Veertig onbekenden slaan elkaar in het gezicht
Veertig onbekenden worden bij elkaar gezet en moeten elkaar in het gezicht slaan. Niet een alledaagse gewoonte. De reacties zijn…. uhm….. leerzaam.
Hij kijkt me dreigend aan, de vader van de vijftienjarige tweeling Edson en Kane. Vier jaar zat hij vast voor drugssmokkel. Regelmatig belde hij zijn zoons op en vertelde dan verhalen. Verhalen over vechtpartijen, over overvolle cellen en over kakkerlakken op de vloer en de muren. Maar ook over zijn toekomst. ‘Binnen drie maanden kom ik vrij,’ zegt hij. ‘Dan neem ik het eerste het beste vliegtuig en kom ik jullie ophalen. Want jullie zijn mijn zoons. Toch?!’ Dat dit niet zomaar kan, maakt hem niets uit. ‘Schijt aan Jeugdzorg! Ze moeten hun smoel houden met die oude koeien uit de sloot. Ik weet het, ik ben fout geweest door jullie alleen thuis te laten. Maar ik moest een paar dingen regelen in Brazilië. Wist ik veel dat dat een paar jaar zou worden?’ Maar hij is veranderd. Hij wil zijn jongens zien opgroeien en dat gaat niet vanuit de gevangenis. Dus hij komt ze ophalen, zegt hij.
Veertig onbekenden worden bij elkaar gezet en moeten elkaar in het gezicht slaan. Niet een alledaagse gewoonte. De reacties zijn…. uhm….. leerzaam.
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
COLUMN - Als ik erover nadenk, duizelt het me. Al die mensen die, net als ik en al mijn dierbaren, een leven hebben. Dat duizelt me zoals de oneindigheid van het heelal mij duizelt. En zoals de eeuwigheid mij duizelt. Hoewel, dat duizelt me nog net iets meer. Maar soms zit je bijvoorbeeld in de trein, sta je stil op een station in een of ander onooglijk stadje, kijk je naar de achterkant van een flat en weet je: achter al die raampjes zitten mensen die een leven hebben. Die liefhebben, haten, geboren zijn en kinderen ter wereld brachten, mensen die zullen sterven, al gestorven zijn of nog geboren moeten worden. Mensen die herinnerd zullen worden en weer vergeten.
Terwijl ik dit schrijf, zit Jack van Gelder de wedstrijd Nederland Chili samen te vatten. We zien de spelers, voorafgaand aan de wedstrijd, het volkslied ondergaan. In een terloopse bijzin vertelt Jack van Gelder dat er tijdens de bouw van het stadion een aantal bouwvakkers zijn overleden. ‘Maar daar is nu natuurlijk niemand mee bezig.’ Van Gelder walst door. De aard van de freestyler. Hij had net zo goed iets kunnen vertellen over de appeltaarten die de moeder van Dirk Kuyt altijd maakte als haar zoon met Quick Boys had gewonnen. Maar hij refereerde aan de slachtoffers van dit WK.
COLUMN - Via social media werd ik op het bestaan gewezen van een thuisbibliotheek in Venlo-Oost. Een lidmaatschap bij de reguliere bibliotheek kost ongeveer evenveel als een gebonden boek van enig formaat. Dat betekent dat je bijna alle boeken tot je beschikking hebt voor de prijs van één meesterwerk. Een koopje, maar voor sommigen is dat alsnog te duur. In de wijken van Venlo-Oost leven veel mensen die daardoor niet kunnen lezen. Initiatiefneemster Belinda Augustinus heeft haar huis veranderd in een bibliotheek. Voor haar thuisbibliotheek heb je geen abonnement, dus geld nodig. Alleen liefde voor het lezen.
Dat doet mij denken aan mijn jeugdige initiatief om zelf een bibliotheek te starten. Ik was negen jaar oud en de zomervakantie duurde lang. De blauwijzeren stellage die mijn spullen droeg werd eigenhandig leeggehaald. Ik verzamelde al mijn boeken en zette ze op alfabetische volgorde op de planken. De Griezelbussen, wat werk van Paul Biegel, de klassiekers van Roald Dahl, een magnifiek rijtje van Guus Kuier (Tin Toeval was mijn held), de stapel Asterix en Obelixen van mijn moeder, Robinson Crusoe, wat reeksen Lijsters die mij werden aangesmeerd via school, een Carry Slee, een paar keer Thea Beckman en wat al niet meer.
Ik knipte en verfraaide mijn eigen uitleenpasjes. Op streepjespapier zou ik bijhouden wie van mijn vriendjes welke boeken leenden en wanneer ik ze kon terugverwachten – en wat de boete zou worden als ze de afgesproken datum lieten passeren zonder het boek terug te brengen. Uiteindelijk leende alleen mijn zusje af en toe een boek.
Dat kan! Sargasso is een collectief van bloggers en we verwelkomen graag nieuw blogtalent. We plaatsen ook regelmatig gastbijdragen. Lees hier meer over bloggen voor Sargasso of over het inzenden van een gastbijdrage.
COLUMN - Eigenlijk geef ik niets om voetbal. Ik volg geen enkele competitie, als de man in huis weer eens orakelt over de standen, bekerwinnaarpotentiëlen, vuile acties op het veld, degradatiekandidaten, dan kijk ik hem meewarig aan, knik af en toe en vergeet eigenlijk direct weer wat hij heeft gezegd. Dat kan hem niets schelen trouwens, hij vertelt de week daarna gewoon weer ongeveer hetzelfde verhaal. Ieder stel heeft zo zijn gewoontes.
Totdat… Jawel, totdat Nederland meedoet met een EK of WK. Dan let ik wel op. Dan hoor ik alles, zie ik alles, weet ik alles. Dan trek ik mijn oranje outfitje uit de kast, duik ik in alle krantenartikelen, weet ik na twee wedstrijden alle namen met bijpassende specialiteiten en heb net zoals iedereen gewoon verdomd veel verstand van voetbal. Ik weet er evenveel van als Van Gaal, misschien zelfs wel meer.
Mijn vader leerde mij al vroeg wat buitenspel was. Wat een stiftje was trouwens ook. Dat vond hij de basis van iedere opvoeding, dus ik weet precies waar ik het over heb. Kijkt mijn man op zaterdag en zondag om de haverklap op teletekst op zijn telefoon naar tussenstanden en uitslagen, mijn vader wilde niets weten. Tot zondagavond 19.00 uur ging de radio uit bij de aankondiging van tussenstanden, gingen er vingers in de oren en lalalalala als het geluid niet snel genoeg uit kon en als Studio Sport eenmaal begon, kroop ik bij hem op de bank en keek ik naar mijn vader terwijl hij naar de tv keek. Voetbal kan heel leuk zijn.
COLUMN - Toen ik zo rond de twintig was, was het buitengewoon hip om zélf dingen te maken. Ik droeg indertijd veel zelfgebreide truien. Hoe dikker de breipennen, hoe beter: aan de hand van de grofheid van de steken van iemands trui kon je namelijk eenvoudig bepalen of het ding werkelijk zelfgemaakt was, dan wel fabrieksspul.
Zelf je spullen maken was goedkoper dan ze uit de winkel halen, maar dat was niet de hoofdzaak. Geen eenheidsspullen en massaproducten willen kopen was een veel belangrijker motief. Vandaar ook dat alles zichtbaar zelfgeklust was, van grote-steken-truien tot meubilair gemaakt van bielzen en van groentekratten. De logica van toen was dat alleen wanneer iets rauw oogt – ongepolijst, ruw geschuurd, grof – het authentiek was: je moest het handwerk eraan af kunnen zien.
In de jaren negentig kwam de klad in het doe-het-zelven. Breiwinkels sloten, fournituren werden lastiger te vinden, de Hubo’s en de Gamma’s leken alleen te kunnen overleven door erbij te klussen als tuincentrum.
Onverwacht is doe-het-zelven weer helemaal terug. Alleen dat grove, daar zijn we radicaal vanaf gestapt. Ons geklus moet tegenwoordig liefst leiden tot dingen die beter en mooier zijn dan wat de winkels aanbieden. De inzet van nu is: als ik het zelf maak, is het resultaat hopelijk degelijker dan wat uit de fabriek komt. Geen rafels of slecht gedichte naden, geen goedkoop materiaal, geen tierlantijnen, geen onduidelijke herkomst, en niet al na een paar keer gebruiken kapot. Met als grootste bonus: helemaal aangepast aan jouw specifieke wensen.
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.
COLUMN - Daar stond ze met haar negen jaar tijdens haar kennismaking met mijn groep. Haar armen zwaaiden heen en weer van de zenuwen en haar tong maakte iedere paar seconde een rondje om haar lippen alsof ze ze aflikte. Knalrood waren ze daarvan, waardoor ze op school de bijnaam ‘lipvis’ kreeg.
Tot haar achtste woonde ze afwisselend bij haar vader en dan weer bij haar moeder. Ze woonde met haar vader in leegstaande caravans of een paar weken bij een vriend, steeds weer op de vlucht voor ‘iets’. Iets dat niemand zag, behalve haar vader.
Bij haar moeder in een huis waar ze onder een krakend bed hoorde hoe haar moeder geld verdiende door zichzelf te verkopen. Moeder had geen tijd en ruimte voor een kind. En ze had er geen zin in. Wat er verder precies bij moeder is gebeurd, weet niemand. Patricia zelf ook niet.
Duidelijk was wel dat Patricia daar koste wat kost weg wilde. Ze heeft zichzelf als achtjarige zodanig in de nesten gewerkt dat ze werd opgepakt door de politie. Op het politiebureau gaf ze aan dat ze absoluut niet terug naar huis wilde. En zo kwam ze via een crisisopvanggroep bij ons terecht. Dappere beslissing van een achtjarige.
COLUMN - Alweer zo’n zestien jaar geleden zag ik de documentaire Trainman. Over de autistische Kees Momma. “Goed dat jullie er zijn”, zei hij tegen de cameraploeg in de eerste scène, “er worden wafels geserveerd in de restauratie.” Hij was met zijn modeltrein de rit Amsterdam-Brussel aan het afleggen. Met een tijdschema naast zijn transistor. Een paar dagen later ging hij met zijn moeder en de cameraploeg daadwerkelijk naar Brussel. “Oooh!”, juichte hij toen de trein eraan kwam, “het is net als in het echt!” Toen er in Brussel een motor met iets te veel volume langs scheurde, begon hij te schelden. Hij legde zijn linkerarm over zijn hoofd zodat zijn linkerhand zijn rechteroor bedekte. “Godverdomme wat een klootzak”, schreeuwde hij. Hij spuwde het uit. Thuisgekomen liet hij foto’s ontwikkelen. Hij kreeg de foto’s terug in een mapje waarop twee meisjes van een jaar of zeven in bikini stonden afgebeeld. Ze waren met water aan het spelen. Bezorg kwam hij naar beneden om aan zijn moeder te vragen of dat geen pedofilie was. Zijn moeder verzekerde hem dat dit geen pedofilie was. “O, gelukkig”, zei Kees.
Kortom, Zomergastenmateriaal. Kees stal mijn hart. En nu blijkt hij terug. Ik, tv-recensent van likmevestje, had het helemaal gemist, maar in de documentaire ‘Het beste voor Kees’ (twee weken geleden uitgezonden door de NCRV) onderzoekt documentairemaakster Monique Nolte hoe het gaat met haar onderwerp van 17 jaar geleden. Inmiddels is Kees 45 jaar. Hij woont nog steeds bij zijn vader en moeder, die nu een jaar of 80 zijn. Hij rijdt nog steeds veel en vaak met zijn treinen. Dit keer ging hij van Brussel naar Amsterdam. Hij was net voorbij Luik toen de cameraploeg binnenkwam. Ze hadden wel enige vertraging opgelopen, omdat de regisseuse zo onverstandig was geweest om een kort rokje aan te trekken.
Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.
Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.
COLUMN - Zo eens in de paar dagen is het raak: een treinreiziger in mijn coupé blijkt bij controle ‘niet ingecheckt’, tot grote verbazing van die treinreiziger zelf, die meent toch echt op correcte wijze alle processtappen te hebben doorlopen. Soms ben ik die treinreiziger zelf, meestal is het een ander. Statistisch gezien is dat ook logisch: er zijn vele anderen en van mij is er maar één.
Om te voorkomen dat het pardoes mis gaat, sta ik tegenwoordig op het perron als een volstrekte autist voor paal. Het incheckpaaltje wel te verstaan. Ik wacht tot alle bewerkingen van vorige reizigers verdwenen zijn en het schermpje donker is, hou dan mijn kaart ervoor, check of ik de juiste piep hoor, het – soms nog aanwezige – groene lampje gaat branden en in het scherm de juiste tekst verschijnt: ‘Voordeelurenabonnement’. Medereizigers met meer haast dan ik vatten dat geduldig wachten op als een gelegenheid om voor te dringen en schuiven hun kaart tussen het paaltje en mijn in hoopvolle afwachting opgehouden OV-chipkaart.
Ondanks al mijn voorzorgen ben ook ik zo eens in de vier, vijf maanden het haasje. Gezien mijn obsessieve oplettendheid kan dat niet anders zijn dan als gevolg van het niet geheel perfect functioneren van het OV-chipkaartensysteem. Dat is ook onvermijdelijk: het is een systeem en het is dus feilbaar.
Er zijn twee soorten conducteurs: zij die zich een mens betonen en zij die zich aan de regels houden. Die laatste conducteurs hebben een opvallend consistent onvermogen om de mogelijkheid van een systeemfout onder ogen te zien. Ik luister altijd met enige bewondering naar de conducteurs die in een discussie raken met gedupeerde reizigers. Hoewel, ‘discussie’ is een groot woord. Het zijn doorgaans de gedupeerde reizigers die een wanhopige poging doen te appelleren aan een – al of niet verondersteld – vermogen tot redelijk nadenken bij hun gesprekspartner en de conducteur die er desnoods minutenlang in slaagt geen enkele aanwijzing te geven die erop wijst dat ze überhaupt hebben gehoord wat er zojuist tegen hen gezegd werd.