RECENSIE - Een verhaal dat nog wel een keer verteld mag worden.
In 1975 bezocht VN-journalist Rudie Kagie het toen volledig afgesloten Albanië. Hij was niet de enige. Ik was er een jaar eerder ook geweest (en zag het land opnieuw in 2014; dit even over mijn betrokkenheid). Er was in de jaren zeventig veel belangstelling voor groepsreizen naar het kleine land op de Balkan. Albanië werd gezien als een socialistisch experiment dat linkse, idealistische jongeren uit diverse Europese landen wel eens van dichtbij wilden zien. Avontuurlijk was het natuurlijk ook, een bezoek aan een land waar nauwelijks buitenlanders kwamen en waar je zelden wat over hoorde. De vele beperkingen op de strak geregisseerde propagandareis namen we voor lief.
In 1991, vlak na de val van het communistisch regime bezocht Kagie Albanië opnieuw. Het land was in chaos. Samen met Qemal, de gids op zijn eerste reis, reisde hij door het onttakelde land. Hij sprak met slachtoffers en meelopers van het oude regime. Zijn reportage verscheen in 1992 onder de titel De Papieren Heilstaat. Na een nieuw bezoek aan Albanië, dit voorjaar, is zijn boek opnieuw uitgegeven met een uitgebreide geactualiseerde inleiding. Ook na 28 jaar vrijheid gaat het nog steeds niet goed in Albanië.
Narcostaat
De bevrijding van het repressieve communistische regime was nergens in het Oostblok zo schokkend en gewelddadig als in Albanië. Alles wat ook maar een beetje deed denken aan het repressieve regime van Enver Hoxha en zijn partij werd vernield. De trotse landbouwcoöperaties die we in de jaren zeventig hadden bewonderd als kleine autarkische gemeenschappen zijn na de omwenteling ontmanteld. Bij de sobere gezondheidszorginstellingen zijn alle ruiten ingegooid en de apparatuur is gestolen. Het ‘zwartekousen-communisme’ dat jarenlang uit media van de eerste principiële atheïstische staat klonk is vervangen door dat van Amerikaanse zendelingen en de Nederlandse Evangelische Omroep. Drugsverslaving was toen een van voorbeelden waarmee het falen van het kapitalisme in de Albanese propaganda werd aangetoond. Het huidige Albanië, waar sinds de bevrijding in 1990 de misdaad welig tiert, kan nu een narcostaat genoemd worden. Kagie in 1992:
‘Enver Hoxha zou zich omdraaien in zijn graf, als hij daar nog lag. Een woedende volksmenigte heeft de kist naar een onbekende plaats vervoerd. Het blijft een mysterie: toen Hoxha in 1985 overleed was het land in diepe rouw gedompeld. Iedereen liet de tranen de vrije loop, niemand was blij (…) Vijf jaar later werd de betreurde leider publiekelijk met Adolf Hitler vergeleken en zijn portretten belandden op de brandstapel.’
Bedrogen
De gesprekken die Kagie in 1992 voerde onthullen een gruwelijk beeld van Hoxha’s regime. ‘Wij zijn allemaal voor de gek gehouden. Ik net zoals jullie’, zegt zijn voormalige gids Qemal. Hij bemiddelt in contacten met getuigen die kunnen verhalen over de andere kant van de Albanese heilstaat. Zoals Dora Lheka, de vrouw, een actief lid van de partizanen tijdens de Tweede Wereldoorlog, die een populair lied over de zegeningen van het Albanese communisme schreef. Ze klom op tot secretaris van de Albanese Kunstenaarsbond. Na een kritische opmerking werd ze verbannen naar een dwangarbeiderskamp. Op weg naar het werk in een kolenmijn hoorde ze kinderen op een school een lied zingen dat zij in haar partizanentijd had gecomponeerd. De kinderen zagen haar lopen in de stoet gevangenen zonder te weten wie ze was. Ze scholden haar uit voor volksvijand.
Orwell
Curieus is het gesprek met Bakshim, de zoon van premier Mehmet Shehu, jarenlang de rechterhand van Hoxha, tot zijn ‘zelfmoord’ in 1981. Hoxha beschuldigde hem later van spionage. Bakshim zat tien jaar vast. Hij vertelde dat hij daarvòòr als zoon van de premier een luxe leven had geleid. Hij mocht van zijn vader alles lezen wat zijn landgenoten streng verboden was. Ook Orwell’s 1984 dat volgens hem in de details frappante overeenkomsten bood met de toestand in zijn land onder het communistisch regime. Hij las ook Freud, Sartre, Kafka en Marcuse, allemaal ‘reactionaire’ schrijvers volgens het regime. Toeristen die een boek van hen in hun bagage hadden moesten het inleveren. Bakshim kreeg de boeken op bestelling via Albanese ambassades. De rijkdom en de luxe die de communistische elite genoot waren de voornaamste oorzaak van de woede van de Albanese bevolking bij de val het regime.
Een product van de BVD
Kagie’s ‘Verslag van een ontgoocheling’, zoals de ondertitel van deze geactualiseerde heruitgave luidt, besteedt ook aandacht aan de wederwaardigheden van Albanië-fans in Nederland, België en Duitsland. De Nederlandse vrienden opereerden aanvankelijk binnen het kader van een door de BVD opgericht neppartijtje, de Marxistisch-Leninistische Partij Nederland (MLPN). Partijleider was BVD-medewerker Peter Boevé, alias Chris Petersen, in het dagelijks leven directeur van de ambachtsschool voor zilversmeden in Schoonhoven. Als Petersen wist hij het vertrouwen te winnen van zowel de Albanese als de Chinese autoriteiten. Thuis liep hij stuk op jonge, antiautoritaire studenten die geïnteresseerd waren in Albanië en hun eigen blad oprichtten en zelf reizen gingen organiseren.
Angst
De voorzitter van de Duitse vriendschapsvereniging, Platzmann woonde zelf een paar jaar in Tirana waar hij werkte voor de Duitse uitzendingen van Radio Tirana. Hij vergelijkt Albanië met de DDR en Polen, waar hij ook is geweest. In de drie jaar dat hij in Albanië woonde zegt hij, ondanks dat hij de taal sprak, nooit een criticus van het regime ontmoet te hebben. Toen zag hij hierin een positief teken: de bevolking steunt het regime.
‘Ik heb me daarin vergist. Inmiddels weet ik dat het pure angst was. De dictatuur heeft perfect gefunctioneerd. Tot in de kleinste details was alles georganiseerd. De bevolking werd scherp in de gaten gehouden. De mensen pasten wel op een verkeerd woord te zeggen, want dat kon opsluiting in een gevangenis of interneringskamp betekenen.’
Corruptie en misdaad
In 2020 bezoekt Kagie de schrijver Fatos Lubonja, die zeventien jaar lang vastzat. Hij publiceerde in 2009 zijn huiveringwekkende verhaal onder de titel Second Sentence. Inside the Albanian Gulag. Lubonja is drie decennia na zijn bevrijding buitengewoon pessimistisch over de toekomst van zijn land. Corruptie en misdaad zijn diep doorgedrongen in de staatsorganen. Ook nu wordt critici de mond gesnoerd.
‘Zoals Hoxha de communistische beginselen omboog tot een rigide karikatuur maakt de regering-Rama van het kapitalisme een alliantie tussen politiek en maffia. Eerlijke mensen hebben het nog steeds zwaar in Albanië, al is het op een andere manier dan ten tijde van het communisme. Omdat we niet in staat zijn om een stabiele economie op te bouwen, gingen we met de misdaad in zee. Het kan zijn dat ons land de afgelopen dertig jaar geen andere manier zag om te overleven. Als dat de ware reden is kunnen we de misdaad maar beter legaliseren. Dan is het voor iedereen duidelijk waar we voor staan.’
Een nuttige waarschuwing
Los van de beoordeling van de huidige situatie in Albanië is de De Papieren Heilstaat een leerzaam boek dat zijn actualiteit nog niet verloren heeft. Zo werkt een dictatuur. Zo kunnen mensen misleid worden. Zo belangrijk zijn mensenrechten, een vrije en kritische pers, een kritisch parlement dat de regering controleert en om verantwoording vraagt, een scheiding van wetgeving, bestuur en rechterlijke macht en bovenal een cultureel klimaat waarin tolerantie en respect voor minderheden niet alleen op papier bestaan maar dagelijks in de praktijk worden gebracht. De Albanese heilstaat was een extreem voorbeeld, maar als zodanig een nuttige waarschuwing voor nieuwe autoritaire, dictatoriale regimes van welke kleur dan ook.
Rudie Kagie, De papieren heilstaat; Albanië, verslag van een ontgoocheling, geactualiseerde heruitgave, uitgeverij Skanderbeg, april 2020, €20.
[foto JvD: Tirana, Nationaal Museum aan het Skanderbegplein; een van de weinige plekken waar in het openbaar nog een kunstwerk uit de communistische tijd te zien is]
Reacties (1)
Maar hoe haal je de dictatuur uit de mensen? Want al die mooie dingen uit de laatste alinea hebben ze daar nooit gekend, en als ik in de krant wat over Albanezen lees, betreft het zonder uitzondering drugscriminelen, waar onze wetten eigenlijk niet tegen opgewassen zijn…
De clancultuur, die ook buiten Albanië uitgevochten wordt, helpt ook niet mee aan de democratisering of de populariteit van de Albanezen.