‘Hij had genoeg gemerkt, zei de schilder, hij had althans ervaren wat voor een ziekte dat was, plicht, en wat hij daartegen kon doen, dat zou hij ook doen; de slachtoffers verwachtten dat, de slachtoffers van de plicht.’
Wie kent het gevoel van ‘de vreugde der plicht?’ En moet je altijd je plichten vervullen? Of is overmatig plichtsbesef eigenlijk een ziekte? ‘Plicht’ is een belangrijk thema in de roman ‘Duitse les’ van Siegfried Lenz. Deze schrijver is in Nederland niet zo bekend, maar qua importantie kan hij zonder meer gelijkgesteld worden aan Heinrich Böll en Günther Grass.
In ‘Duitse les’ vertelt Siggi Jespen het verhaal over zijn jeugd in Schleswig-Holstein ten tijde van het Derde rijk. Hij is de zoon van de posthuiscommandant van Rugbüll en zijn echtgenote, zoals hij zijn ouders aanduidt. Siggi’s vader is een plichtsgetrouwe veldwachter die alle orders uit Berlijn strikt opvolgt, te strikt volgens sommige dorpsbewoners. Op een dag ontvangt vader het bevel om er op toe te zien dat zijn vriend en buurman Max Ludwig Nansen stopt met schilderen. De schilderijen zijn ‘entarted’ en alle werken van de laatste twee jaar moeten in beslag worden genomen. Ook al heeft de kunstschilder ooit het leven van Siggi’s vader gered, de posthuiscommandant ziet geen enkele reden om een oogje dicht te knijpen wat het schilderverbod betreft. Voor hem is er geen grotere vreugde als het doen van je plicht.
Tja, hoe onderzoek je of een schilder wel of niet werkt? Het schilderverbod blijkt voor de commandant oncontroleerbaar en daarom moet Siggi aan zijn vader rapporteren of hij schilder aan het werk heeft gezien. Voor Siggi breekt een lastige periode aan. Hij vertoeft graag in het atelier van buurman Nansen om hem aan het werk te zien. Max Ludwig Nansen is beslist niet van plan om zich bij het schilderverbod neer te leggen: ‘Ik word er kotsmisselijk van als jullie ’t over je plicht hebt. Wanneer jullie over de plicht beginnen, dan moeten anderen hun borst nat maken…’ De kunstschilder besluit om onzichtbare schilderijen te gaan maken, want die kunnen niet in beslag genomen worden. Siggi is razend benieuwd naar deze onzichtbare kunst en probeert er alles over te weten te komen. Hij heeft er alles voor over om een glimp op te vangen van deze imaginaire schilderijen, maar buurman Nansen geeft hem geen kans.
‘Je moet ‘t je zo voorstellen dat op deze schilderijen niet alles onzichtbaar is: kleine aanwijzingen, tekens, aanduidingen – van die pijlpunten, weet je wel – die zijn er wel te zien; maar het belangrijkste, dat waar het om gaat: dat is onzichtbaar. Het is er wel, maar onzichtbaar, als je me begrijpt. Op een dag, wanneer weet ik niet, in een andere tijd, zal alles zichtbaar zijn’.
Niet lang na de val van Hitler wordt Siggi opgenomen in een in een heropvoedinggesticht. Delict: hij is een kleine kunstcrimineel. Uit angst dat de schilderijen van zijn buurman en vriend Nansen vernietigd zullen worden is hij begonnen met het verbergen van de kunstwerken. Tijdens zijn hechtenis moet Siggi een opstel schrijven over de vreugde der plicht. Eerst lukt het hem niet om aan het opstel te beginnen, zoveel dingen schieten hem te binnen, maar als hij eenmaal op dreef is, dan weet hij van geen ophouden. Wekenlang zit hij in zijn cel om de gevolgen van zijn plichtsgetrouwheid van zijn vader te beschrijven. ‘Als zijn medegedetineerden een vlucht uit de gevangenis voorbereiden besluit Siggi dat hij niet met hen mee kan. Hij moet zijn strafwerk af maken, hij is nog lang niet klaar met zijn verhaal. ‘Ze hebben jou zeker ook te pakken gekregen, die vreugden der plicht’, moppert een van de andere jongens. Hij heeft gelijk: Siggi is verslaafd geraakt aan het schrijven.
Wie zich ooit heeft verdiept in het werk van Emil Nolde zal hem onmiddellijk herkennen in het personage Max Ludwig Nansen, de kunstschilder. Ook Emil Nolde woonde en werkte op een terp in het waddengebied van Noord-Friesland. En ook Emil Nolde kreeg een schilderverbod opgelegd. Hierover was hij zeer verbaasd, want hij was niet Joods en niet tegen de nazi’s. Toch werd zijn werk als ‘entarted’ gezien. Uit angst dat de geur van olieverf hem zou verraden begon Nolde stiekem aan een serie aquarellen, die hij ‘Ungemalte Bilder’ noemde. Zijn schilderijen zijn tegenwoordig te bezichtigen in het ‘Noldehaus’ te Seebüll.
Terug naar‘Duitse les’. Dit boek beschrijft ook de vanzelfsprekende relatie tussen ouder en kind die maar al te snel verwatert in uitbuiting. Siggi moet zijn vader helpen met het controleren van het schilderverbod. Het belangrijkste argument hiervoor is dat Siggi moet opgroeien tot een nuttige volwassene. Hij moet leren om zich in de dingen te schikken. Zijn vader hierover: ‘Van jou maken we iets bruikbaars, let maar op.’ Dikwijls dacht ik tijdens het lezen aan de kinderjaren van Maxim Gorki. De ouders zetten hun kroost in voor hun eigen doelen en bovenal: de wil van een kind moet gebroken worden.
‘Duitse les’ is een licht absurde roman en geeft prachtige beschrijvingen van het Duitse Waddenlandschap. Je hoort de meeuwen krijsen en de sterke rukwinden om je lijf razen. Voor wie niet bang is voor de lange zinnen van Siegrfied Lenz, is dit een perfect boek voor de grote vakantie.
Als uitsmijter geef ik nog één citaat. De kunstschilder Max probeert zijn vriend en buurman, de postcommandant van Rugbüll te overtuigen dat het verkeerd is om enkel te denken in termen van ‘Befehl ist Befehl’: Jens, luister naar me. Luister nog een keer naar me. We moeten toch met elkaar kunnen praten. We kennen elkaar toch al lang genoeg. Ik begrijp dat jij niet neutraal kunt zijn, ik ben ook niet neutraal. Iedereen heeft zijn taak. Maar vooruitkijken – we konden toch altijd nog vooruitkijken waar de dingen toe leiden….. Laten we liever nadenken hoe het er over twee, drie jaar uit zal zien, misschien nog wel eerder. Als we ergens toe verplicht zijn dan is ’t wel om vooruit te zien…..
Siegfried Lenz: Duitse Les, Van Gennep, 510 p.
Reacties (5)
Leuk artikel over het dwingen in de oude wereld. Graag ook zo’n leestip over de nieuwe wereld.
Waar het dus over gaat: Bij dit schilderij wordt inderdaad verwezen naar Emil Nolde. Niet bepaald nationaal socialistische kunst, zo te zien.
sterker nog: Nolde was nogal tamelijk enorm ontzettend pro-Nazi.
maar wat me echt stoort is dat ik geen verkooppraatjes wil, verpakt als sargasso topics.
@1 het zal niet meevallen om nu al zo’n goed boek te vinden over deze tijd
@2 dank je wel voor de afbeeldingen. Eerlijk geschreven: ik ben geen liefhebber van de schilderijen. Ik heb wel gehoord dat het Nolde-museum de moeite waard is, vooral vanwege de historie en de ligging
@ je hebt gelijk, ik weet niet hoe ik me ‘nogal tamelijk enorm’ moet voorstellen, maar hij was zeker niet tegen de nazi’s
@3, Henrik: Verrek, ook volgens Wikipedia was Emil Nolde al sinds 1920 lid van de Nazi-partij. Je wordt terecht geciteerd door Kyra, zelfs nog onvolledig: Emil was “nogal tamelijk enorm ONTZETTEND”. Kyra omschrijft dit met een understatement, met “hij was niet Joods en niet tegen de nazi’s”. Haar laatste citaat in @0 zette mij eerder op een verkeerd been.