Bolkestein schrijft zoals hij praat. De zinnen zijn kort en helder. Het is een genoegen hem te lezen en te beluisteren, ook wanneer je het met hem oneens bent. Alleen: het is wel de praktische politicus, die aan het woord is, de meester van de persuasieve communicatie.
Veel ruimte voor aanvulling of verschil van mening laat hij niet: zijn teksten zijn nogal apodictisch, hij doceert eigenlijk in een beetje ouderwetse stijl. Dat werkt, bedoeld of onbedoeld, niet zo liberaal. Zijn laatste boek, “De intellectuele verleiding”, heeft deze effecten ook. Het is Bolkestein, met zijn erudiete breedheid en zijn durf. Maar zijn beste boek is het niet.
Het thema
Bolkestein wil de kracht en werking van ideeën in de geschiedenis onderzoeken. Dat is geen klein onderwerp. Hoe hij dat precies wil doen en waarin hij zich wil onderscheiden van andere filosofen of historici is minder duidelijk.
Het onderwerp brengt met zich dat je iets moet vinden van intellectuelen. Bolkestein vindt zichzelf een prakticus: hij is eerst in de handel gegaan, daarna in de praktische politiek. Daarmee neemt hij afstand van de academische wetenschap, misschien zelfs ook van de hoge cultuur.
Dat lijkt mij wel in orde. Want in zijn tekst toont hij zich in terzijdes een klassiek conservatief politicus. Politiek moet vooral niet groots en meeslepend zijn.
Zwakheden
De Intellectuele Verleiding is niet sterk in structuur of compositie. Sommige hoofdstukken hebben wat bits geformuleerde conclusies, andere niet. Soms schetst Bolkestein de maatschappelijke context, waarin een verleidelijk idee ontspruit, soms blijft het bij suggestie, of overtuigt hij veel minder. Hij werkt veel met verhalen, toneelstukken, romanfiguren, maar waarom hij die invloed toedicht blijft te vaak ongewis. Hij is daarin ook selectief: allerlei minder bekende schrijvers krijgen veel aandacht, maar schrijvers als als Kafka, of Benda, toch invloedrijke vertolkers van ideeën en denkbeelden in een bepaalde periode, wordt slechts een maal indirect vermeld, of geheel niet.
Ik had een dag of drie nodig om het boek te lezen; ik ben wel vervuld van kritiek, maar niet teleurgesteld. Dat is een beetje vreemde mengeling van gevoelens. Wat veroorzaakt die mengeling? Bolkestein mag filosofisch geschoold zijn, het maakt hem nog geen ideeënhistoricus. Hij put inspiratie uit een grote hoeveelheid van bronnen, maar op belangrijke momenten overtuigt hij niet met een nieuw perspectief of vergezicht, b.v. als het gaat over de golf van nationalistisch enthousiasme, waarmee men zich in 1914 in de Eerste Wereldoorlog stortte, of het falen van het democratische denken, waarmee aan het einde van de Weimarrepubliek, de ruimte voor de bruine horden werd geschapen.
Bolkestein heeft het niet zo op intellectuelen, maar wie zijn dat precies? Hier zit de praktische politicus Bolkestein, de wetenschapper in de weg.
“Zij hebben de neiging op basis van algemene beginselen en niet gehinderd door ervaring uitspraken te doen over tal van bijzondere onderwerpen, wat vaak ontaardt in ijdel getheoretiseer dat het zicht op de werkelijkheid blokkeert.” (p.292)
Hij zegt eigenlijk: als je intellectuele ambities hebt, moet je eerst in de handel en daarna in de praktische politiek, zoals ik. Pas als je ervaring hebt opgedaan in de praktijk van de politiek en het economisch leven, mag je uitspraken doen van algemene aard. Als je de pest hebt aan academische fraseurs zit daar wat in; maar het is ook een karikatuur.
Spannende opvattingen
Bolkestein heeft hier en daar ook spannende opmerkingen, die niet worden uitgewerkt en die over de kern van zijn thema gaan. Met sommige ben ik het eens, met andere niet. Maar het ideologische karakter ervan lijkt mij onmiskenbaar. Je mag het ook een wijsgerige anthropologie noemen. Het klinkt mooier, maar dat is de basis van een politieke ideologie.
Op p.169 schrijft hij: “Het lijkt er op dat mensen hun voorspoed niet kunnen verdragen omdat die geen bescherming tegen de onvermijdelijke verveling biedt.”
Dat is boeiend: is verveling een drijvende kracht in de geschiedenis? Hij spreekt elders ook over “aangeboren rusteloosheid” van de mens. Je mag de mens dit talent tot verveling toeschrijven, maar het zegt iets over je mensbeeld. Mijn verweer: ik heb mij nooit verveeld, ook niet in tijden van voorspoed.
Op p. 173 : “Rancune is in de politiek een uiterst belangrijke drijvende kracht”.
Ook deze opmerking komt terug, b.v. als het gaat over de ontstaansgeschiedenis van het fascisme. Maar veel nieuw inzicht biedt Bolkestein er niet over. Dat is jammer, want een belangrijke drijvende kracht toch? Ik heb de neiging het met hem eens te zijn. Maar: wat is het precies? Waardoor wordt rancune gevoed? Wanneer ontstaat politiek gevaar? De opmerking is interessanter dan de uitwerking, die eigenlijk achterwege blijft.
Op p.179: “Mensen wilden ontsnappen aan de spanning tussen individu en maatschappij.”
Ik heb daarover eerder in deze kolommen geschreven in een pleidooi voor “romantische ironie”, naar een begrip van Antjie Krog in een “Van der Leeuw” lezing. Ik moet aannemen dat Bolkestein huivert bij het woord romantisch, maar de invulling van de dichteres moet hem wel aanspreken. Maar opnieuw: waarom de spanning tussen individu en samenleving bestaat, hoe je die voelt en wanneer die spanning ondraaglijk wordt, legt hij niet uit…
Op p.280/281 schrijft hij: “Referenda komen echter altijd tot conservatieve beslissingen, want de meeste mensen willen alles nu eenmaal het liefst zo laten als het is.”
Het is opnieuw een opmerking die wijst op een wijsgerige anthropologie en een visie op de politiek, die om een nadere uitwerking vraagt. Is het waar dat referenda altijd conservatieve uitkomsten hebben? Willen mensen doorgaans alles zo laten als het is? Het zou kunnen, maar het lijkt me het mensbeeld van een conservatieve beschouwer.
De ‘Paarse’ kern
“Als de mens niet langer verplicht is zijn instincten aan banden te leggen, dan is het immers niet langer de rede maar het verlangen dat al zijn handelingen stuurt.” (p.207)
Wie zal dat bestrijden? Maar is dit niet juist een kernpunt? Plato schrijft over de mens als menner van een tweespan: het ene paard is wit en laat zich gemakkelijk mennen, maar het andere is zwart en het is onrustig en bijna niet in toom te houden. Het zijn de twee “Seelen” van Goethe in een zelfde borst. Moeten we niet vaststellen dat mensen getrokken worden door twee paarden, het ene van de ratio, de prudentie en het koele redeneren, en het andere van het verlangen, het gevoel en de emotie? Bolkestein houdt ons voor dat wij realiteiten moeten erkennen. Is dit er niet één? Dan gaat het er om welk paard wanneer de overhand heeft. Ik ben het graag met hem eens dat het witte paard van de ratio dan de voorkeur heeft, want over gevoel is het slecht communiceren, laat staan besluiten nemen. En dat moet de politiek doen.
Bolkestein toont zich een volgeling van Popper: politiek moet problemen oplossen. Dat is een nobel ambacht. Politiek moet vooral niet proberen grote heilstaten te scheppen, in navolging van warrige theoretici, die niet met hun voeten in de klei hebben gestaan. Het communisme stortte uiteindelijk ineen, “onder het gewicht van holle woorden en lege schappen.”
Ik heb kritiek op het boek: de keuzen van Bolkestein zijn niet altijd de mijne, als hij op gang komt zijn soms karikaturen het resultaat. Dat is wel jammer. Maar het staat vol met mooi zinnen en sound bites. En het geeft veel om over na te denken.
Bestel Intellectuele Verleiding
Reacties (24)
Wat is wel zijn beste boek?
Bolkestein heeft niet veel last van zelfkritiek. Het heeft iets erg pathetisch dat oudgedienden zich wentelen in beschrijf van eigen gelijk, en hoe eloquent het ook moge klinken, pijnlijk duidelijk maken dat ze samen met hun ideeën hopeloos verouderd zijn.
‘apodictisch’ – die moest ik even opzoeken.
En toen wist ik het nog niet helemaal, want als mogelijke ‘vertalingen’ kwamen zowel ‘stellig’ als ‘onweerlegbaar’ tevoorschijn.
Ik vermoed dat het om ‘stellig’ gaat, maar waarom een op zich wel interessante analyse vervuilen met ‘would be’ intellectuele vaagheden?
Om een anti intellectueel boek te schrijven (pun intended), ontkom je nou eenmaal niet aan de nodige aantoonbare feitelijke onjuistheden. Ratio en intellect zijn niet hetzelfde. En wellicht is het verstandig om meteen een nieuwe definitie te bedenken voor ‘verstand’.
Hoe heette die bekende discipel van Bolkesteins tendentieuze retoriek ook alweer? Ik dacht (verdacht!) dat alleen nog maar jonge ambitieuze VVD’ers naar Bolkestein luisteren. Meneer Van Doormaal is een beetje te lief voor hem, hoor. Gewogen en te licht bevonden.
@1: de twee lampen van de staatsman.
@2: neen, dat niet. Maar om te spreken van een wentelen in het eigen gelijk doet hem veel te kort, want B. is wel degelijk een denker van niveau.
@3: het woord apodictisch is niet vaag: stellig, of leerstellig drukt niet goed uit wat ik vind. Ik heb gedacht over ‘ex cathedra’, maar dat roept ook verkeerde bijgedachten op. Als je gymnasium hebt gehad, is apodictisch een vrij gewoon woord. Maar ik zal proberen mijn klassieke opleiding beter te verbergen.
@4; ik heb het niet over feitelijke onjuistheden, maar over de teleurstellendheid van zijn analyse. Die vind ik op een aantal gebieden gebrekkig of incompleet.
Maar een imponerende breedheid heeft het verhaal zeker.
Bolkestein heeft ook politieke sporen nagelaten, maar daarop beoordeel ik hem niet. Met zijn leerling uit Venlo ben ik ook niet zo blij, maar als vader van Paars heb ik wel waardering voor hem. Maar daarover staat niets in het boek, dus dat moet in een ander kader besproken worden.
Nee, helaas. Die feitelijke onjuistheden worden namelijk wel aangekaart in de bespreking van Carel Peeters in Vrij Nederland. Sorry, maar ik heb geen link voor je.
En een prachtige bespreking waarin Bolkestein wordt neergezet als slechte lezer, denker en schrijver staat in De Groene Amsterdammer: “Om te beginnen maakt Bolkestein fouten die van een eerstejaars student niet geaccepteerd worden. Zo schrijft hij de karakterisering van intellectuelen als ‘handelaren in tweedehands ideeën’ op bladzijde 15 toe aan Arthur Seldon en op bladzijde 209 aan Friedrich Hayek. In beide gevallen ontbreekt een duidelijke bronverwijzing, iets wat vaak voorkomt. Soms citeert hij uit het ene boek terwijl in de noot een ander boek genoemd wordt.” http://www.groene.nl/2011/36/denker-uit-de-kringloopwinkel
@7; ik heb Peeters ook gelezen, maar ik vond dat hij een inhoudelijker bespreking verdiende.
@8; ik heb ook wel slordigheden en fouten gezien, maar ik vind dat ik niet in deze hollandse hebbelijkheid moet vervallen. Wat hij probeert is boeiend genoeg, dat hij bij die poging fouten maakt, verkeerd selecteert en verwijst vergeef ik hem graag.
Waar ik moeite mee heb is dat hij op kernpunten van zijn verhaal stellingen betrekt: dan is hij ineens weer politicus in plaats van ideeën-historicus.
De bespreking in de Groen ging heel wat verder dan het opsommen van slordigheden. “En het geeft veel om over na te denken”, schrijf je. “veel om te ontwarren”, zou ik eerder zeggen. Doe je best. Als hij zelf achteloos met ideeën van anderen omgaat, en vooral retorisch argumenteert, dan kun je je tijd beter besteden.
Ikniesnapnie? Constatering van feitelijke onjuistheden = onvoldoende inhoudelijke bespreking? Oordeel ‘politicus in plaats van ideeenhistoricus’ = wel inhoudelijke bespreking?
Ai, trap ik er toch weer in. Die semantiek stinkt nog erger dan stront. Wat ik trouwens wel snap is dat als jouw vergiffenis Bolkestein geen worst is, je hem tenmiste niet lelijker had kunnen beledigen.
Bolkestein schrijft zoals hij praat?
Dan kunnen we binnenkort dus nog een reeks boeken verwachten, waarin hij zijn uitspraken uit dit boek corrigeert en nuanceert.
@006 – Bolkestein heeft ook politieke sporen nagelaten,
Ja, dat mag je wel stellen. Hij was toch degene die als staatssecretaris van economische zaken de de levering van grondstoffen vor de vervaardiging van gifgassen aan Saddam Hoessein faciliteerde?
Om dezelfde reden dat de bankiers niet schuldig zijn, maakte Bolkestein zich niet schuldig aan medeplichtigheid aan een oorlogsmisdrijf: er bestonden geen regels.
Die had hij namelijk zelf niet uitgevaardigd.
@10,@12: ik bespreek een leeservaring van een boek. Dat is alles. Ik ben geen lid van zijn club en deel niet al zijn opvattingen. Ik vind zijn poging om ideeën en hun werking te beschrijven dapper en boeiend.
Dat hij politiek iets betekent heeft, vind ik een ander onderwerp. Ik zie niet in wat daar voor ingewikkeld of stinkends aan is.
Prima, maar dat ontneemt mij niet de mogelijkjheid om elke keer als de naam Bolkestein langskomt er aan te herinneren, dat het gaat om een man die medeplchtig is aan de oorlogsmisdaden van Saddam Hoessein.
En ik vind dat je veels te mild vooor hem bent. Die stinkende semantiek betreft vooral het moedwillig schuiven met de betekenis van woorden. (Lees: het naar eigen hand zetten.) Dat is waarom Bolkesteins manipulatie zo vuig is. En de polieke mores van het moment is helaas de overtreffende trap in dergelijke brutaliteit.
Dat referenda tot conservatieve uitkomsten leiden is een well established fact. Daarnaast is dit wel een aardige, als de regering die iets voorstelt niet populair is dan stemt men tegen en andersom:
http://www2.trincoll.edu/~mfrankli/ReferendumTrust.pdf
@15: we hoeven het daar niet over eens te zijn. Maar wie zich aan stinkende semantiek bezondigt is mij niet helder, Heb je het over mij, of over Bolkestein? Heb je het boek ter hand genomen?
@16: over het algemeen lijkt me dat ook wel. Maar het punt is me te gemakkelijk: als je conservatief bent in grondhouding is het wel lekker om vast te stellen dat mensen “by nature” zo in elkaar zitten. Maar als het bestaande zo overheerst, wat is dan de betekenis van verleidelijke ideeën?
Die voelde ik al aankomen. Nee, natuurlijk heb ik dat boek niet gelezen! Ik schrijf er ook geen recensie over. Vrijheid van meningsuiting betekent voor mij niet dat ik mij verplicht blootstel aan de mening van jan en alleman. Wat Bolkestein betreft: aan diens mening voel ik mij ondertussen al ruim overmatig blootgesteld. Ik verkies de boekbespreking boven het boek.
Scheelt tijd waarin ik liever iets leuks ga doen. Reageren op internetfora bijvooorbeeld. Ahum. Die semantiek betreft het woordenspel waartoe ik me laat verlokken. Met zijn boek initieert Bolkestein dat en je moet zelf maar weten of je dat vindt stinken. Maar ik heb verder niks tegen jou, hoor.
@17
Voor de duidelijkheid zeg ik niet de mens conservatief is van nature, maar dat in het geval van een referendum de kans dat de meerderheid conservatief stemt groter is dan dan dat ze dat niet doen. Dat betekent natuurlijk niet dat er voor een goed idee geen meerderheid gevonden zou kunnen worden, ook in een referendum.
Angst voor veranderingen, al dan niet aangepraat?
(kort door de bocht samenvatting van de paper uit #16)
Kan (meestal) conservatief stemmen niet betekenen dat je op een goed idee stemt?
Conservatief stemmen kan soms goed zijn. Het kan goed zijn behoudzuchtig en tegen veranderingen te stemmen, maar dan stem je tegen een slecht idee, niet voor een goed idee.
Meestal conservatief stemmen is iig geen goed idee, want dan denk je meestal niet meer na over wat je stemt en kun je net zo goed je hond naar het stemhokje sturen.
Natuurlijk kan dat.