ACHTERGROND - In rijke landen wonen rijke mensen aan het water, in arme landen als de Filipijnen zijn het meestal de armen. Als er niet genoeg geld is voor kustbewaking mogen zij de klappen van de zee opvangen.
De gedachte dat het aantrekkelijk is om aan zee te verblijven, dateert uit de negentiende eeuw. Tot die tijd woonde je er omdat je er economisch van afhankelijk was, als handelaar of als visser, niet voor je plezier. Vanaf zee kwamen immers stormen en vloedgolven. Nederland maakte dat voor het laatst in 1953 mee en gaf sindsdien een miljardenbedrag uit aan kustbewaking om te voorkomen dat het ooit weer zou gebeuren. Tijdens de zware storm van twee weken geleden hoefde niemand zich werkelijk ongerust te maken.
Voor de Filippijnen was Tacloban een relatief welvarende stad, toen zij op 7 november getroffen werd door de orkaan Haiyan. Foto’s laten echter zien dat het vooral de sloppenwijken hard zijn getroffen. Op voor/na-foto’s valt goed te zien dat de minst reguliere bebouwing vaak het dichtst bij het water staat. Dat is niet voor niets.
Een poosje geleden sprak ik Tatiana Filatova van onderzoeksinstituut IGS aan de Universiteit Twente. Zij bestudeert de gevolgen van klimaatverandering voor de grote delen van de mensheid die aan zee wonen. Je mag de overkomst van Haiyan (of Katrina) niet één op één aan klimaatverandering koppelen, maar ook de gestage zeespiegelstijging is reden genoeg om je zorgen te maken.
In Bangladesh, een ander door orkanen geteisterd land, zijn sterke aanwijzingen dat het klimaat, naast werk, een drijvende kracht is geworden achter de trek naar de stad. Dat is belangrijk om te weten voor beleidsmakers, omdat stadsplanning decennia vooruit gaat en je dus een inschatting moet maken in hoeverre mensen bereid zijn ergens te wonen.
‘Ik onderzoek hoe mensen de risico’s inschatten en afwegen,’ aldus Filatova. ‘Het interessante is dat economische en psychosociale modellen hier niet overeenkomen. Dat komt omdat economische modellen ervan uitgaan dat mensen rationele keuzes maken, terwijl dat in de praktijk lang niet altijd het geval is, zeker niet in onzekere situaties. Ze overschatten meestal de voordelen, terwijl ze de risico’s onderschatten. Menselijke voorkeuren zijn bovendien niet constant. Na een ramp zie je een scherpe wending in de huizenprijzen in getroffen gebieden, maar vijf jaar later is het effect vaak weer verdwenen.’
De grote vraag is of bij een hogere frequentie van rampen, bijvoorbeeld als gevolg van klimaatverandering, het vertrouwen definitief kan inzakken, zoals bij een bankrun ineens het vertrouwen weg is en de bank kapseist. Filatova hoopt modellen te bouwen die beleidsmakers helpen een inschatting te maken van dat vertrouwen en de acties die daarvoor nodig zijn. New Orleans is na Katrina weer opgebouwd, omdat mensen vertrouwen hebben in de civiele werken die aangelegd worden. Maar zullen mensen zich ooit nog veilig voelen in Tacloban?
Op die vraag is nog geen antwoord als vanavond de nationale televisieactie is. Er zal gezegd worden dat geld nodig is om Tacloban zo snel mogelijk opnieuw op te bouwen. Wellicht. De ervaring in het door de tsunami van 2004 verwoeste Banda Aceh leert dat trager herbouwen beter kan zijn als de kwaliteit hoger is (klik hier als u precies wilt weten wat er met uw geld van indertijd gebeurd is). In Aceh werd de bebouwing gemiddeld verder van de kust teruggezet. Dat is toch het verstandigst als je niet het geld voor dijken en stormvloedkeringen hebt.
Deze week heeft Sargasso weer een themablog, waarin we verschillende aspecten van de ramp op de Filipijnen belichten.
Reacties (8)
Ook Macchu Pichu en Tenochtitlan werden verlaten na een natuurramp en niet meer nooit herbouwd.
@0: “In Bangladesh zijn sterke aanwijzingen dat het klimaat een drijvende kracht is geworden achter de trek naar de stad”
DE drijvende kracht is toenemende plattelandsarmoede vergeleken met de verwachte mogelijkheden in de stad.
Waarom die verwachting aan het klimaat koppelen? De geschatte stadsmogelijkheden hebben niets met “klimaat”.
@0: “De grote vraag is of bij een hogere frequentie van rampen, bijvoorbeeld als gevolg van klimaatverandering”
Klimaatverandering zorgt niet voor meer, maar voor grotere rampen, dus veel meer gevolgen.
Laten we toch ook topografische, logistieke en economische redenen niet uitvlakken bij de woonplaatskeuze van mensen. De Filipijnen bijvoorbeeld zijn bergachtig en aan het wegennet kan je zien dat de bevolking sinds jaar en dag daardoor aan de kust woont. Ook aan de kust treffen we de schaarse gebieden aan die vlak zijn en daardoor geschikt voor landbouw en steden. Daar waar rivieren vanuit de bergen naar de kust lopen en in zee uitmonden zijn historische plekken voor de overslag van goederen en daarmee eveneens een reden om aan de kust te wonen. En uiteraard is er de visserij. Ook in de Filipijnen zal er een trend zijn om naar de steden te trekken. Die reden is hoogstwaarschijnlijk economisch. Door de groeiende productiviteit in landbouw en visserij zijn er minder werknemers nodig om de bevolking van voedsel te voorzien. Dat betekent dat er lokaal alternatief werk moet komen en als dat, zoals zo vaak, er niet is, is het enige alternatief dat men naar de stad trekt.
De redenen waarom in het algemeen met name de steden groeien heeft te maken met kritieke schaal. Vooraleer er ergens alternatieve diensten of een industrie kan ontstaan is er een bepaalde minimale schaal nodig van bijvoorbeeld arbeidskrachten. Zodra die schaal aanwezig is gaat er een versterkend effect optreden: grote steden vormen een grote markt die steeds aantrekkelijker wordt voor zowel bedrijven (markt) als werknemers (werk) en er ontstaat een zichzelf versterkend cyclisch effect. Ook in Nederland: de grote steden worden steeds groter en de rurale gebieden worden steeds leger. Totdat het rurale gebied het overloopgebied wordt van de grote stad.
@3: De bewering van dit stuk is dat niet werk maar de klimaatverandering de drijvende kracht is van de stadsgroei.
Uit onderzoek blijkt dat “hoe groter de stad hoe groter de groei” uit de praktijk niet blijkt.
@4 Nee, dat is niet de bewering van dit stuk. De bewering is dat dit naast werk een drijvende kracht aan het worden is. In Bangladesh probeert men het effect momenteel te kwantificeren.
@4: Ik vermoed dat hoe groter de stad hoe hoger de groei uiteindelijk niet opgaat vanwege wat heet: “afnemende meeropbrengsten”. Je kan ook zeggen: de stad groeit vanaf een bepaald punt met de verkeerde mix in bevolkingsaanwas, met als uiteindelijk gevolg armoede geconcentreerd in specifieke wijken.
Als je er goed over doordenkt kom je tot de conclusie dat je het liefst eerst hele volkstammen goed wil opleiden voordat ze de trek naar de stad maken, helaas gebeurt het omgekeerde.
Maar zullen mensen zich ooit nog veilig voelen in Tacloban?
Tacloban is een volstrekt willekeurig plekje op een willekeurig eilandje in de Filipijnen. Al verhuizen die mensen naar de binnenlanden van hun eiland, of verkassen ze naar een buureiland, veiliger wordt het er niet op.
@5: “dat is niet de bewering van dit stuk. De bewering is dat dit naast werk een drijvende kracht aan het worden is”
Dus OOK een drijvende kracht?
De verwachting is dat het leven in de stad beter dan in het buitengebied los van klimaatverandering