Vrouwenhaat en vluchtelingen: Brenda Stoter en de taxichauffeur
De gemeenschappelijke wijsheid van tegenwoordig is dat het Midden-Oosten een broeinest is van patriarchaat en misogynie, en dat de islam daar de centrale rol in speelt. Enis Odaci en Arnold Yasin Mol plaatsen enkele kritische kanttekeningen bij het zoveelste stuk dat dit beeld nog maar eens bevestigde.
Brenda Stoter is sociologe en reist door het Midden-Oosten om te schrijven over vrouwen, kinderen en huiselijk geweld. Haar taxichauffeur in Jordanië is een beschonken iemand die Stoter vertelt dat zij de helft van zijn mannelijke verstand bezit, omdat het in de Koran staat.
Stoter concludeert: “Zijn woorden zeggen zoveel over de positie van vrouwen in de Arabische wereld.” Stoter geeft haar chauffeur overigens een fictieve naam mee, namelijk, Mohammed. Tja, toeval natuurlijk.
Relatie
Deze scène staat beschreven in Trouw van 16 januari jl. en vormt het begin van een beschouwing op de vrouwenrechten in het Midden-Oosten.
Tenminste, dat denken we, gezien de ontmoeting met de patriarchale taxichauffeur. De kop van Stoters essay luidt echter: De vrouwenhaat vlucht mee. Zegt Stoter dat er een link is tussen de achtergestelde positie, háát zelfs, van vrouwen in islamitische regio’s en de stroom vluchtelingen richting Europa? Wordt er haat geïmporteerd? Het is de opmaat tot een reeks bijzondere verbanden. Net zo min Stoter een logische relatie heeft met de taxichauffeur, net zo min heeft vrouwenhaat in essentie een logische relatie met vluchtelingen.