ANALYSE - De werkdruk van leraren is de laatste jaren ontzettend gestegen, maar dat komt (deels) doordat ze veel meer niet-lesgebonden taken op zich nemen. Als ouders een eindfeest willen voor groep 8, moeten ze dat zelf maar organiseren.
Het afgelopen jaar heb ik met een paar enthousiaste ouders en oud-leerkrachten een jubileumboek geschreven over een school die dit jaar 150 jaar bestaat. We spraken met oud-leerlingen, zochten informatie in archieven, oude schoolkranten en leerkrachten schreven hun herinneringen op. De interviews met mensen die zo’n veertig jaar geleden naar school gingen, waren de grootse uitdaging. Deze oud-leerlingen konden zich eigenlijk nauwelijks hoogtepunten van de lagere school herinneren. Er gebeurde weinig op school. Een schoolreisje misschien, en dat was het. Gesprekken met oud-leerkrachten bevestigen dat: een musical aan het einde van de school? Geen sprake van!
Het CNV publiceerde een nieuwe onderzoek over de toegenomen werkdruk en alle media schreven erover. Inspectie en OCW zijn de gebeten hond, en vaak ook de eersten die zich in de pers moeten verdedigen voor de toegenomen werkdruk. Ik heb nog nooit een artikel gezien waarin ouders zeggen dat ze eigenlijk ook wel erg hoge verwachtingen hebben van de school. Ook lees ik weinig leerkrachten en schoolleiders die zeggen dat ze zelf werkdruktemakers zijn. Het onderzoek van het CNV maakt dat namelijk ook aannemelijk.
Kijk maar eens naar het antwoord op vraag 7 over “niet-lesgebonden taken”. Opvallend is dat 85 procent van de docenten zegt dat de schoolleider bepaalt welke niet-lesgebonden taken er op school worden uitgevoerd. Maar ook het team zelf heeft wat te zeggen: 60 procent van de respondenten zegt dat het team bepaalt welke taken worden uitgevoerd. Dat suggereert toch dat de school enige autonomie heeft in het bepalen van welke taken ze uitvoert. Ouders en MR worden veel minder genoemd.
Zijn al deze niet-lesgebonden taken echt noodzakelijk? Wie eist dat ze gedaan worden? Worden de activiteiten gedekt door de bekostiging? Weet men de kosten van activiteiten en wordt daar ook rekening mee gehouden in de planning?
CNV Onderwijs (juni 2013). Onderzoek naar werkdruk en taken. |
Mijn stellige indruk is dat er in de hele keten van OCW, Inspectie, bestuur, bovenschools management, schoolleider, team en de individuele leerkracht, ontzettend veel “ruis” ontstaat. Iedere laag voegt er informatieverzoeken aan toe, die vaak ten onrechte als verplichting worden ervaren.
Daarnaast gaat de buitenwereld er van uit dat alles wat een school doet, min of meer “gratis” is. Als ik in het CNV-rapport lees dat er scholen zijn de een CITO-eindfeest organiseren, wordt ik kriegelig. Feesten met kinderen van groep 8: prima. Maar waarom moeten hoogopgeleide en duurbetaalde leerkrachten daar tijd aan besteden? Dat is een keuze van de ouders en als ze willen kunnen ze het schoolgebouw er voor afhuren.
Er viel me nog iets op bij het maken van het jubileumboek. Aangekomen bij de laatste vijf jaar van de geschiedenis werd het steeds moeilijker kiezen. Er wordt zó veel georganiseerd op school, dat we met gemak nog twee boeken vol konden schrijven. De Twitter-timeline van 15 maanden laat méér hoogtepunten zien dan alle bronnen van de 150 jaar ervoor bij elkaar. Dat is deels illusie natuurlijk: fotograferende meesters en twitterende juffen zorgen ervoor dat het leven op school veel beter is gedocumenteerd. Tegelijkertijd gaat het hier alleen nog maar om activiteiten voor de kinderen. De school van nu doet gewoon veel meer dan de school van toen.
Dat vooral de schoolleider en het team bepalend zijn voor de keuze van niet-lesgebonden taken, biedt kansen. Zij zouden dus ook vaker “nee” kunnen zeggen. Dat geldt dan misschien niet voor alle lesgebonden taken, maar toch zeker voor een deel van de niet-lesgebonden taken.