Simon Carmiggelt schreef ooit dat het hem frustreerde dat hij zijn dromen altijd vergat. Zijn nachtelijke reizen bevatten volgens hem zoveel filosofische inzichten dat het een doodzonde zou zijn deze aan de mensheid te onthouden. Om dit euvel te bestrijden legde hij pen en papier op zijn nachtkastje en dwong hij zichzelf te waken wanneer er weer één van die scherpzinnigheden zich aan de binnenkant van zijn oogleden presenteerde. Het lukte Carmiggelt een volzin te produceren tijdens zijn halfslaap, maar toen hij ’s ochtends vol spanning deze nalas, vond hij tot zijn grote verbazing de merkwaardige zin “Eekhoorntje op lange weg”. Dit resultaat stelde hem dusdanig teleur dat hij daarna nooit meer iets van zijn dromen aan het papier heeft toevertrouwd.
Paul Klemann (1960) durft de confrontatie met zijn onderbewustzijn wel nog aan. Vanaf midden jaren legt hij zijn dromen vast in tekeningen. Hij beschouwt deze dromen als fascinerende belevenissen, afkomstig uit onbegrepen regionen die dienen te worden overgeheveld naar de dag. ’s Ochtends schrijft hij de dromen onmiddelijk op waarna hij ze ’s middags in kleurpotlood
op papier zet. Het heeft iets weg van Marcel van Eeden’s tekenlog, met dit verschil dat van Eeden zich baseert op bestaande beelden. Maar de dwangmatigheid van het dagelijks tekenen is dezelfde. In het Teylers Museum in Haarlem is een deel van deze tekeningen uit verschillende verzamelingen bijeen gebracht. Tegelijkertijd bestond er tot afgelopen zaterdag de mogelijkheid
om werk van Klemann te kopen in galerie Rob de Vries, eveneens in Haarlem.
Bij het bekijken van Klemann’s tekeningen ontstaat er al snel een jaloers makend gevoel. Zijn dromen lijken namelijk te zijn gevuld met geschiedenis, literatuur, absurditeiten en religie. Zo maakte hij bijvoorbeeld een tafereel waarin Jezus aan het kruis hangt met de titel Christus is niet na drie dagen herrezen, maar reïncarneerde zes uur na zijn dood in een witte koe (waarbij de koe uit één van de stigmata lijkt te zijn voortgekomen), bevolkt het werk van Goethe, Tolstoj en Mozart zijn dromen en speelt de Tempelberg een voorname rol. Maar bovenal zie je dat de humor vaak een grote rol speelt in zijn dromen. Een gesluierde vrouw kijkt ons aan door haar verticale kijkspleet of twee imams toeteren door lege pleerolletjes. Het werk In Parijs moeten mensen vanwege wegwerkzaamheden langs de huizen klimmen (1994) roept een grote herkenbaarheid op
voor inwoners van Amsterdam die al jaren de bouwput van de Noord-Zuidlijn voor hun deur hebben. Of het volkomen bizarre beeld Shit dat beeld is echt (1998) toont een man met een leren jas en een mitrailleur in zijn handen die een Christus-beeld aanraakt en tot zijn verbazing bemerkt dat dat beeld leeft. Het kan allemaal in het onderbewustzijn van Klemann en hij vertelt daarmee aangename verhalen.
Hierdoor rijst natuurlijk de vraag of Klemann de dromen wel werkelijk zo heeft beleefd of ze meer een fantastisch karakter meegeeft, maar eigenlijk doet dat er ook helemaal niet toe. Wat hij echter meteen zal toegeven, is dat de dromen over het algemeen zich niet zo samenhangend aan hem presenteren en dat hij als een ware regisseur te werk moet gaan om de karakters en de settings te bepalen voor de uiteindelijke take. Ook in zijn techniek heeft Klemann een ware ontwikkeling doorgemaakt; in het begin waren het meestal eenvoudige beelden, maar nu kent zijn werk een meer compositorisch karakter dat tot stand is gekomen na veel wikken en wegen en het maken van schetsen als voorstudies. Hierbij speelt hij met verhoudingen en het perspectief dat altijd dat van de tekenaar van bovenaf lijkt te zijn. Psychologische duidingen zijn daarbij niet zo belangrijk, het enige dat Klemann dient te doen is door te gaan met dromen.
Paul Klemann. Droomtekeningen is nog te zien t/m 12 november in het Teylers Museum in Haarlem
Reacties (4)
”…..legde hij pen en papier op zijn nachtkastje om, wanneer er weer één van die scherpzinnigheden zich aan de binnenkant van zijn oogleden presenteerde, deze op te tekenen.” Doe ik ook regelmatig ja,..uit bed kruipen om losse gedachten en kreten op te schrijven,…..abracadabra vaak,.. maar dan de volgende dag e.e.a. verwerken in reacties hier of in de digitale kantlijn,… moet je es doen!,…oké,..meestal um sonst allemaal maar het leven is een pijp kaneel dus ja….
Maar die Klemann vertaalt e.e.a. dan in een soort van Jeroen Bosch- achtige religieus absurdistische taferelen zeg….Wow!
whow, knappe stuff Jorn!
Kubinkwaliteit. En Teylers is ook nog es mijn favoriet Nederlands museum.
Mijn eigen ervaring is dat je dromen absurder en tegelijk zeer beinvloedbaar worden, naarmate je ze regelmatiger direct ‘sochtends opschrijft.
Geweldig interessant, als niet kunst liefhebber overweeg ik nu toch :) om maar eens naar haarlem af te reizen…