houden. Het maatschappelijk debat loopt daardoor achter. Maar bij sommige ontwikkelingen moeten we echt beslissen of we dat wel vinden kunnen. En in welke mate en in welke vorm dan. Daarvoor is kennis nodig,’ zegt Van Asseldonk.
Bovendien, geeft Van Asseldonk aan, leiden verschillende richtlijnen in verschillende landen tot absurde situaties. In Nederland zijn de regels rondom bloeddonatie bijvoorbeeld zeer streng, om zoveel mogelijk risico’s uit te sluiten. Maar als je in het ziekenhuis terecht komt en daar behandeld wordt met medicatie die gemaakt is met behulp van witte bloedcellen, kan die medicatie ook uit het buitenland komen. Waar veel minder strenge eisen voor bloeddonatie gelden. ‘Dat is ook een voorbeeld waar de meeste mensen niets van weten, maar wat wel belangrijk is om een ethische discussie over te kunnen voeren,’ aldus Van Asseldonk.
Vooralsnog heeft Van Asseldonk zelf twee exemplaren gemaakt en heeft ze een deel van de hoofdstukken online gezet. Maar Van Asseldonk is aan het uitzoeken of een bredere verspreiding van het boek mogelijk is.