Geluk als levensdoel blijkt een vergissing

Foto: Helen K (cc)

COLUMN - Remco Sleiderink

De cijfers liegen er niet om: het aantal jongvolwassenen dat zich gelukkig voelt en tevreden met het leven is, daalt al sinds 2012. Studenten melden vaak last te hebben van prestatiedruk, eenzaamheid, angst, depressie en meer. Wat zijn de oorzaken en is het tij nog te keren? Of moeten we anders met ongeluk leren omgaan?

Recent werd pijnlijk duidelijk dat studenten het moeilijk hebben op het vlak van geluk. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceerde in mei 2024 het jaarlijkse rapport over de brede welvaart in Nederland. Dat begrip wordt gemeten op basis van dertien maatstaven, waaronder welzijn, gezondheid, werk en vrije tijd en wonen. Waar de NOS nog positief bericht over het geluk en de tevredenheid met het leven van de mensen in Nederland, lezen we tussen de regels door dat het er voor jongvolwassenen een stuk minder rooskleurig uitziet. De leeftijdsgroep van 18- tot 25-jarigen die tevreden met het leven is, daalt tot 76.1%, terwijl het gemiddelde over alle groepen 84,2% is. Het CBS rapporteerde in 2022 ook al dat jongvolwassenen over de periode 1997-2021 de sterkste afname in levensgeluk ervaren van alle leeftijdsgroepen, wat ook geldt voor de tevredenheid met het leven. Hoe kan het dat het geluk van jongvolwassenen, en daarmee ook studenten, flink onder druk staat?

Geluk onder druk

Allereerst zijn er omgevingsfactoren waar jongvolwassenen zelf weinig invloed op hebben en waar de overheid een rol speelt. De huidige generatie studenten maakt zich zorgen over financiële druk, een hoge studiebelasting, de wooncrisis, oorlogen, klimaatverandering en meer. De toekomst biedt weinig soelaas, want ook in het nieuwe hoofdlijnenakkoord van de regering staat bijvoorbeeld de langstudeerboete, die de druk op studenten verder opvoert.

De coronapandemie werkte ook niet bevorderend voor het studentenwelzijn, maar eigenlijk staat dat welzijn al langer onder druk, blijkt uit een interview met studentenpsychologen Arthur van Andel en Jerre Mijnarends van de Universiteit Utrecht. Zij benoemen ook de prestatiedruk die studenten ervaren waardoor hun geluk afneemt. Mijnarends: “Ik denk dat onze maatschappij veel belang hecht aan opvallende of ‘excellente’ studenten. De universiteit draagt hieraan bij: er worden bijvoorbeeld praatjes gehouden voor studenten die cum laude slagen. Dit zorgt bij veel studenten voor onevenredig hoge verwachtingen en prestatiedruk.” Van Andel haakt hierop aan: “En dat perfectionisme breidt zich uit naar andere vlakken. We moeten alles hebben: goede cijfers, leuke relatie, mooie kleren. Maar wanneer is het dan perfect? Daar hebben we geen definitie voor. En zo kan het altijd beter. Als je daar te veel mee bezig bent, ga je op een gegeven moment inleveren op iets anders. Dat is meestal levensgeluk in het algemeen.”

Aansluitend is daar de groeiende maatschappelijke overtuiging dat geluk maakbaar is, die ook blijkt uit de lezing van literatuurwetenschapper Esther op de Beek. Op de Beek stelt vast dat quotes over geluk vrijwel altijd in de gebiedende wijs staan: “Wees blij, wees gelukkig, doe wat je leuk vindt!” Zulke quotes hebben een dwingende toon: je moét zelf iets ondernemen om gelukkig te kunnen zijn. Maar of het succesvol is? Het maakbaarheidsidee impliceert vooral dat mensen verantwoordelijk zijn voor hun eigen geluk. Als geluk maakbaar is en het lukt je niet om gelukkig te zijn, is dat een teken dat je gefaald hebt. Het leidt tot schaamte als je niet aan de geluksplicht voldoet of tot jaloezie als anderen om je heen gelukkig zijn. Jonge, ambitieuze studenten kunnen op die manier vastlopen.

De weg van De Wachter

Wat kan je dan wel doen om je geluk te bevorderen? Volgens de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter vereist dat een nieuwe manier van kijken naar geluk. Zijn boodschap staat haaks op het maakbaarheidsidee: “Geluk als levensdoel is een vergissing”. Volgens hem heeft de moderne mens zijn prioriteiten niet goed op orde. In een interview met het Financieele Dagblad, legt de psychiater dit uit: “De maatschappelijke vergissing is dat we geluk vaak heel materieel en heel zintuiglijk invullen, met allerlei leukigheid. Voor echt geluk hebben we verbinding, zorgzaamheid en barmhartigheid nodig. Dat vinden we vaak lastig, want dat staat die leukigheid, dat oppervlakkig geluk in de weg. Toch is het juist dat wat waarachtig geluk geeft.”

Tenslotte schetst De Wachter een nieuwe kijk op ongeluk en verdriet. Volgens hem moeten we dat niet minder, maar meer toelaten in ons leven om gelukkiger te worden. Het accepteren van tegenslagen in het leven is een veelgehoord advies en lijkt op het eerste gezicht dus niks wereldschokkends, maar De Wachter gaat verder dan dit. Hij ziet een afkeer tegen imperfectie in onze maatschappij en het is die afkeer, en niet de imperfectie zelf, die vaak zorgt voor stress en ongeluk. In een interview zegt De Wachter: “Een beetje ongelukkig zijn af en toe komt je relaties met anderen ten goede, het zorgt voor verbinding. Het is dat beetje ongelukkig zijn dat liefde en genegenheid brengt tussen mensen. Als je je goed voelt kun je het leven makkelijk alleen aan. Maar wordt het lastig, dan is het fijn als er iemand voor je is. Juist door die lastigheid ontspringt er liefde in de wereld. Een rare paradox, maar zo is het. Ongeluk is onvermijdelijk. Als je het kunt delen met de mensen om je heen, geeft de pijn je toegang tot een vervullend, zorgzaam en gelukkig leven.”


Dit artikel van Remco Sleiderink verscheen eerder bij Studium Generale Utrecht.

Reacties zijn uitgeschakeld