RECENSIE - Wat een uitstekend boek! Alles wat u over het verloop van de Spaanse griep zou willen weten, staat erin. Helder en vlot geschreven. Historische overzichten afgewissseld met persoonlijke verhalen, anekdotes en actuele wetenschappelijke informatie. En met in de laatste hoofdstukken een wijze les.
Alleen is dat wat mij betreft niet de les die auteur Laura Spinney voor ogen had.
Gruwelijke pandemie
De eerste driehonderd van de driehonderdzestig pagina’s gaat alles goed. Vol overgave beschrijft Spinney de afschuwelijke pandemie die vanaf het voorjaar van 1917 in drie golven over de wereld raasde, en uiteindelijk méér slachtoffers maakte dan de Eerste Wereldoorlog. Waar die uiterst besmettelijke en dodelijke griepvariant vandaan kwam, is nog steeds een raadsel. Mogelijk in de Verenigde Staten, waar het eerste ‘officiële’ geval werd genoteerd. Mogelijk in Noord-Frankrijk, waar zich in de overvolle, smerige Britse militaire kampen al eerder vergelijkbare uitbraken van griepachtige ziekten hadden voorgedaan, eerder dan in de VS.
En dan is er altijd nog Chinese platteland. Een gebied dat in die tijd zó regelmatig getroffen werd door ziekten (en waar mens, eend en varken zó dicht op elkaar leefden) dat dat per definitie over de beste papieren beschikt om als bron in aanmerking te komen. Waar is die dodelijke combinatie van viraal RNA ontstaan, die later de aanduiding H1N1 kreeg? Hebben Chinese arbeiders op weg door de VS (op weg naar het westelijk front, om daar loopgraven aan te leggen), de ziekte verspreid?
Eén ding is zeker: met Spanje heeft de griep niets te maken. Dat land had de pech dat de kranten er als eerste uitgebreid over schreven. Overal elders werden dergelijke verhalen weggecensureerd. En zo ontstond de mythe dat de ziekte uit Spanje kwam. Spinney vertelt het allemaal vlot, en in geuren en kleuren.
Slachtoffers
Al net zo verwarrend is de discussie over het aantal slachtoffers. Dat is in de loop van de afgelopen eeuw pakweg verzevenvoudigd, van rond de zeven naar tegen de vijftig miljoen. In de decennia ná de griep werd langzaam duidelijk hoe grondig ze had huisgehouden in met name de armere delen van de wereld. In het – ondanks drie oorlogsjaren – nog relatief rijke en gezonde West-Europa werd één op de drie burgers ziek, en kwam hooguit één op de tien van hen om het leven. Een totale sterfte dus van, zo schat men, rond de twee, drie procent.
Heel fors voor een griepvirus en een drama voor vrijwel elk getroffen gezin, maar elders lag de sterfte een stuk hoger. Tot wel tien, twintig keer zo hoog. Met name wanneer men ontsnapt was aan de nog redelijk milde eerste griepgolf. Wie die had meegemaakt, was beter bestand tegen de tweede, de meest dodelijke golf die in het najaar van 1917 over de wereld raasde. In streken die de eerste golf hadden gemist, kwam de tweede met verwoestende kracht aan.
Jammer genoeg gebeurde dit alles meestal in landen of gebieden waar geen sprake was van enige burgerlijke stand of medische administratie. Het schatten van het aantal slachtoffers is dan puur giswerk. Al rekenend en schattend liep het aantal slachtoffers de afgelopen decennia alsmaar op en op. Net zolang totdat de Spaanse griep de grootste ramp aller tijden was. Maar ondertussen vonden virologen het antwoord op de vraag hoe de Spaanse Griep zo dodelijk kon zijn. En wat we van de griep kunnen leren. Dat is heel veel. Spinney legt het keurig uit.
Vergeten plaag
Maar met al die wetenschappelijke vooruitgang, met al dat gereken en gepuzzel, werd een ander raadsel steeds groter. Waarom is de Spaanse griep vrijwel vergeten geraakt? Waarom weten we alles van de Eerste en Tweede Wereldoorlog, en in eigen land van de Watersnood en de Hongerwinter (respectievelijk 2.000 en rond de 20.000 slachtoffers) en leren we nooit iets over de Spaanse Griep, die in ons land rond de zestigduizend doden veroorzaakte? Ging die ramp echt zo geruisloos voorbij?
‘Door de Spaanse Griep heb ik de oorlog verloren,’ zou Erich Ludendorff hebben gezegd. Want net op het moment dat hij grote hoeveelheden Duitse troepen kon verplaatsen van het oost- naar het westfront, om de geallieerden de genadeklap te geven, stuurde de griep een groot deel van zijn soldaten naar het ziekbed. Wèg overwicht, wèg Endsieg. Ludendorff was uiteraard in staat alles en iedereen de schuld te geven voor de Duitse nederlaag (behalve zichzelf), maar een kern van waarheid schuilt er wel in deze opmerking.
De griep verzwakte het Duitse leger – én die van de Geallieerden. En Spinney makes the most of it. Ze speculeert dat de griep de uitslag van de Eerste Wereldoorlog heeft bepaald. En dat niet alleen. De hele loop der geschiedenis nam een andere koers. In menige kolonie kon iedereen zien dat de blanke bestuurders de griep beter doorstonden dan de autochtone bevolking, omdat ze goed voor zichzelf zorgden en sterker waren. Die tweedeling zette kwaad bloed, denkt Spinney. En zo stond de griep aan de wortels van de dekolonisatie. Spinney gaat daarbij zelfs zo ver dat ze opstanden als bewijs neemt in landen (zoals Egypte) die verder in het boek nergens worden genoemd.
Alomvattende invloed?
En daarna (we zijn op pagina 329) wil ze aantonen dat ook kunst en cultuur diepgaand door de griep zijn beïnvloed:
‘Het eerste dat gezegd moet worden is dat de kunst na de griep niet meer dezelfde was. (…) Er was sprake van een waterscheiding die even heftig was als de scheiding der wateren in de Rode Zee.’
Die in de Rode Zee is fictie; en die waterscheiding van Spinney is dat ook. Vanaf dat moment ontspoort haar boek ècht. Ze komt met allerlei maatschappelijke veranderingen, met artistieke stromingen, met afzonderlijke kunstwerken en boeken; ze besteedt vele plechtige woorden aan de omslag van de tijdgeest vóór en na de griep – maar wie een beetje vertrouwd is met de gigantische politieke, maatschappelijke én artistieke omwentelingen in die jaren, weet dat haar betoog een slag in de lucht is. Het is een nobel streven: Spinney wil deze grootste humanitaire ramp van de twintigste eeuw, of aller tijden, dolgraag van een passend doodskleed voorzien, met een immense sleep aan gevolgen. Maar dat lukt niet. Daarvoor veranderde er veel te veel, daarvóór en daarná.
Historisch bewustzijn
En daarmee is het grote raadsel nog steeds groot. De hele wereld heeft ongekend geleden onder de Spaanse griep. En ze is haar daarna in een paar jaar tijd weer goeddeels vergeten. Misschien omdat de pandemie gevolgd werd door een unieke geboortegolf. De aantallen gestorvenen werden opmerkelijk snel weer aangevuld. De doden werden vergeten; er zijn geen monumenten opgericht; er is geen gedenkdag. Ze vielen zinloos, roemloos, zonder dat er een dader viel aan te wijzen. Niemand kon er iets mee. Geen politicus, geen kunstenaar, geen schrijver. En zo kon de grootste ramp aller tijd geruisloos aan ons geheugen voorbij gaan.
Maar lees dat boek. Vooral de eerste driehonderd pagina’s.
Laura Spinney, De Spaanse griep, Uitgeverij de Arbeiderspers, 360 blz., 22,99 euro.
Reacties (8)
“en in eigen land van de Watersnood en de Hongerwinter (resp. 2000 en rond de 20.000 slachtoffers) en zijn leren we noot iets over de Spaanse Griep, die in ons land rond de zestigduizend doden veroorzaakte?” … “ze besteedt vele plechtige woorden aan de omsla van de tijdgeest vóór en na de griep ” het is misschien wat betweterig, maar volgens mij zou ik nog eens kijken naar je tekst voor je het plaatst.
Interessant stuk. Enne.. het was ongetwijfeld Thanos aan wie we de Spaanse griep kunnen toeschrijven.
Het gevoel dat dit soort pandemieën vergeten zijn heb ik persoonlijk niet. De zwarte dood, de Spaanse griep, en recentelijker HIV bijvoorbeeld zijn toch wel bekend dacht ik.
@2: Niet bij het grote publiek.
Bij een oorlog kun je helden toewijzen, een mindset opleggen. Een epidemie maakt geen onderscheid, de slachtoffers zijn net zo goed vrouwen en kinderen. Daarom geen monumenten.
Dat valt mee, dat raadselachtige. Een paar jaartjes naar RNA-sequenties staren heeft heel wat inzicht gegeven.
”According to our study […] the 1918 virus is rather of swine virus origin. The important new finding is that the RSCU signature of the PB1 gene of the 1918 virus is identical to that of the classical swine and human H1N1 viruses (including clade 1 viruses), and not related to that of any of the contemporary avian viruses, although the overall sequence of the PB1 protein is avian-like. To reconcile these observations at least two interpretations are possible: i) An avian virus entered the swine population a long time ago, adapted to pigs to obtain the new RSCU signature, and was able to shift between domestic birds and pigs since they live in a close neighborhood […] before it entered the human population around 1918; or, ii) a specific avian virus that differed in RSCU signature from the bulk of the other avian viruses was able to enter the pig population easily, possibly a long time ago, and then disappeared as avian virus. From there it may finally have been introduced to the human population shortly before 1918. Regardless which of these interpretations is correct, the data imply that the pig is not only necessary for the creation of reassortants between avian and human influenza viruses, but also for the adaptation of avian influenza viruses to humans. This indicates that the precursor of the pandemic virus of 1918 might have been a swine virus, which remained longer in the pig population than anticipated.”
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3004067/
Dus, hoogst waarschijnlijk van vogel naar varken naar mens, of van vogel naar varken en dan via vogel naar mens. Het varken was een belangrijke intermediair naar de adaptatie naar de mens toe.
Ondertussen in Mbandaka:
http://time.com/5288096/congo-ebola-six-new-cases-mbandaka/
@4: Zeggen Anhlan & Co nu dat mensen wel varkens lijken?
@5: Eerder dat varkens een kruising zijn tussen mensen en vogels.
Maar in alle serieusheid: het grote reservoir voor influenzavirussen wereldwijd is het migrerende watervogelbestand. Dat vliegt maar van hot naar her en dat zwemt maar en dat schijt maar op en in alles tijdens het vliegen en het zwemmen. Van alle laag-bij-de-grondse wroeters op aarde die het dichtst bij zowel al die uit de lucht gevallen poep als bij de mens staan, staat het varken op nummer 1. Zeker in tijden van oorlog, hongerige soldaten en chronisch gebrek aan koelkasten. Als je een Eerste Wereldoorlog begint, dan vráág je ook wel een beetje om zo’n pandemie.
De ‘Russische’ griepepidemie van 1977 was ook een H1N1-stam en heeft een apart verhaal. Men vermoedt dat dit virus perongelukexpres uit een Russisch of Noord-Chinees laboratorium was ‘ontsnapt’:
http://mbio.asm.org/content/6/4/e01013-15.full
@1
Als dat nou het enige was geweest… De meest hinderlijke dingen zouden er nu uit moeten zijn.
@4
Bedankt voor de link. Ik denk dat #0 meer aan de topografische oorsprong dacht dan aan de genetische. Dan is deze link interessanter. Die stelt dat ground zero in Haskell County in Kansas in de VS lag, en via een legerbasis een paar honderd kilometer verderop uiteindelijk met de soldaten naar Europa trok. Het gaat er wel vanuit dat de ziekte van 1916/’17 een andere ziekte was.
@7: Bedankt