Uit de jeugdzorg | John
COLUMN - Oersterk was hij. Nog maar elf, maar minstens zo groot als ik. Door zijn verleden zat hij vol frustraties. Zijn moeder had borderline. De ene keer stootte ze hem af, de andere keer wilde ze hem fijnknuffelen. Om vervolgens weer boos te worden als John dat niet wilde.
Drie keer wees ze iemand aan als Johns vader. Maar drie keer gaf ze later toe dat het toch niet om zijn vader ging. Nadat zijn moeder opgenomen was in een psychiatrische inrichting, ging John naar een crisispleeggezin. Om vervolgens in mijn groep te belanden, omdat er geen blijvend pleeggezin was voor een jongen van zijn leeftijd.
Keer op keer afgewezen, duldde John niemand in zijn buurt.
Zijn passie was rugby. Hij telde de dagen af tot de volgende training. Ook daar kenden ze zijn kracht. Zijn reputatie ging hem soms vooruit. Ik herinner me nog een wedstrijd waarbij een tegenstander al uit voorzorg opzij sprong toen hij zag dat het John was die met de bal aan kwam rennen.
In de groep was het over het algemeen een lieve, rustige jongen. Maar soms kwamen zijn frustraties naar boven en dan vlogen de stoelen door de kamer.