COLUMN - In de actuele discussie over ware en veronderstelde vrouwonvriendelijkheid konden ook een paar wereldberoemde museumstukken, waaronder het beroemde, oeroude, overgeproportioneerde vruchtbaarheidsbeeldje Venus van Willendorf, niet ieders toets der kritiek doorstaan. Wat tot mijn verbazing – voor zover ik weet – geheel buiten schot is gebleven is een motief in de beeldende kunst dat luistert naar de exotische naam ‘Sheela na Gig’.
Dit zijn gebeeldhouwde figuurtjes die gedurende de Middeleeuwen geplaatst werden in muren van kerken, kastelen, stadsmuren en dergelijke, voornamelijk in Ierland (101), Engeland (45), Frankrijk, Spanje en zelfs in Nederland: de Dikke Sheela van Zutphen. De Sheela na Gig is geen middeleeuwse christelijke heilige, maar een voorstelling van een vrouwenfiguur die uitgesproken pornografisch is: wijdbeens met een grote, openstaande vulva, waarbij de schaamlippen ook nog eens worden opengehouden door de handen van de figuur zelf, en met expliciet gesculptuurde (maar niet overdreven grote) borsten, en soms houdt zij haar rechterhand op een zekere plaats waarbij ik het aan de fantasie van de toeschouwer overlaat te bepalen wat zijn daar aan het doen is.
Het betreft in de regel lelijke, oude vrouwen: ‘hags’ (toverkollen). De figuren in Ierland en Engeland zijn in de regel vrouwelijk; op het vasteland komen ook mannelijke varianten voor met een explicite erectie. Om het onderwerp overzichtelijk te houden beperk ik mij tot de insulaire Sheela na Gigs.
Waartoe deze diende en wat het precies is, daar zijn de meningen over verdeeld en echt bewezen is er niets. Speculatie troef dus, maar ik zal proberen enige orde in de chaos te scheppen en te komen tot een verantwoorde conclusie. Eerst een paar feiten.
De naam
Nou ja, feiten, de onenigheid begint al bij de etymologie van de term. De naam Sheela na Gig is waarschijnlijk afgeleid van het Ierse Síghle na gCíoch wat zoveel betekent als ‘Julia van/met de borsten’. De benaming zou overigens pas van 1840 dateren en afkomstig zijn van John O’Donovan, een beambte van de Ordnance Survey of Ireland ter beschrijving van een sculptuur in de muur van Kiltinan Castle, Tipperary.
De term zelf komt (volgens de sociologe Barbara Freitag) al voor in de achtiende eeuw, onder andere als benaming voor een Ierse dans. Het woord ‘gig’ was Noordengelse slang voor de vrouwelijke genitaliën, hetgeen beter past bij de vulva die duidelijk de hoofdrol bij deze figuren heeft. En ene Jørgen Andersen beweert dat de benaming ‘Sighle na gCíoch’ betekent ‘oude heks van/met borsten’.
Maar wat is het dan?
We zitten dus opgescheept met een type sculptuur dat pas sinds 1840 een naam heeft maar op z’n laatst dateert uit de Middeleeuwen. Aangezien het beeldhouwwerk voor zover ik kan beoordelen niet gotisch of Noords is, hooguit vroeg-romaans, zijn de figuren later ingemetseld in middeleeuwse bouwwerken. Dit wordt ondersteund door de visuele aanblik (erosie door weersinvloeden t.o.v. de muur waarin zij ingemetseld zijn e.d.). Ze zijn kennelijk veel ouder, wellicht honderden jaren vóór het begin van onze jaartelling. De functie van de beeltenissen kan daardoor veranderd zijn.
Los van hun huidige omgeving doen de sculpturen direct denken aan Venusbeeldjes als vruchtbaarheidssymbolen óf aan een onbekende godin van de vruchtbaarheid c.q. de liefde. Volgens Margaret Murray en Anne Ross, twee auteurs die schreven rond 1900, ging het om een Keltische heksenfiguur uit de Ierse en Schotse mythologie.
Toen de bewoners van de Britse eilanden het christendom overnamen, handhaafden ze veel oudere (Keltische) sociale en culturele instellingen, die voortaan functioneerden in een christelijke wereld. Zo bleven heidense elementen eeuwenlang bewaard in dit christendom, eigenlijk tot op de dag van vandaag: denk aan heilige bronnen, heilige bomen, bepaalde rituele dansen en andere van origine heidense gebruiken. Die maken nog steeds deel uit van de Rooms-Katholieke kerk in Ierland, al zijn deze facetten inmiddels ‘gedegradeerd’ tot volksdevotie.
Het is dus heel wel mogelijk dat deze oude sculpturen, waar in de Middeleeuwen nog steeds een zekere macht aan werd toegekend, werden ingemetseld in muren van gebouwen waar men voor wat betreft veiligheid en voorspoed van afhankelijk was, zoals, kerken, kastelen, stadsmuren en dergelijke. Het betreft hier een vorm van ‘apotropaic magic’: magie die bedoeld is om het kwade c.q. de duivel af te weren, zoals de afweerkruisen waar ik eerder over schreef.
Nu moet ik bekennen dat ik nogal doordraaf, want er is geen enkel bewijs dat het hier gaat om voorchristelijke afgodsbeeldjes die later in een andere setting hergebruikt zijn, maar de gedachte is wel logisch. Volgens een moderne kenner van het onderwerp, Jack Roberts, zijn de beeltenissen vroeg-romaans en afkomstig uit eerdere, vroeg-middeleeuwse gebouwen, maar dit is net zo goed een aanname.
Waarom zo obsceen?
Tot zover de onbekende herkomst. Waarom moest het kwade afgeweerd worden met een obscene afbeelding? We kennen allemaal wel het verschijnsel dat een persoon die een ander wil beledigen, met zijn rug naar hem toe gaat staan en vervolgens zijn broeken laat zakken. Iets soortgelijks is hier ook aan de hand. Het optillen van de rokken en het zodoende tonen van het vrouwelijk geslachtsorgaan werd gezien als een vorm van ‘apotropaic anasyrma’, oftwel het afweren/beledigen van het kwade door het optillen van de rokken (ana = op, syrma = rokken [Ggrieks]).
Deze vorm van het afweren van het kwade komt nog voor in bijvoorbeeld Nigeria, waar het tonen van de genitaliën of het gehele blote lijf aan iemand als een vervloeking is bedoeld. De geluksvogel is dan ook ten dode opgeschreven. Bewijzen van deze ‘apotropaic anasyrma’ vindt men in de folk-lore en literatuur, bijvoorbeeld in de Contes van de Franse auteur La Fontaine (1764). In Ierland staan sommige van deze figuren bekend onder de veelzeggende naam ‘The Evil Eye Stone’.
De Sheela na Gigs werden dan ook vaak op strategische plaatsen aangebracht, met name boven deuren of poorten, om te voorkomen dat de duivel, demonen of soortgelijks zouden binnentreden, en ook op kapitelen vanwaar ze beschermend de kerk in konden kijken.
Conclusie
Het is verleidelijk om bij dit onderwerp tal van speculaties te betrekken en linken te leggen met verschijnselen waarvan de continuïteit met het onderwerp niet is aangetoond. Zo zou de Sheela na Gig een poort naar een andere dimensie zijn, de poort naar het binnen van de venusheuvel, de poort naar de onderwereld of de vagina van Moeder Aarde. Men kan het veiligst deze slotsom hanteren: Shee na Gigs zijn apotropaeïsche afbeeldingen die functioneren volgens het anasyrmatisch principe en hebben heel misschien hun oorsprong in voorchristelijke vruchtbaarheidsriten.
En de moraal van het verhaal? Zeg nooit dat een vrouw ‘aanleiding heeft gegeven’, maar wees ervan bewust dat ze het tegendeel bedoelt van wat ze toont.
Reacties (5)
Ik krijg ineens inspiratie voor een thema op mijn manchetknopen, maar net als priapustuinbeeldjes zijn die niet op elke straathoek te krijgen…
Kunst op dinsdag
http://blog.ninapaley.com/2018/01/01/24-free-goddess-gifs/
Nou, dat is een ding op de dinsdag ochtend.
Uitnodigend, of afschrikwekkend?
Als duizenden andere beelden (en stukken van beelden) ten prooi zijn gevallen aan betweters en volksmenners, waarom dan deze niet?
@4: Misschien zijn er duizenden ten prooi gevallen aan vernietiging en zijn die paar die we nu nog kennen overgebleven. Dat weten we helemaal niet.