ACHTERGROND - De deze week overleden leider van de coalitietroepen in de Eerste Golfoorlog, ex-generaal Norman Schwarzkopf, pleitte voor het aangaan van een strijd die te winnen valt. Operation Desert Storm bleek uitermate succesvol. De effectiviteit en duurzaamheid van de huidige missie in Afghanistan is uiterst onzeker, de tijd zal leren wat meer dan tien jaar inspanningen hebben opgeleverd.
Stormin’ Norman is overleden. Ex-generaal Norman Schwarzkopf, die zijn bijnaam dankte aan zijn opvliegende karakter, stond in 1991 aan het hoofd van de coalitietroepen die het leger van Sadam Hussein uit Koeweit verdreven. Hij gaf het Amerikaanse leger hernieuwd zelfvertrouwen. Volgens The Guardian rekende hij door middel van de geslaagde blitzkrieg af met het Vietnam-syndroom van het Amerikaanse leger. Dat lijkt me wat overdreven, zeker gezien de ervaringen in Somalië en de nieuwe moeizame missies die sindsdien in Irak en Afghanistan zijn ondernomen. Dat neemt niet weg dat Operation Desert Storm vanuit militair oogpunt een succesvolle onderneming was. Het uitgangspunt van Schwarzkopf, die zelf twee keer diende in Vietnam, was om alleen in een strijd verzeild te geraken als een overwinning goed mogelijk zou zijn.
De Eerste Golfoorlog bleek inderdaad een winbare strijd. Dat mocht ook wel, met een troepenmacht van 700.000 man. Daar stond wel een miljoen Irakese militairen tegenover. Een groot deel daarvan bestond echter uit opgeroepen reservisten, die lang niet zo goed getraind waren als de Republikeinse Garde. Bovendien hadden de coalitietroepen een grote overmacht in de lucht. Na wekenlange luchtbombardementen werden de Irakezen in een grondoorlog van vier dagen uit Koeweit verdreven.
Schwarzkopf en toenmalig president Bush Sr. besloten niet door te stoten naar Bagdad. Dat zou namelijk geen zekerheidje zijn. In 2003 steunde Schwarzkopf, inmiddels gepensioneerd, Bush Jr. wel met zijn invasie in Irak, hoewel hij kritiek had op de aanpak van minister van Defensie Donald Rumsfeld. Zeker toen er geen massavernietigingswapens werden gevonden.
Op Spiegel Online International verscheen gisteren een artikel over de Duitse missie in het noorden van Afghanistan met de kop ‘Failure threatens Afghan Police Training Mission. Er worden nu al een decennium Afghaanse agenten op geleid. Na train-the-trainer programma’s moeten nu Afghaanse trainers politierekruten opleiden. En dat gaat nogal eens knullig aan toe. Probeer maar eens van onopgeleide mensen, vaak analfabeet, in zeer korte tijd politieagenten westerse stijl te maken. Tel daarbij op dat de veiligheidssituatie er in het noorden van Afghanistan in de loop der jaren eerder op achteruit dan vooruit is gegaan. Een agent in Afghanistan werkt in een complexe en gevaarlijke omgeving en heeft meer problemen te verduren dan het bekeuren van snelheidsovertreders.
De tijd zal leren hoe effectief en duurzaam meer dan tien jaar westerse inspanning in Afghanistan is geweest. Misschien komt de terugtrekking wel te vroeg. Die stond oorspronkelijk gepland voor 2014, maar in het geval van de Duitsers kan dat al 2013 zijn. Omdat Nederland in Kunduz is gelegerd op een Duitse basis kan dit ook consequenties hebben voor de duur van de Nederlandse missie.
Volkskrant-verslaggeefster Nathalie Righton verlaat Afghanistan na drie jaar correspondentschap. Zij woonde in Kabul, trok veelal unembedded door het land en is Afghanistan als haar thuis gaan ervaren. Een thuis waar ze vrienden heeft gemaakt, maar waar ze ook onder constante dreiging leefde. Het tweeslachtige gevoel dat haar vertrek met zich meebrengt beschrijft ze mooi in haar afscheidsartikel.
Aanvankelijk vond ik dat Righton nogal eenzijdig negatief over de missie in Afghanistan, en de Nederlandse bijdrage daaraan, schreef. In de loop van de tijd vond zij in mijn ogen meer de nuance. Dat haar berichtgeving voor Defensie en Buitenlandse Zaken vaak geen welkom geluid was, dat is niet zo gek. Maar daardoor waren haar bevindingen niet minder waar. Het blijft een moeizame operatie, met een ongewisse afloop. Ook Righton beschrijft de problemen die optreden bij het opleiden van Afghaanse politieagenten en politietrainers en het opbouwen van een rechtssysteem in Kunduz. Er wordt wel vooruitgang geboekt, maar het is op kleine schaal en de bestendigheid ervan is onzeker.
Righton vat het werk van de militairen en politiemensen in Kunduz pakkend samen: het zijn goede acteurs in een slechte B-film. ‘Goede acteurs, omdat ze hun werk professioneel uitvoeren – of je het nou inhoudelijk met hun aanwezigheid eens bent of niet. Een slechte B-film, omdat het script dat is bedacht in Den Haag niet deugt.’ Righton verkast naar Den Haag, als parlementair verslaggever op het gebied van defensie, buitenlandse zaken en ontwikkelingssamenwerking. De slechte B-film zal er denk ik niet beter op worden in haar artikelen.
Reacties (1)
Ik begrijp de relatie niet helemaal tussen de eerste 3 alinea’s van deze post, die over Schwarzkopf en Irak, en de rest dat over Afghanistan gaat. Twee onderwerpen die zijdelings wellicht iets met elkaar te maken hebben, maar bovenal vind ik het maar met de haren bij elkaar gesleept.