“De regels voor de financiering van politieke campagnes zijn in Nederland veel soepeler dan in de Verenigde Staten. Als we Amerikaanse toestanden willen voorkomen moeten we nu regels maken. Anders is het te laat.” Mediaspecialist van de PvdA Martijn van Dam schetst tijdens het mediadebat Gekozen door de Media in het Haagse Nieuwspoort een beeld van de toekomst van Nederlandse verkiezingscampagnes als miljoenenondernemingen gefinancierd door een onoverzichtelijke hoeveelheid en verscheidenheid aan gulle gevers.
Van Dam vertelt een anekdote over een collega uit Amerika die hem vraagt wat zijn budget is. Wanneer Van Dam een bedrag noemt is de collega geschokt: “But you can’t even buy commercials from that”. Inderdaad, dat kunnen we niet”, zegt Van Dam. “Maar dat willen we wel. Zonder commercials zijn we afhankelijk van de journalistiek voor het overbrengen van onze boodschap.”
Nederlandse politieke partijen hebben dus meer geld nodig voor hun campagnes omdat ze alleen daarmee onafhankelijk van de journalistiek hun boodschap naar buiten kunnen brengen, bijvoorbeeld via commercials. Dat geld moet ergens vandaan komen. Het ligt voor de hand dat dit geld steeds vaker van bedrijven, organisaties en individuen gaat komen die daarmee de politiek willen beïnvloeden. Net zoals in Amerika.
Of erger. Want de regels zijn dus veel soepeler in Nederland dan in Amerika. Van Dam is fel tegenstander van financiering van campagnes door bedrijven en organisaties. Debatgenoot Frits Wester ziet er geen gevaar in, zolang maar bekend is wie wat geeft. Kiezers kunnen dan zelf oordelen of ze een partij nog vertrouwen of niet. Transparantie is belangrijk vindt ook Van Dam, maar het is niet genoeg. Er moeten andere manieren gevonden worden om de campagne te financieren.
Bijvoorbeeld via donaties van gewone burgers. Ook al weer: zoals in Amerika. “Onder de YouTube filmpjes van Obama stond een Google Checkout knop. Met een klik kon je na het zien van een inspirerend filmpje geld storten op de rekening van Obama.” legt campagnestrateeg Kirsten Verdel uit. Verdel werkte het afgelopen half jaar als stafmedewerker in het campagneteam van Obama en schreef het boek Van Rotterdam naar het Witte Huis.
De nieuwe media zijn de oorzaak van het verlangen van de politiek om de journalistiek over te slaan bij het overbrengen van haar boodschap. Gewoon, omdat het kan. Internet biedt niet alleen de mogelijkheid om burgers op allerlei manieren direct te benaderen, maar zelfs om ze bij de politiek te betrekken. Politieke partijen zouden wel gek zijn als ze die kans niet grepen. Daar zijn Van Dam en Westerman het over eens.
Ondertussen is de rol van de klassieke journalistiek uitgespeeld. Een bekend voorbeeld is Afghanistan. Ons beeld wordt bijna uitsluitend bepaald door nieuwsberichten geschreven door de overheid en door de overheid geregisseerde veilige uitstapjes van de klassieke journalsitiek en verder iedereen die maar wil. De felste kritiek komt tot ons via blogs van de soldaten zelf.
Maar Afghanistan is geen uitzondering. Het is niet de media die kiest, het zijn de afdelingen communicatie en pr die kiezen. Het leger van communicatiemedewerkers is in Nederland bijna vier keer zo groot is als de groep klassieke journalisten. Persvoorlichters zijn er evenveel als journalisten. Nederland kent 10 journalistieke opleidingen en 45 communicatieopleidingen [1]. Als we niet oppassen kunnen de studenten die aan die opleidingen afstuderen binnenkort massaal aan de slag bij de campagneteams van het CDA, de VVD en de PvDA.
In het laatste geval dus wel over het lijk van Martijn van Dam.
Reacties (8)
Als ik het goed begrijp is het dus óf de journalistiek die “duidt” en “filtert” of we krijgen de boodschap onvervormd door en kunnnen we zélf een oordeel vormen maar daarnaast ook kennisnemen van wat de journalist ervan vind.
Als ik mag kiezen, dan kies ik voor het laatste en moeten we voorkomen dat alleen de journalistiek grip heeft op de informatie stroom.
Journalistiek is geen “Exacte, Fundamentele, Wetenschap” die De Waarheid vertelt. Een systeem waarin partijen geen mogelijkheid hebben zelf contact te zoeken met de doelgroep, is overgeleverd aan de relatie tussen de partijen en de journalistiek. De gevestigde partijen hebben dan een onoverbrugbare voorsprong in het onderhoud van hun relaties met journalisten.
Ik moet nog eens denken aan het moment waarop D66 volledig uitgesloten werd van verkiezingsdebatten en reclame spots moest opkopen rondom een debat om toch nog wat kwijt te kunnen.
Net alsof een een politiek geïnteresseerde kiezer zich baseert op wat hij in de krant leest over politieke partijen. Daarvoor ga je toch naar de website van de partij, lees je het partijprogramma en zoek je het stemgedrag van die partij op? TV en krant zijn verleden tijd en elke partij heeft zijn eigen website waar hij onvervormd zich kan presenteren. En voor de mensen die minder moeite willen doen heb je altijd nog de zendtijd voor politieke partijen.
Politieke partijen moeten minder bezig zijn met het uitdragen van “boodschappen” en meer met goede politiek bedrijven, duidelijke besluiten nemen en beloftes nakomen.
Hoe meer geld en tijd besteed wordt aan de “boodschap” verkondigen, hoe duidelijker het is dat ze iets anders dan de werkelijkheid willen overbrengen.
dat terzijde natuurlijk
#3: Exact. Sterren dansen op de hofvijver.
Geachte vertegenwoordigers mijn: stop gaarne die verdonkisering weer en ga iets doen in plaats van jezelf profileren als iets doend.
#2: Met het probleem dat je in die zendtijd voor politieke partijen nu al weinig anders ziet als jaren achtereen herhaalde kretelogie-spotjes.
Dat is wellicht wel een punt, als dat al niet zo is: erg makkelijke en goedkope produktie-mogelijkheden voor het vullen van die zendtijd realiseren (en als dat iets nuttigs oplevert eventueel de zendtijd uitbreiden — en zeker op politiek24 kan dat nu al).
Een zeer goed initiatief.
Alleen was de geloofwaardigheid groter geweest als het van een partij was gekomen welke wel de steun van bedrijfsleven geniet.
Gewoon, omdat het kan.
Nee, gewoon omdat journalisten hun eigen agenda hebben en bovendien hun hoofdredacteur moeten plezieren.
En ons beeld van Afghanistan wordt vooral bepaald door het ontbreken van enige relatie tussen Nederland en Afghanistan. We komen daar voor het eerst, spreken de taal niet, .. Uiteraard zijn Nederlandse journalisten dan volledig afhankelijk van de millitairen en de tolken. Ik denk dat Pakistaanse journalisten daar minder last van hebben.