Wat te doen met macht in de eurogroep
OPINIE - Als Jeroen Dijsselbloem echt voorzitter van de eurogroep wordt, kan Nederland eindelijk een beetje macht uitoefenen. Maar is Dijsselbloem daar wel klaar voor?
Vergeet die sukkels die denken dat je macht het grootst is als je aan een tafel met zestien anderen probeert iedereen te overschreeuwen, en dat je dus macht inlevert als je in een achterkamertje mag mee fluisteren met Angela, Francois en Mario. Als Jeroen Dijsselbloem werkelijk chef euro kan worden, is het voor Nederland het best als hij die mogelijkheid pakt en niet meer loslaat.
Want laten we eerlijk zijn: het was voor het thuisfront natuurlijk hartstikke fijn dat Jan-Kees de Jager telkens terug kon komen uit Brussel met de triomfantelijke mededeling dat hij weer de onbeschoftste van allemaal geweest was en dat de Grieken aan niemand zo’n teringhekel hadden als aan hem, maar wat is daarmee nou eigenlijk bereikt? Uiteindelijk moest Nederland, zoals altijd, gewoon het Duitse beleid volgen. En dat Duitse beleid werd en petit comité vastgesteld, zonder een Nederlander erbij.
Met Dijsselbloem in het achterkamertje krijgt Nederland in elk geval een mogelijkheid om mee te praten op het moment dat het er echt toedoet. Dat weegt ruimschoots op tegen het verlies aan gewicht tijdens het plenaire moment, als iedereen zijn mening bij de voorzitter mag inleveren. Dijsselbloem moet de Nederlandse opinie op dat moment neutraal aanhoren, maar dat betekent niet dat hem in het kleine gezelschap niet met stip mag presenteren. Dat deed Jean-Claude Juncker ook.