Hulspas weet het | En de vrouw bleef thuis
COLUMN - Nee, John Glenn was niet de eerste mens in de ruimte. Dat was Joeri Gagarin. En ook niet de tweede. Kort na Gagarin schoten de Russen ook nog Gherman Titov in een baan om de aarde. En nee, hij was ook niet de eerste Amerikaan in de ruimte. Voordat hij zijn ruimtereisje maakte, waren Alan Shepard en Virgil Grissom hem voorgegaan. En toch kreeg Glenn na terugkeer veel en veel meer ticker tape over zijn hoofd uitgestort dan die twee voorgangers. En ook nu hij is overleden, is de aandacht daarvoor vele malen groter dan bij het overlijden van zijn collega-astronauten. Glenns grote prestatie was niet van technische, of psychologische, maar van politieke aard. Hij had laten zien dat de Amerikanen in de ruimte net zo veel konden als de Russen.
Gagarin en Titov hadden beiden gelijk al een rondje rond de aarde gevlogen. Anders gezegd, de raket waarop ze zaten was krachtig genoeg om een zeer zware (bemande) satelliet in een baan om de aarde te brengen. De raket waarop Shepard en Grissom naar boven gingen, was daarvoor niet krachtig genoeg. Die twee werden gewoon omhoog geblazen, pakweg naar de rand van de atmosfeer, en vielen daarna gewoon weer naar beneden. Het waren testvluchtjes, eigenlijk niet meer. John Glenn echter zat op een gloednieuwe, opgevoerde Mercury raket zat die zó krachtig was dat ook hij wél een rondje rond de aarde kon maken. Daarmee was het 1 – 1. De Space Race kon beginnen. Maar het had natuurlijk een vrouw moeten zijn, daar in die krappe cabine, op die vliegende bom.