De gemeenteraad van Arnhem heeft beslissingsangst. Daarom wil ze middels een referendum tot een besluit komen over de restauratie van de Eusebiuskerk in hartje binnenstad. Maar een referendum is hiervoor een totaal verkeerd middel, de gemeenteraad moet hier zelf over beslissen. Dat konden ze ook bij andere miljoenenprojecten. Een gastbijdrage van MB.
De gemeenteraad van Arnhem komt er even niet uit. Ze staat voor een grote bezuinigingsopgave en wordt tegelijkertijd geconfronteerd met de restauratie van de Eusebiuskerk. Dit rijksmonument staat op het nogal toepasselijk genaamde Kerkplein, ingeklemd tussen de Broerenstraat en de Markt. De kerk vormt het centrum van het centrum. De eredienst wordt er al jaren niet meer georganiseerd. De kerk doet tegenwoordig dienst als ruimte voor allerlei bijeenkomsten: lezingen, tentoonstellingen en beurzen om er maar een paar te noemen.
Het gebouw is in zijn huidige verschijningsvorm een stokoude twintigste eeuwer. In de oorlog werd het zwaar verwoest – net als de rest van Arnhem. De wederopbouw van het gebouw bood Arnhemmers hoop en uitzicht op een nieuwe, rooskleurige toekomst. De naoorlogse restauratie vond echter plaats met minimale middelen. Het gevolg is dat er nu een nieuwe restauratie nodig is. En die is kostbaar – heel kostbaar. De restauratie gaat 80 miljoen euro kosten en het gerucht gaat dat alleen al de steiger, die de toren nu siert, meer dan een miljoen kost.
Hoewel de kosten lang niet allemaal voor rekening van de gemeente komen, is de vraag reëel of de kosten van een restauratie opwegen tegen sloop en nieuwbouw. Ik kan me voorstellen dat een raad zich daarover buigt. De situatie is nu echter dat er raadsleden zijn die deze beslissing niet zelfstandig durven nemen. Zij sturen aan op een referendum. Of, zoals een voorstander van het referendum aangeeft: “De restauratie gaat heel veel geld kosten. Ik denk niet dat wij in de gemeenteraad hierover kunnen beslissen met 39 politici bij elkaar”. Ik denk dat ze dat wel kunnen, sterker nog, dat ze dat moeten.
Het lukt de gemeenteraad immers ook om zelfstandig een beslissing te nemen over de Gelredome, het thuishonk van voetbalclub Vitesse. Om precies te zijn: het lukte de raad in 2002, toen Gelredome 3,4 miljoen euro kreeg. Het lukte de raad in 2003, toen de raad 19,5 miljoen beschikbaar stelde voor de koop van het stadion, dat een jaar later met drie miljoen verlies weer werd verkocht. Dit nog even los van de redding van de club Vitesse door diezelfde gemeenteraad in 2008 – weer zonder referendum – toen een schuld van 7,8 miljoen euro op wonderbaarlijke wijze verdween.
Uiteindelijk gaat het hier om de vraag wat monumentenzorg ons mag kosten. Ik ben ervan overtuigd dat monumentenzorg een democratisch ‘spel’ is. Aanwijzing van monumenten gebeurt door volksvertegenwoordigers, monumentenbeleid wordt op- en vastgesteld door volksvertegenwoordigers. Ik reken er bij volksvertegenwoordigers altijd op dat zij besluiten, beleid of voornemens binnen een zekere context zien. Los van de waan van de dag, of die nu partijpolitiek of populair is.
Wanneer het voortbestaan van één van de belangrijkste monumenten van een stad middels een referendum geïsoleerd (ontdaan van context) wordt neergelegd bij de burger, vermoed ik dat het hek van de dam is. Niet die monumenten die een belangrijk verhaal vertellen blijven dan voortbestaan, maar die monumenten die voor een restauratievraag komen te staan in de vette jaren en die monumenten die ons herinneren aan prettige geschiedenissen. De essentie van monumentenzorg – de kunst van het doorvertellen van al ons handelen aan de hand van concreet, tastbaar materiaal – wordt daarmee voor mijn gevoel geweld aangedaan. En alleen maar omdat de politiek op de belangrijke momenten niet zelf durft te kiezen.
Reacties (5)
Geen sterk argument: “omdat bij het Gelredome geen referendum …”.
Is de gemeente niet in staat uit leggen, waarom deze kerk gerestaureerd moet worden?
nee hoor, dat staat er niet. Er staat dat ze het prima zelf kunnen (zie het gelredome) en dat ook moeten (beslissen in de context).
de kerk moet trouwens gerestaureerd worden omdat er beelden van de toren naar beneden vallen. Vooral op zaterdagochtend, als het markt is, een wat gevaarlijke situatie.
Die kerk is vooral een monument voor de idioten die destijds besloten om hem te herbouwen in de stijl die oorspronkelijk “de bedoeling” schijnt te zijn geweest en vooral: lekker hoog.
Gewoon een netje er omheen tegen de vallende beelden en dan wachten tot de prijzen van die bouwbedrijven een beetje zakken. Kan nooit lang duren met de bouwstop die nu gaande is.
Full disclosure: ik ben geboren en getogen in Nijmegen.
Begrijp ik het goed dat de gemeenteraad in Arnhem wél in staat is om alles bij elkaar zo’n 30 miljoen in een voetbalclub te stoppen, maar niet in staat is te besluiten om geld vrij te maken voor een rijksmonument?