GeenCommentaar nam afgelopen dinsdag deel aan het radioprogramma Desmet Live. In het kader van de Week van de Democratie spraken Frits Barend, Koen Kleijn (hoofdredacteur De Groene Amsterdammer) en GC-redacteur Arnoud Boer onder leiding van Dieuwertje Blok over de invloed van de media op het publieke debat (luister hier het debat terug). Hieronder een column naar aanleiding van de discussie.
Afgelopen dinsdag mocht GC aanschuiven bij twee zwaargewichten van de traditionele media: Frits Barend en Koen Kleijn. Een hele eer en tevens een lastige opgave, want deze heren zijn door de wol geverfde journalisten. Het onderwerp: invloed van de media op het publieke debat.
Bloggers zijn de dorpsfanfare
Twee woorden die al snel vielen waren “amateurs” en “poortwachter”, en die begrippen vormen dan ook bijna altijd de kern van de kritiek van de traditionele media op weblogs. Frits Barend vergeleek bloggers met fanfare-musici, waarbij de traditionele media het concertgebouworkest zijn. En daar heeft hij natuurlijk wel een punt, want webloggers zijn inderdaad geen opgeleid journalisten en zijn niet getraind in het schrijven van afgewogen artikelen. Ze hebben daarnaast niet de tijd en middelen om zich exclusief bezig te houden met een aandachtsgebied als sport, politiek of entertainment. De conclusie: webloggers zouden die onderwerpen maar beter aan de professionele journalist overlaten.
Dat lijkt me toch wat kort door de bocht. Een net afgestudeerde journalist is net zo goed een leek op het gebied van politiek en sport als een afgestudeerd politicoloog of profvoetballer op het gebied van journalistiek. En net zoals de journalist langzaam bekend raakt met de politiek, kan een voetballer of politicoloog goed leren schrijven. Een mooi voorbeeld is Jan Mulder, die na zijn voetbalcarriere uitgroeide tot een begenadigd columnist zonder ooit de opleiding journalistiek te hebben gevolgd. Dezelfde Mulder nam later ook plaats in het tv-programma van Frits Barend en Henk van Dorp, waarin hij zijn mening mocht geven over allerhande onderwerpen. En zo neemt op zijn beurt Frits Barend weer met enige regelmaat plaats in voetbalprogramma’s zonder ooit zelf prof geweest te zijn.
Op internet zie je dat het ook andersom kan: op zogenaamde nicheblogs berichten experts over hun vakgebied en doen dat steeds beter. Kijk bijvoorbeeld eens op wiskundemeisjes.nl waar promovendi met zeer leesbare artikelen over wiskunde komen, of op spotlighteffect.nl waar studenten communicatiewetenschappen de media vanuit hun opleiding waarnemen. Er zijn nog legio andere voorbeelden. En overigens trekken ook kranten de laatste jaren voor veel vakgebieden geen journalisten aan maar goed formulerende vakmensen.
Opinielogs faciliteren het publieke debat
Blogs als GeenCommentaar vallen echter niet in deze categorie. Het overgrote deel van onze medewerkers is geen opgeleid journalist of politicoloog. Maar GeenCommentaar is een opinielog en heeft daarmee dus een andere functie. Blogs zoals GeenCommentaar zijn meer te vergelijken met het tv-programma Het Lagerhuis, waarbij de geïnformeerde leek debatteert over een gegeven stelling. Als burger vorm je je mening namelijk niet alleen door passief de output van de traditionele media te consumeren, maar ook door daar met anderen over te praten: het vaak aangehaalde publieke debat. Weblogs zijn bij uitstek een middel om dat publieke debat breed te voeren en om je mening bij te stellen onder invloed van de onderbouwde betogen van mensen die het niet met je eens zijn. Blogs faciliteren een goede discussie omdat je je bronnen kunt linken. De lezer van de opiniepagina van een krant daarentegen kan geen eigen mening vormen over de bronnen die een journalist heeft gebruikt aangezien hij daarover in het algemeen in het ongewisse wordt gelaten. En in tegenstelling tot een krant praat een weblogger terug, zodat deze ter verantwoording kan worden geroepen of om meer uitleg van zijn stellingname kan worden gevraagd. Iets waar journalist Joris Luijendijk al langer voor pleit, een oproep die de traditionele media niet lijken te horen.
De media als poortwachter
Het tweede begrip is de poortwachtersfunctie: de media als bewaker van kwaliteit en ethiek in het tot stand komen van de berichtgeving. Het oordeel over die kwaliteit laat ik eigenlijk liever aan de lezer over, met de opmerking dat het ene log het andere niet is. De kwaliteit en gehanteerde ethiek kan wisselen per log en dat is een terecht kritiekpunt. Het enige wat ik daar tegenin kan brengen is dat wij als GeenCommentaar niet verantwoordelijk zijn voor de ethiek en kwaliteit van bijvoorbeeld GeenStijl, net zoals de Volkskrant niet verantwoordelijk is voor de Sp!ts. Blijft staan dat wij niet ter verantwoording te roepen zijn bij de Raad voor de Journalistiek. Een punt om in de toekomst verder over te discussieren.
Tenslotte was voor mij het gebrek aan kennis over weblogs van Barend en Kleijn een smet op het programa, zeker omdat ze met stevige kritiek kwamen aanzetten. Zo trok Kleijn de interactiviteit van weblogs in twijfel:
Mensen leveren iets af en gaan zitten kijken wat daar mee gebeurt. […] Ik heb de indruk dat mensen alleen maar komen om hun zegje te doen. Het idee dat je je door iemand zou kunnen laten overtuigen dat lijkt vaak [afwezig].
Ik vraag me dan af of Kleijn uberhaupt eerst opinielogs als GeenCommentaar en Sargasso leest voordat hij zijn mening vormt, want dit klopt gewoon niet. Redacteurs mengen zich zo goed als altijd in de discussie volgend op hun eigen artikelen. Ook presentatrice Blok bleek zich slecht te hebben voorbereid: ze vroeg of het niet klopte dat Ayaan Hirsi Ali uitgescholden werd op GeenCommentaar. Na ontkenning door Arnoud zei ze ons dan misschien te hebben verward met GeenStijl. De toon waarop ze dit opmerkte liet ook nog eens de indruk bestaan dat dit schelden wél had plaatsgevonden.
Mijn conclusie na dit debat: de weglogwereld zal nog heel wat moeten lobbyen voordat de traditionele media weblogs niet langer zien als een bedreiging, maar als een uitdagend middel om dichter bij de lezer te komen.
Reacties (15)
De kennis van Kleijn, Barend en Blok over dat wat online gebeurt was stuitend. Als je journalist bent is het volgens mij je vak dat je in ieder geval weet waar je het over hebt, zeker in een debat.
Ook bij mij waas de indruk gewekt dat de discussiepartners van Astronaut geen idee hadden wat een weblog was (of een webforum of zoiets), wat daar gebeurde en volgens mij hadden ze GC niet even bezocht om te kijken wat het idee erachter was.
Volgens mij bewijst dat ook dat “journalist zijn” niet heel veel hoeft te betekenen.
Het wijst er in elk geval op dat ze weblogs niet echt belangrijk vinden. Maar enige interesse tonen in de achtergrond van een van je gasten lijkt me als presentatrice wel het minste wat je kan doen.
Misschien zijn we wel een beetje snel op onze tenen getrapt; de meest bekende exponent van het fenomeen “weblog” (GS) zet ons nou niet bepaald in een positief daglicht. Hopelijk wordt dat na deze avond al een beetje anders. Frits Barend scheen de naam van ons log te hebben genoteerd, dus wellicht komt hij nu af en toe even kijken.
Kleijn heeft misschien af en toe op Telegraaf.nl gekeken, en daarvoor kloppen zijn opmerkingen over het gebrek aan interactiviteit natuurlijk wel.
Ik heb niet alles toen gehoord, maar ik denk dat bovenstaand stuk wel een juist beeld weergeeft. Ook in zijn algemeenheid.
Ik vind het trouwens vreemd dat alle weblogs over een kam geschoren worden, terwijl dit met de media natuurlijk niet gebeurd. Opleiding daargelaten, vind ik bijv. geencommentaar toch ver uitsteken boven bijv. een Story of Prive. Dat is toch ook de “oude media”? Zo zijn er ook verschillend qua weblogs.
Overigens denk ik ook dat specialistische websites vaak meer kennis bijdragen en zelfs opinie kunnen beïnvloeden dan de algemene media. Dat heb ik zelf ook ondervonden toen ik een zeer grote muziek-website had opgezet en jarenlang in de lucht heb gehouden. De mening daarom was (ook tot ongenoegen van veel mensen die het er niet mee eens waren) vaak belangrijker voor mensen dan wat in de meer algemene muziekbladen stond. Vooral omdat het zo specifiek was dat die kennis niet in een algemeen blad terug te vinden was.
Ik denk trouwens dat er verder gewoon nog veel missie werk gedaan moet worden over wat dit soort websites nu uiteindelijk zijn. Het is natuurlijk een zeer jong medium uiteindelijk. En ook zal het kaf van het koren nog gescheiden moeten worden.
Ik verbaas mezelf er eigenlijk nog steeds wel over dat als ik tegenwoordig de dag begin ik niet meer eerst nu.nl open, maar eerst geencommentaar. (maar wel altijd na userfriendly.org :p). Ik heb daarvoor toch altijd een negatieve associatie gehad met weblogs door bijv. geenstijl. En ik ben alles behalve clueless, want het internet is toch mijn brood :p
Mij viel op hoe neerbuigend de toon was, alsof er een klein kindje aan tafel zat dat af en toe ook wat mocht zeggen. In dat licht vond ik dat Arnoud het erg goed deed. Zijn antwoorden waren beheerst en zinnig. Jammer van dat uitglijdertje over schelden en schieten, want dat gaf Barend -zelf bedreigd- munitie om Arnoud alsnog in de hoek van de schelders te drukken.
Abhorsen: ik ben benieuwd; welke site betrof dat en waarom denk je dat de invloed van die site groter was dan andere media-outlets? Enneh, hoe verdien jij je brood met internet? Designer of ontwikkelaar ofzo? Er zijn geloof ik maar weinig mensen in NL die van een blog kunnen rondkomen.
@5: Daar ben ik het niet mee eens, ik vond dat Astro zich daar goed staande hield.
@7 Dat zeg ik toch ook, dat hij zich goed staande hield. Zijn antwoorden waren rustig en zinnig, adequaat dus. Maar aan de toon van de anderen kon Arnoud niets doen, en die vond ik toch licht neerbuigend. Arnoud doorstond dat goed.
Hoe kan iemand nu weblogs met fanfaremuziek vergelijken als hij er blijk van geeft noch van weblogs, noch van fanfaremuziek verstand te hebben?
Er schijnen namelijk vele fanfares in Nederland te zijn die op hoog (ook internationaal) niveau opereren. En zo zijn er ook uitstekende weblogs.
En wees nou eerlijk: zo’n opendeur onderwerp als ‘de invloed van de media op het publieke debat’ is toch ook een blijk van een treurigstemmend gevoel voor originaliteit?
Nee, dan ga ik toch liever hier zitten lezen dan naar een paar beroepsbabbelaars zitten luisteren, waarvan er eentje zelfs een complete zender heeft opgericht voor ouwehoer-tv.
@6. De site bestaat nog steeds… tja, soort van hij is redelijk in verval geraakt. Ik weet niet of je daar precies de gehele geschiedenis van wilt weten echter :p http://www.doom-metal.com Dit is en was nog al een specialistische website. Heel specifiek op 1 sub-genre. In haar hoogtijd dagen had het een paar duizend unieke bezoekers per dag (je wilt overigens niet – zeker in die tijd – weten wat dat aan kosten met zich mee bracht qua bandwidth – we zijn er nog al wel eens uitgeflikkerd door providers omdat de website teveel trafic genereerde en we echt persee naar een dedicated host toe moesten – en dat is duur, tenminste toen wel).
Waar je de invloed aanmerkte is o.a.:
– Er is terminologie door ons geïntroduceerd die uiteindelijk in de overige pers is overgenomen.
– Er zijn bands bij record-labels gesigned omdat ze expliciet van ons aandacht kregen. En dat is niet een eenmalig geval.
– Overal nu nog op het internet vind ik op muziek websites beschrijvingen die ik ooit geschreven heb (last.fm, etc.) van bands.
– Er zijn tours (zowel door Amerika als heel Europa) georganiseerd via de website (was wel leuk dat ik toen ook gratis toegang kreeg :p).
– Er zijn bands opgezet via de website die inmiddels normaal in de bladen besproken worden.
– Er is een sterke tegen reactie gekomen van mensen die het niet met de meningen op de website eens waren. Van karaktermoord tot doods bedreigingen, en alles daar tussen in. (you ain’t famous till somebody hates you I guess). En dan niet vanuit de hoek van mensen die reacties posten (ook natuurlijk) maar vanuit de industrie zelf. Record labels en bands die hun eigen belangen beginnen te verdedigen via jouw website of tegen jouw website. Een van de grotere bands binnen het genre tegenwoordig is o.a. ook zo groot geworden in mijn mening omdat ze publiciteit kregen door zich tegen ons af te zetten.
Het was een hobbie projectje dat enorm is uitgegroeid. Maar in die tijd waren er eigenlijk nog helemaal geen dynamische websites, het was letterlijk 1 van de 3 websites die iets melde over het genre (en 2 van die websites lagen aan de grondslag van de website en zijn er in opgegaan) en de pers zweeg het dood. Dit is allemaal inmiddels al zo’n 7 a 10 jaar terug. De website is inmiddels volledig achterhaalt, uitgekleed en niet meer van deze tijd. Er is een schaduw over van mensen die de website niet kunnen loslaten. Maar het stelt niets meer voor. Ook omdat het niet met zijn tijd is meegegroeid.
Het laatste puntje van invloed dat ik noemde heeft er trouwens voor gezorgd dat ik er mee gestopt was. Het was niet leuk meer. Ook nam het naast mijn werk meer tijd inbeslag dan mij lief was uiteindelijk. Maar dat is alweer jaren terug.
—
Mijn brood verdien ik tegenwoordig als ICT manager, maar ik ben ooit begonnen als Developer en snel ook hoofd van development geworden. Ik programmeer overigens nog steeds wel van tijd tot tijd (al was het maar om de feeling er niet mee te verliezen). Ook heb ik zolang mee gekeken met designers dat ik tegenwoordig -als er geen designer is- mij wel eens waag aan een design zelf. Beetje manusje van alles geworden.
Zowel vanuit mijn opleiding als mijn -bijna gehele- carieere altijd gericht op de interactie tussen mens en machine en nieuwe media zoals het Internet, Multichanneling, Integration of services, etc. (uitzondering is aan het begin ervan). Ik ben betrokken geweest bij de bouw en ontwikkeling van redelijk wat websites en webapplicaties die je misschien in het dagelijks leven gebruikt :D Deze vrijdag is er nog een applicatie (niet publiek) door Prinsje Willen Alexander in gebruik genomen. Ook daarvoor was ik er al mee bezig. Ik ben er zo eentje die een BBS heeft gehad voordat Internet nog goed en wel beschikbaar was in Nederland. Toen zag ik het Internet eerst nog als grote bedreiging voor de BBS’en :D
@Abhorsen: Vergeet de site die je voor je opa hebt gemaakt niet :-)
Ik heb zover ik weet nog nooit een website voor mijn opa gemaakt. Misschien omdat beide al jaren dood zijn?
Dat de oude media blogs behandelt als Calimero, moet nog niet betekenen dat de blogs zich als Calimero moeten voelen. Negeer gewoon degenen die achterblijven en richt je op degenen die wel met de tijd meegaan.
@13: Dan wordt het eenzaam, maar we hebben nog wel een paar breekijzers :-)
@Abhorsen: leuk om te horen! We kunnen van jou dus binnenkort een recensie van de nieuwste doommetal verwachten?
;-)
@Bismarck: ik voel me geen calimero, maar een onjuiste weergave van de blogscene wil ik wel aankaarten.