Maat houden is lastig voor de politiek in de kleine gemeenten. Maar vaak wordt het door de grote politiek ook niet gemakkelijk gemaakt. De politieke beginselen lijken zo helder, maar zijn dat zo zelden. En dan mag je het uitzoeken. Ik geef een voorbeeld.
In de kleine gemeente waar ik mij wel eens met de openbare zaak bemoei , kwam een plan voor een nogal grote stal. Dat moet niet, klonk het bij Groen Links, geen megastallen bij ons in de gemeente. In de toelichting ging het echter vooral over ethiek: men vond dat dieren niet behoren te worden geproduceerd. Ik testte dat door te zeggen: stel dat we ze buiten laten scharrelen en ze hebben een mooi leven, dan eten we ze daarna toch nog gewoon op? Dat was akelig cynisme, want er zijn ook mensen die geen vlees eten. Dat is zo, maar misschien is het dan slimmer een aktie tegen vlees eten te beginnen. Daarop kun je mensen individueel aanspreken. In ieder geval is de Dierenpartij daarin consistent.
Maar wat moet een politicus lokaal met zo’n thema? Ik mocht mij er op voorbereiden en kreeg als tip even in ons partijprogramma te kijken. Daar stond dat de landbouw “innovatief en duurzaam” moest zijn en dat de schaal niet groter mocht. Dat schiet niet echt op. Een onderzoek van Lei Wageningen UR wijst op lage ketenrendementen. (Actualisatie ketenrendementen in de nederlandse agribusiness: 2000- 2009) Heeft de grote politiek zich ooit afgevraagd hoe een boer met laag rendement voor zijn bedrijf, toch moet investeren, innoveren en concurrerend moet blijven zonder te groeien? Ik heb toch al veel respect voor boeren, maar dit lijkt me de kwadratuur van de cirkel.
Ik citeer het rapport: “De Nederlandse agrofoodketens zijn er het vorige decennium in geslaagd hun gemiddeld rendement op eigen vermogen op peil te houden en gelijktijdig de consument steeds meer van betaalbaar voedsel te voorzien.” Misschien kun je zeggen dat er niet geluisterd wordt naar weinig doordachte politieke slogans. Daardoor kun je deze prestatie leveren. Hoe zou je biologisch kunnen boeren en minder Co2 uitstoten? Zou het mogelijk zijn om kleinschalig te boeren en innovatie en duurzame investeringen te doen? Ik zou het niet weten. Toch is het geen terloopse vraag: over een jaar of dertig is de wereldbevolking zo gegroeid dat we een paar aardes meer nodig hebben om iedereen te voeden. Het kan wel zijn dat de bio-industrie niet diervriendelijk is, maar hoe moet het dan wel? Bedrijven hebben al marginale rendementen en er ontstaat een voedselcrisis op de wereld.
Vervolgens ging het natuurlijk over de tak van sport waarover de politiek in een kleine gemeente zich druk mag maken: kunnen wij planologisch neen zeggen tegen een boerenbedrijf omdat de ethiek van het productieproces ons niet aanstaat? Daar komt ineens het politieke gedrang om de hoek: er is een provinciaal streekplan dat zich tegen megastallen keert en vrij precies is in zijn definities. Dat Streekplan is toetsingskader voor het planologisch beleid van de gemeenten.
Zo worstelen we met hetbegrip “schaal”. Ik geef toe: mijn maag draait zich om als ik denk aan een flatgebouw, met op elke vierkante meter een varken. Maar willen we meer betalen voor ons stukje vlees? Moet in het parlement het rendement voor het boerenbedrijf genormeerd worden? Dat hadden we na Sicco Mansholt toch afgeleerd? De schaalgrootte van het productieproces heeft alles te maken met de kostprijs per eenheid product die te voorschijn komt. Of heb ik van de economen die mij onderrichtten niets begrepen?
Ook aardig: staatssecretaris Bleker heeft een brede maatschappelijke discussie over megastallen opgestart, onder leiding van de oude bekende Hans Alders. Die brede discussie wordt na de zomer door Alders afgerond. Aardig om even te bekijken: de website Dialoog Megastallen bevat vier scenario’s waarin de hoofdstromen van de nederlandse politiek zo te herkennen zijn. Niettemin: ik ben benieuwd of er een originele gedachte uit komt, of een gedachte waarvan ik opkijk. Ik ben niet veeleisend.
Het was een warme zomeravond in een commissie die zich doorgaans buigt over bouwplannetjes en bestemmingsplannen. Ineens kwam het lot van de wereld even langs, door een discussie over megastallen, de ethiek van de bio-industrie, de schaal van het boerenbedrijf. Het is een boeiend onderwerp, al kon de commissie er weinig mee. Het gaat nu weer, geruststellend, over bestemmingsplannen. En de boer moet zelf maar zien hoe hij aan alle strijdige eisen moet voldoen.
Reacties (8)
Er staan een hoogst verwonderlijke vraag in dit stuk:
kunnen wij planologisch neen zeggen tegen een boerenbedrijf omdat de ethiek van het productieproces ons niet aanstaat?
Dat lijkt me van wel. Als er iets het domein van de politiek, dan is het wel de ethiek van o.a. productieprocessen.
In dit stuk wordt het “gevoel” als beperking voor ondernemersmogelijkheden weggeredeneerd. Gevoelens zouden juist leidend moeten zijn in het maken van beleid. Wensen voor een betere maatschappij, of dat nou een maatschappij zonder islam, zonder milieu vervuiling of met lieve kleinschalige boertjes is, zijn altijd gebaseerd op gevoel en ethiek. De markt produceert die niet.
Dat het “gevoel” van de nederlandse vleeseter op het gebied van dierenwelzijn volstrekt hypocriet is, helpt inderdaad niet. Een van de manieren waarop we verontwaardigd kunnen schreeuwen over onverdoofd slachtende moslims, ganzen schietende jagers of verhongerde koninkpaarden, maar ’s avonds toch de vork in een karbonande prikken, is door de bioindustrie. Onbedoeld (of misschien wel bedoeld) wordt het productie-proces verstopt, en wordt de ethische spagaat mogelijk.
Overigens heb je die economen toch niet goed begrepen, Tom. Wanneer productie grootschaliger wordt, kunnen prijs per eenheid van productie inderdaad omlaag. Ook de omzetting van grondstof in eindproduct kan dan efficienter. Maar doordat er een lagere prijs ontstaat, wordt de vraag ook groter, en het totale volume van de omzet (totale prijs van het product) en belangrijker, de totale milieubelasting, groter.
Zonder bio-industrie geen mestoverschot in nederland, geen import van soja-schroot uit brazilie en geen kap van regenwoud voor soja-productie.
Of de varkens nu in een kleine stal worden gehouden of in een megastal. Het oppervlakte dat zo’n dier tot zijn beschikking heeft blijft even groot(want wettelijk vastgelegd). Daarentegen zijn de milieuvoordelen legio bij een megastal. Het is mij volstrekt onduidelijk waarom mensen tegen een megastal zijn. Omdat het misschien indruist tegen een geromantiseerd beeld van varkens in de modder? Dat bestaat allang niet meer….
Het varken in de bioindustrie ziet in zijn leven precies 2x zonlicht: als-ie de stal ingaat en als-ie eruit gaat naar de slachter. Het varken is dan doorgaans een half jaar oud.
Of het varken gehuisvest wordt in een varkensstal op de begane grond of op een verdieping maakt helemaal niets uit voor het welzijn van het varken.
Politieke besluiten zijn niet waardevrij en een gevoel, een ideaal behoort zelfs een rol in de besluitvorming te spelen.
Of dit moet leiden tot het scharrelvarken is de vraag. Het gaat hier domweg ook om het produceren van voedseleenheden. Of dit vlees moet zijn is ook weer een vraag die ieder voor zich kan beantwoorden.
Realiteit is wel dat vlees op het menu zal blijven, realiteit is ook dat een varkensfabiek wellicht de betere optie voor dier, milieu en mens blijkt te zijn.
Tja, of het varken nou vrij rondloopt of in een stal zit, zolang ik het vlees uiteindelijk maar voor niet al te duur op mijn bord terugzie maakt het mij verder niet uit.
@3 – Zolang het varkentje maar lekker in de zon kan dollen, nietwaar?
@4 en @5 – De realiteit is dat dierenmishandeling jullie gewoon geen ene reet uitmaakt, zolang je maar vlees op je bord krijgt.
Je zou natuurlijk ook de landbouw kunnen richten op het produceren van knolgewassen, groenten en vruchten en het vlees importeren.
Je gaat toch ook geen cola uit de VS importeren? Hoogstens het poedertje en dan wordt er hier water bij gevoegd. Dat scheelt behoorlijk in de transportkosten.
In het geval van vlees zouden die zomaar 9x lager kunnen zijn.
En waarom is in deze discussie het gebruik van hormonen en antibiotica, dat in de intensieve veehouderij zo “nodig” is maar tegelijkertijd aantoonbaar gevaarlijke gevolgen heeft, nog niet aan de orde geweest? Eet vooral veel vlees uit zo’n grote stal, wordt steriel en impotent of krijg licht misvormde kinderen en sneef daarna aan een resistente bacterie – maar gelukkig kost het niet meer dan nodig.
@: allen. Terug van vakantie, lees ik de reacties. Het ging me om de weerbarstige werkelijkheid van de kleine politiek, toegespitst op een groot thema. Ik vond dat wel een humoristische ervaring.
Maar verder? Planologie is beperkt in zijn mogelijkheden: de moraliteit van de veehouderij lijkt mij geen criterium.
Schaalvergroting is een algemeen probleem: zeker, door schaalvergroting dring je kosten per eenheid terug en kan de markt groeien. Maar of de markt dat altijd doet?
Schaal kan ook voordelen bieden: b.v. door het mogelijk te maken milieu investeringen te doen. Kortom: ik waardeer uw aller reacties, maar het is een beetje standaard.