Gas uit Groningen: politiek heeft baat bij twijfel en onzekerheid

COLUMN - Onzekerheid in de politiek is wat anders dan in de pers en wat anders dan in de wetenschap. Dat werd duidelijk tijdens de eerste verhoren voor de Parlementaire Enquêtecommissie Gaswinning Groningen. Seismoloog Annemarie Muntendam-Bos (47) van de onafhankelijke toezichthouder het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) legde het verschil feilloos uit tijdens haar verhoor voor de commissie.

Pijn

Zij rekende in 2013 voor dat ophalen van gas correleerde met aardbevingen in het wingebied. Haar advies was om de gaswinning drastisch te minderen. Politiek een lastige boodschap: dat scheelt (veel) geld, zet afspraken (voor leveranciers) onder druk. Je hoeft geen ambtenaar van Economische Zaken te zijn om de pijn te voelen. Die pijn kreeg een uitweg toen Muntendam-Bos deed wat alle goede onderzoekers doen: haar conclusies voorleggen aan anderen. Zo mochten TNO en het KNMI meekijken en -praten.

Zij deelden de belangrijkste conclusies van het SodM, maar twijfelden aan onderdelen. Zoals onderzoekers betaamt, werd over die twijfel gediscussieerd, werden visies over de onzekerheden uitgewisseld, gezocht naar methoden en data om die weg te nemen. Nogmaals, ten overvloede, de essentiële conclusies (correleren van veel gaswinning leidt tot hevige bevingen) stond vast, de weg naar deze conclusie ook, de fijnmazigheid van de onderbouwing behoefte nazorg.

Status-quo

De politiek las in die twijfel, in de gewenste nazorg wat anders: geen aansporing om te stoppen (wat de onbetwiste conclusie was), maar handhaving van de status quo (doorgaan met oppompen). Want zolang er onzekerheid is, is er geen feit. Zolang er geen feit is, is er ruimte. En zo lang er ruimte is, geen noodzaak om te handelen.

De politiek pompte graag door en het debat met SodM legde daar een fundament onder: kijk, de experts zijn het niet eens met elkaar, dus waarom zouden wij stoppen met pompen?

Twijfelaars

Merchants of Doubt noemden Oreskes & Comway dat: de wetenschappelijke twijfel (hoe klein ook) uitvergroten als politieke legitimatie voor het behoud van de status quo. Roken veroorzaakt kanker? Nee, hoor: er is een sterke correlatie, maar geen absolute causaliteit (mijn opa rookt elke dag een pakje en is 103 geworden). En omdat er geen absolute zekerheid is, kan de twijfel worden uitvergroot als argument niks te doen. Dit mechanisme herhaalt zich nu ook in het klimaatdebat en is terug te voeren op de betekenis die aan onzekerheid wordt gegeven.

Onzekerheid is een wetenschappelijke maat die het verschil uitdrukt tussen de werkelijkheid (oneindig complex) en een model (oneindig gecontroleerd). Veel modellen zijn heel goed in het nabootsen van die werkelijkheid, maar de werkelijkheid is het niet. Veel gas uit de grond leidt tot ernstige bevingen  is een model met onzekerheden (hoe heftig, wanneer, waar), maar de correlatie was er.

Wensdenken

Onzekerheid in de politiek is een maat die het verschil uitdrukt tussen werkelijkheid (oneindig complex) en wenselijkheid (hoe we die graag willen zien). Veel politieke modellen doen dat heel goed (sterke correlatie): wat we zien en willen valt dan samen. Maar soms wordt die match verstoort door een feit. Een feit is absoluut en dictatoriaal. Een feit is een gegeven met een catastrofale uitwerking op de wenselijkheid. Dus: onzekerheid is ruimte om dat feit te negeren, te ontkennen en biedt ruimte. Politiek vaart bijzonder wel bij onzekerheid.

Feit is dat tussen (veel) gas winnen en (heftige) bevingen een correlatie zit. Twijfel is over er ook, maar niet om gas te blijven oppompen. Want die twijfel was er in 2013 al niet. Toen werd al berekend dat de kraan dicht moest – dat was toen al een feit.


Eerder verschenen bij vanderlubben
.

Reacties (2)

#1 Jos van Dijk

Onzekerheid in de politiek is een maat die het verschil uitdrukt tussen werkelijkheid (oneindig complex) en wenselijkheid (hoe we die graag willen zien)

Om over na te denken. Moeten we niet beter letten op wat er achter die ‘wenselijkheid’ schuilt (gas blijven winnen, boeren te vriend houden, vreemdelingen weren etcetera.)?

  • Volgende discussie
#2 Hans Custers

Ik moest denken aan deze tekst uit een rapport uit 1970 over mondiale milieuproblemen:

It is neither necessary nor feasible to postpone recommendations for action until scientific certainty can be achieved. The political process is accustomed to decisions in the face of uncertainty on the basis of a preponderance of the evidence or substantial probabilities or a reasonable consensus of informed judgement.

Geen speld tussen te krijgen en toch werkt het in de echte wereld helemaal anders. Ik denk dat het vooral een kwestie is van taal en van presentatie. Politici worden geacht zekerheid en daadkracht uit te stralen. Terwijl een wetenschapper die te zeker lijkt van zijn zaak argwaan wekt. (Zie bijvoorbeeld Bessel van der Kolk. Of de argwaan in dat geval wel of niet terecht is laat ik in het midden.)

  • Vorige discussie