De school die het land zou redden
RECENSIE - Er was discomuziek, er werd geschilderd en creatief gedanst, en de minister was die dag helemaal uit Den Haag naar Groningen gekomen. Jos van Kemenade kwam de eerste augustus 1979 persoonlijk de eerste Nederlandse middenschool openen.
Hij sprak de genodigden bevlogen toe. Voortaan zouden alle kinderen de eerste jaren van de middelbare school bij elkaar blijven. Pas wanneer van elk kind duidelijk was over welke talenten het beschikte, zou het naar een aparte school gestuurd worden. De een in een meer praktische richting, de ander meer theoretisch.
En al die jaren zou er ook veel aandacht zijn voor kunst en creativiteit. Om ervoor te zorgen dat iedereen, ook de arbeider, straks kon genieten van de goede dingen des levens. Of zoals Van Kemenade het die middag formuleerde: ‘om te voorkomen dat het kindsdeel van de culturele erfenis al op elfjarige leeftijd wordt uitgekeerd.’
Einde standenmaatschappij
De middenschool moest, kortom, een einde maken aan de Nederlandse standenmaatschappij. Wég met de vroege schoolkeuze, waardoor arbeiderskinderen als vanzelf het beroepsonderwijs in stroomden terwijl de kinderen uit de betere kringen ‘voorgesorteerd’ werden voor het gymnasium en de universiteit. De middenschool zou Nederland beter maken.
Op de voorste rij zaten de Groningse burgemeester Max van den Berg en wethouder Jacques Wallage. De drie kenden elkaar al langer. Van Kemenade had aan de universiteit gewerkt; Wallage was voorzitter geweest van de Groninger Studentenraad – een machtig hoopje in de vroege jaren zeventig. Alle drie behoorden tot ‘nieuw-links’ binnen de PvdA, en waren bezeten van het idee de samenleving te hervormen door middel van het onderwijs. En die revolutie zou beginnen in Groningen. Wie die dag ontbrak was hun aller geestelijk vader, de hoogleraar Leon van Gelder (1903-1981). Hij kon wegens ziekte niet aanwezig zijn. Maar zijn vrouw was er wel. Zij onthulde de naam: ‘leon van gelder middenschool’.