COLUMN - Lang geleden stond ik oog in oog met het Meisje met de Parel. Het was in het Mauritshuis in Den Haag, waar het volledige oeuvre van Johannes Vermeer te zien was. Omdat het niet echt druk was, kon ik er uitgebreid de tijd voor nemen. Dat deed ik dan ook maar. Als kansen voor het oprapen liggen, ben ik nooit te beroerd ze te pakken.
Ik keek van een paar meter afstand, ik keek van een paar centimeter afstand. De betreffende parel bleek uit niet veel meer te bestaan dan een klein wit vlekje in een iets groter grijs vlekje. Het klinkt wat pathetisch, maar om zo dicht met mijn neus op twee verfkloddertjes te staan die Johannes Vermeer zelf zo’n 330 jaar daarvoor had aangebracht… het had iets magisch.
Afgelopen zondag stonden in Tegenlicht de vervagende grenzen tussen echt en nep centraal. Een man, volgens mij een Taiwanese museumdirecteur, fantaseerde over kopieën van kunstwerken die zo echt leken dat ze niet van het origineel waren te onderscheiden. Een fantastisch vooruitzicht, vond hij. Dan kon je het origineel veilig opbergen in het depot en enkel de kopie tentoonstellen. Het origineel hoefde dat depot nooit meer uit te komen en kon tot in de lengte der dagen in z’n oorspronkelijke staat bewaard blijven. Ideaal, vond hij.
Maar wat is de zin van een kunstwerk dat nooit meer door iemand wordt gezien? Het had iets diep tragisch. Ja, het zou als een soort moederkunstwerk kunnen fungeren. Maar zelfs dat is niet nodig, zolang de nepkunstwerken inderdaad niet van het origineel zijn te onderscheiden. Je kunt gewoon de kopieën kopiëren. Er is geen verschil. Het origineel kun je net zo goed vernietigen.
Alhoewel, dat zeg ik nu wel. Doordat je de tentoongestelde kopie in andere omstandigheden bewaart dan het origineel, zullen ze langzaam van elkaar gaan verschillen. Hoe goed je ook je best doet de omstandigheden hetzelfde te houden. Wil je dat de kopie exact blijft, dan moet je ‘m om de haverklap vervangen door een verse kopie. Wacht tien jaar, dan zal men de verse kopie als een vervalsing percipiëren.
Een ander probleempje dat ik me ineens bedenk: dat Meisje met de Parel is sinds haar ontstaan in sixties van de 17e eeuw behoorlijk van uiterlijk veranderd. Ze heeft craquelures gekregen, ze is verkleurd, er zitten beschadigingen op. Mocht je nu een kopie van het Meisje met de Parel willen maken opdat je het origineel voor goed in een depot kan opbergen, welk kunstwerk ga je dan kopiëren? Het Meisje met de Parel zoals ze nu is, met alle door de tijd gedicteerde onvolmaaktheden… of Het Meisje met de Parel zoals Johannes Vermeer haar destijds heeft geschilderd en zoals ze dus bedoeld is? Dat laatste klinkt logisch, maar zou als fake worden beoordeeld.
Tegenlicht suggereerde dat de zucht naar echtheid iets typisch westers is. In Azië hebben ze veel meer waardering voor het artificiële. Daar maken ze weinig onderscheid tussen nep en echt. Nu de virtuele en de echte wereld steeds meer met elkaar verweven raken, moeten wij onze ideeën over echt en nep herdefiniëren. Maar bovenstaande overpeinzingen lijken mij wel duidelijk te maken dat de zaken behoorlijk gecompliceerd liggen. Want ook al vervagen de grenzen, de waardering voor het artificiële hangt toch samen met de mate waarin het authentiek overkomt.
Reacties (8)
“hat” …?
@1: Ik heb dezelfde ziekte: gezondheid. Als ik even niet oplet schrijf ik soms niet maar sgreif ik zomaar.
Taalgebruik, zelfs tijdens het schrijven, is blijkbaar zijn roots als gesproken communicatie nooit vergeten; het flirt met de letter maar blijft trouw aan de klank. Genant, soms, maar gezond … want niet ontaard.
(al las ik laatst ergens dat de zucht naar echtheid iets typisch westers is … )
Echt is veranderlijk (=tijdafhankelijk) en dus niet te kopiëren.
Alleen daarom al is Brein een foute instantie.
(oh en : …waar het volledige oeuvre van Johannes Vermeer te zien was. Omdat het niet echt druk was,… briljant en diep triest. Rijen dik had het moeten zijn. Als bij Dali in Rotterdam indertijd.)
Grappig blijft in feite het volgende:
Een goede “vervalser”, dus een met goede kennis van de oude pigmenten, zou een schilderij kunnen maken, dat meer op het origineel ten tijde van het ontstaan lijkt, dan het huidige “origineel” ;-)
Ik denk dat ik ook een kind van deze tijd ben, net als de Aziaten. Als het aan mij had gelegen was al die ouwe rommel netjes ingescanned, zodat iedereen het naar eigen smaak kan verphotoshopperen, en dan weggeflikkerd. Opbokken met die zooi! De wereld is al vol genoeg!
@5: zo veel ruimte nemen die oude schilderijen ook weer niet in.
Ik denk dat er meer schilderijen uit de BKR in Nederland opgeslagen zijn (nog wel tenminste).
Een probleem met die oude rommel, is dat op het moment van scannen het schilderij al anders is dan het bedoeld was. Niet alleen doordat de verf gaat barsten, maar ook doordat soms later dingen overgeschilderd, weggeschilderd of erbij geschilderd zijn.
De mensen op het plafond van de Sixtijnse kapel hebben bijvoorbeeld allemaal broekjes gekregen.
Door wetenschappelijk onderzoek kan soms ontdekt worden wanneer een verflaag aangebracht is. Met een scan is dat een stuk moeilijker.
En soms is het ook leuk dat de oude rommel onder de oppervlakte ook de kladversie van een schilderij bevat, en soms is dat zichtbaar met röntgen-straling.
Dus moet je meteen ook van alles een röntgen-scan maken.
En misschien een scan met een electronenmicroscoop.
Of misschien zijn er over 30 jaar nog betere manieren om oude schilderijen te analyseren, zodat we in photo-shop het schilderij beter dan ooit kunnen weergeven.
Maar dan moet je wel het origineel kunnen blijven onderzoeken.
@6: ik ben een hoarder geweest. Ik ken alle smoezen. “Dan bewaar ik deze stapel kranten daar op de trap want je weet maar nooit!” Gewoon weggooien.
Toevallig heb een soortgelijke ervaring gehad met dat meisje. Al wat jaren geleden werd er een film gemaakt naar aanleiding van het schilderij. (Eigenlijk twee, maar dat terzijde.) In deze film speelde een hele jonge Scarlett Johansson. Ik werkte op die filmset en zij stelde zich aan me voor.
Het was een hele korte ontmoeting, maar sinds die tijd heb ik haar nog heel vaak gezien op het witte doek, op de televisie. Eén ding weet ik alleen wel zeker. Ik vind het origineel een stuk interessanter en mooier dan een beeld van haar op een scherm. Hoe waarheidsgetrouw dat beeld er ook uitziet.