Mexico werd door Marcel Proust het ‘meest surrealistische land ter wereld’ genoemd. Het is in ieder geval een land met schitterende verhalen. Neem dat van de familie van mijn eigen vriendin: het luisterrijke geslacht van de Del Campo’s, een oude adellijke familie. Het is een familieverhaal dat alles heeft: avontuur, schatten, revolutie en zelfs een vloek.
Banamex, een van de grootste banken van Mexico, kwam januari dit jaar met een persbericht, waarin het aankondigde dat het klaar was met de restoratie van het Palacio del Conde del Valle de Súchil, een fraai koloniaal pand in de Noord-Mexicaanse stad Durango. 75 miljoen pesos waren in de restauratie geïnvesteerd, ruim 4 miljoen euro. Leuk nieuwtje op zich, maar verder niet heel erg in het oog springend. Ware het niet dat ik sinds ruim twee jaar een klein beetje een band heb met dat specifieke gebouw.
Niet dat ik het ooit heb gezien. Ik ben zelfs nooit in Durango geweest. Maar het toeval wil dat de familie van mijn vriendin onlosmakelijk verbonden is met Durango en het Palacio del Conde del Valle de Súchil. De moeder van mijn vriendin heeft als achternaam Ibañez del Campo, en het is die tweede achternaam (Del Campo) die voor dit verhaal van belang is.
Een Baskisch geslacht
De familie van mijn vriendin, van moeder’s kant, stamt af van José Ignacio del Campo y Larrea, een Bask die rond 1750 naar de toenmalige kolonie Nieuw Spanje kwam. De wortels van de Del Campo’s liggen in het dorpje Galdames, nabij Bilbao, in de Noord-Spaanse provincie Vizcaya. Voor zover ik zelf heb kunnen achterhalen, gaat de familiegeschiedenis in ieder geval terug tot vroeg in de 16e eeuw. De Del Campo’s, hoewel niet van adel, behoorden tot de gerespecteerde lokale notabelen.
José Ignacio droomde van jongs af aan al van de Spaanse kolonie Nieuw Spanje, het huidge Mexico. Hij kon de verlokkingen van rijkdom, faam en avontuur niet weerstaan en vertrok in 1745 naar Nieuw Spanje. Eenmaal aangekomen sloot hij vriendschap Esteban de Erauzo, eveneens een Bask die al lang en breed zijn fortuin had gemaakt in de Nieuwe Wereld. José wist zo de lokale elite te betreden. Enkele jaren later had hij het helemaal gemaakt: in wat nu Durango is, had hij een fortuin verdiend als grootgrondbezitter en exploiteur van de omvangrijke mijnindustrie in de regio. Zijn rijkdom bezorgde hem de titel van Conde (graaf) van de Súchil Vallei, een titel die zijn familie tot aan de Mexicaanse Revolutie (1910-1920) zou behouden.
Schatten in Durango
In de revolutie verloor de familie alles. De troepen van onder anderen Pancho Villa vielen Durango binnen, en net als de rest van de oud-koloniale elite moesten ook de Del Campo’s hun rijkdommen opgeven. Het schitterende Palacio del Conde del Valle de Súchil raakten ze kwijt en een deel van de familie verliet de staat om in Mexico Stad te gaan wonen. Rondom het vertrek van de familie doen allerlei legendes de ronde. Zo zou een groot deel van het goud van de Del Campo’s tijdens de revolutie begraven zijn, rondom het Palacio. Tot enkele decennia terug zouden zelfs nog steeds gelukszoekers naar de stad zijn gekomen om het goud te vinden. Zonder resultaat. Wie weet ligt het er nog steeds.
De nakomelingen van die familie spreek ik nu dagelijks. Het zijn de ooms en tantes van mijn vriendin en mijn zwager. Van enige adel is nauwelijks nog iets te merken: de huidige generatie Del Campo’s bestaat uit artsen, architecten, accountants en docenten.
Don António
Maar er is één uitzondering: de 90-jarige António del Campo. Hij is de oudoom van mijn vriendin en de allerlaatste van de Condes del Valle de Súchil. Graaf António, nog behoorlijk kwiek voor zijn leeftijd (ik heb hem twee keer ontmoet), is een vrolijke oude man die in een simpel huisje woont in de wijk Moctezuma, in Mexico Stad. Hij heeft nog steeds het document dat hem officieel tot een lid van de adel maakt, maar geen geld om het juridisch geldig te laten maken. Het maakt hem niet minder trots; Don António ziet zichzelf gewoon als de Graaf van de Súchil Vallei.
Een ander bijzonder verhaal over Don António, is dat van de ‘Vloek van de Del Campo’s’. De legende gaat dat zo’n 200 jaar geleden een oude monnik onderdrak vroeg bij een van de hacienda’s van de Del Campo’s. De toenmalige graaf weigerde dat, waarop de monnik een vloek over de Del Campo’s uitsprak: de komende acht generaties zouden alle graven van de familie Del Campo omkomen van de honger. Volgens de familie is dat ook daadwerkelijk gebeurd. En laat Don António nu net de achtste en laatste generatie Del Campo zijn…
Don António zelf praat wat lacherig over de vloek. Maar hij neemt wel het zekere voor het onzekere. Ik ken dan ook weinig mensen van 90 die zo goed en uitgebreid eten als Don António del Campo, de laatste Conde del Valle de Súchil.
[jan-albert]
Reacties (2)
Ik weet niets van Mexico maar dat Marcel Proust Mexico het ‘meest surrealistische land ter wereld’ heeft genoemd leek mij heel sterk. Proust stierf in 1922 dus voor het artistieke surrealisme en is nooit in Mexico geweest. Ik google dus Proust in combinatie met Mexico en kwam bij dit artikel. Hmmmm. Toen maar meest surrealistisch en Mexico ingetypt en kwam uit bij André Breton uit. Wel in Mexico geweest en de grondlegger van het surrealisme.
@1: Ach, je hebt helemaal gelijk. Beide auteurs door elkaar gehaald, excuus!