COLUMN - Kippenvel krijg ik tijdens het nummer Michel. Niet alleen door die geweldige stem. Of door de kwetsbaarheid waarmee ze zingt. En door de kracht die ze daar tegelijkertijd mee uitstraalt. Maar ook om het verhaal áchter Anouk.
Terwijl ze daar staat te zingen in de Ziggo Dome, springen de tranen in mijn ogen. Ik denk aan haar optreden in College Tour in november en het, voor haar, onverwachte weerzien met één van de begeleiders uit het kindertehuis waar ze destijds woonde. Dennis, de man met de gitaar. Die iedere woensdag liedjes speelde voor de kinderen uit de groep. En zo Anouk aan het zingen kreeg. Deze Dennis zag wat ze in zich had en hielp haar haar talent te ontwikkelen. Iedereen weet wat daarvan gekomen is.
Tussen al die 17.000 mensen in de Ziggo Dome denk ik aan Francis, een meisje uit mijn groep. Een meisje met een ongelofelijk talent, want voetballen kan ze als de beste. Dat weten niet alleen mijn collega’s en ik, dat weten ook haar trainers. Ze speelt als spits in het eerste meisjeselftal. Voetballen doet haar goed. Ze kan er haar energie in kwijt, ze haalt er zelfvertrouwen uit. Ze vindt er haar sociale contacten en ze droomt van een carrière als profvoetballer. Ook al is die klein in het vrouwenvoetbal: voetballen is alles voor haar.
Francis kan haar geluk dan ook niet op als er scouts langskomen. Ook bij het meisjeselftal. Scouts van een eredivisieclub die er niet om liegt. Weken van tevoren traint ze op het grasveld dat gelukkig nog niet is verkocht.