Het debat over democratie komt langzaam op in GroenLinks. Na het schrappen van het referendum uit het verkiezingsprogramma door het congres, is het duidelijk dat de partij haar visie op democratisering moet vernieuwen. Ik bezocht voor het Magazine in April twee discussiebijeenkomsten over democratie: één georganiseerd door het Wetenschappelijk Bureau en de GroenLinks Academie en één georganiseerd door DWARS en de Eerste Kamerfractie.
Er is alle reden om over het onderwerp democratie in discussie te gaan. De minimale meerderheden waarmee het laatste verkiezingscongres het referendum uit verkiezingsprogramma heeft gehaald en het afschaffen van de Eerste Kamer er in heeft gehouden, zijn directe aanleidingen. Dick Pels, directeur van het Wetenschappelijk Bureau: ‘de discussie over democratie binnen GroenLinks staat stil. Ik zat in de laatste programmacommissie en we schreven de standpunten over democratie gewoon over uit het laatste programma: er wordt niet goed over dit onderwerp nagedacht.’
Marjolijn Februari, de NRC-columniste die op 15 april op de DWARS bijeenkomst sprak, schetst een veel breder kader: ‘Het denken over democratie is halverwege de vorige eeuw gestopt. Na de Tweede Wereldoorlog is democratie steeds minder een inhoudelijk begrip geworden als wel een criterium voor beoordeling: geen nastrevenswaardig ideaal, maar een meetlat. Het begrip is zelf niet meer in ontwikkeling. Alles wat wringt in onze samenleving wordt als anti-democratisch terzijde geschoven.’
Democratie: Macht en Tegenmacht
Wat wordt er bedoeld met het begrip ‘democratie’? Bas de Gaay-Fortman gaf een inleiding over de democratische idealen van GroenLinks op de door het Wetenschappelijk Bureau en de Academie georganiseerde bijeenkomst van 13 april, Hij maakt daarbij een onderscheid tussen twee aspecten van het democratische ideaal: het ‘formeel-politieke’ en het ‘politiek-juridische’. Met het formeel-politieke aspect doelt De Gaay-Fortman op ‘het principe van de vervangbaarheid van de macht: verkiezingen geven de mogelijkheid om de macht te veranderen. De meerderheidsregel is maar een middel daartoe.’
Daarnaast is er het politiek-juridische aspect: ‘Machtsuitoefening is noodzakelijk. Macht vereist ook tegenmacht. De macht moet gespreid worden.’ De belangrijkste beperking op de macht van de overheid is de rechtsstaat: ‘De rechtsstaat betekent dat de overheid is gebonden aan de wet en dat er toegang is tot een onafhankelijke rechterlijke macht. De macht van de staat is beperkt: de overheid is niet totalitair.’
Hoe verhoudt het formeel-politieke aspect van de democratie zich tot het politiek-juridische? De Gaay Fortman: ‘Kan de rechtsstaat bij meerderheidsbeslissing worden afgeschaft? De bescherming die we daartegen hebben is dat het lastig is om de Grondwet te veranderen. Zulke beperkingen zijn er niet voor de handhaving van de Grondwet, dat doet de Staten-Generaal zelf. Maar zoals Juvenalis, de Romeinse dichter, al stelde: ‘Wie bewaakt de bewakers?’
Hiervoor kun je institutionele oplossingen zoeken. Jan Laurier, scheidend senator, drukte de zaal DWARS’ers op het hart dat de Eerste Kamer een rol heeft in het beschermen van het politiek-juridische aspect van de democratie. Laurier: ‘Ik kan me alleen maar in een democratie vinden, als het gepaard gaat met recht en rechten. Als dat niet plaatsvindt, dan is democratie niets anders dan een dictatuur van de meerderheid. Er moeten waarborgen zijn voor mensen die iets anders vinden. Dat is een van de thema’s die veel aan de orde komt in de Eerste Kamer. Je hebt ten opzichte van de democratie een aantal stabilisatoren nodig: zeker als kiezers snel heen- en weerschuiven.” GroenLinks is officieel voor afschaffing van de Eerste Kamer, maar stelt daar een andere institutionele regeling tegenover: de toetsing van wetten aan de grondwet door de rechter.
Democratie als opdracht
De Gaay-Fortman heeft minder vertrouwen in institutionele oplossingen: ‘Hans van Mierlo stelde dat democratie georganiseerd wantrouwen is. Dat werkt zo niet; wantrouwen vraag steeds weer om nieuwe controles en regelingen. Democratie is bovenal een mentaliteit: willen en kunnen luisteren, belangen willen en kunnen afwegen en verantwoording willen en kunnen afleggen.’ Instemmend citeert De Gaay-Fortman een Amerikaanse opperrechter: ’Wij vertrouwen te veel op regelingen. Als democratie in de harten van mensen zit, dan heb je geen regels nodig. Zit het er niet in dan, dan hebben al die regelingen geen zin.’
Februari benadrukt het belang van een democratische houding. Democratie gaat volgens Februari ‘Om de actieve erkenning van wederzijdse belangen, om een sociale houding ten opzichte van mensen met een andere mening. Het is een manier van samenleven. Dat vereist het inzicht dat jouw keuzes effect hebben op anderen, en dat de keuzes van anderen effect hebben op jou. Democratie gaat om de vertegenwoordiging van de verscheidenheid van stemmen. Breng het conflict weer terug in het hart van de democratie. Het feit dat mensen verschillende opvattingen hebben, los je niet gemakkelijk op. Als je alles waar je het niet mee eens bent uitsluit, leidt dat tot de opkomst van de radicale verliezer: zij die over de rand vallen, komen radicaal terug. Als je democratie ziet als een plek voor conflicten, die niet per se opgelost kunnen worden, kunnen ook verliezers zich daarin herkennen.’
Een verkorte verkiezing van dit artikel verscheen ook in het GroenLinks Magazine van Mei 2011.
[cmon]
Reacties (1)
Ik ben het eens met De Gay-Fortman en de Amerkaanse opperrechter. Ik vind echter ook dat mensen verschillend zijn en dat er maar weinig mensen zijn die belangstelling hebben voor politiek en er met verstand over willen/kunnen oordelen tenzij ze in een heel slecht functionerende maatschappij leven (zoals noordafrika).
Ook mis ik eerlijkheid in de nederlandse politiek. Ik meen me te herinneren dat kamerleden bij hun beediging zeggen zonder vooraf gegeven opdracht te handelen en kan dat niet zien bij de gangbare fractiedicipline.
Het artikel van Thierry Baudet in NRC weekend van 4 juni zou ik graag ter lezing aan alle politici en denkende mensen aanraden.