150 jaar geleden werden tijdens het winnen van kalksteen in het Neanderthal fossiele botten aangetroffen. De fossielen worden niet meteen op waarde geschat, de originele vondstmelding uit 1856 stelt: “Nach Untersuchung dieses Gerippes, namentlich des Schädels, gehörte das menschliche Wesen zu dem Geschlechte der Flachköpfe, deren noch heute im amerikanischen Westen wohnen, von denen man in den letzten Jahren auch mehrere Schädel an der oberen Donau bei Siegmaringen gefunden hat.” Pas drie jaar later publiceert Darwin zijn Origin of Species, dus evolutie en het mogelijke bestaan van eerdere mensachtigen, zijn nog onbekend.
In 1864 schrijft de Ierse anatoom William King dat het om de resten van een primitieve aapmens gaat, met de naam Homo neanderthalensis (het scheelde maar een haar of het was Homo stupidus geworden). King schatte de mentale capaciteiten van de Neanderthaler bijzonder laag in, hij was waarschijnlijk niet eens bewust van het bestaan van God: “[the Neanderthal skull] more closely conforms to the brain case of the chimpansee, and, moreover, assuming, as we must, that the simial faculties are unimprovable – incapable of moral and theositic conceptions – there seems no reason to believe otherwise than that similar darkness characterised the being to which the fossil belonged.”
In de loop der jaren werd het beeld van de brute, achterlijke, kromlopende Neanderthaler door de feiten achterhaald. Het waren immers handige jagers, ze konden waarschijnlijk praten, en ze begroeven hun doden. Een Neanderthaler graf, opgegraven in de jaren ’60 in Shanidar, Irak, bevatte een ongewoon hoge concentratie pollen. Dit leidde tot speculatie over uitgebreide grafrituelen met bloemen. Die conclusie wordt nu weer betwist, maar het veranderde wel definitief het imago van de Neanderthaler.
Er zijn nog veel onbeantwoorde vragen. Niet de minste is waarom de Neanderthalers 30.000 jaar geleden plotseling van de aardbodem verdwenen zijn. Heeft de moderne mens bij zijn intocht in Europa 40.000 jaar geleden de Neanderthaler verdrongen of zijn de twee populaties samengesmolten? Dat laatste zou betekenen dat de Neanderthaler bijgedragen heeft aan de genetische variatie in de Homo sapiens populatie. Een antwoord hierop komt mogelijk binnenkort van de onderzoeksgroep van Svante Pääbo, die begin dit jaar aankondigde al een miljoen baseparen van het Neanderthaler genoom in kaart gebracht te hebben. Dit soort onderzoek wordt beperkt door het lage aantal onderzochte individuen, en de kans bestaat dat eventuele invloed van Neanderthalers weer verdwenen is uit de huidige populatie. Dat neemt niet weg dat met het in kaart brengen van het Neanderthaler genoom, het onderzoek naar de menselijke evolutie weer een belangrijke stap vooruit zet.
Reacties (24)
…en de website van het bedrijf wat de hele zaak op een rijtje mag zetten:
http://www.454.com/news-events/press-kit-20060719.asp
[quote=””]De neanderthaler was waarschijnlijk niet eens bewust van het bestaan van God.[/quote]
Zie je wel!,..’t ging toen toch prima zonder al die heisa?
Nou ja, prima. Ze zijn wel uitgestorven…
Niks ”uitgestorven” SN,.. of: samengesmolten met!,..dat onderzoekje is nog afwachten geblazen. Ik mag dan wel een laag voorhoofd hebben,…met m’n nieuwe coupe zie je d’r helemaal niks meer van. Of bedoelde je het niet zo?
@ Yevgeny Podorkin: Een nieuwe coupe of …?
Je had me door Akufu!
Tis een paardenmiddel en kost een paar centen, maar dan heb je ook wat.
Er zijn eerdere berichten op Sargasso geweest over de verhouding Neanderthaler vs. Homo Sapiens. Ik ben even vergeten of er nu (verrassend voor mij) sterke aanwijzingen waren dat beide inderdaad sexueel contact hadden zoals nu ook weer gemeld/verondersteld.
Er is een tijd terug in Portugal een skelet van een kind gevonden dat eigenschappen van beide heeft, en dus een hybride zou kunnen zijn. Dat bewijst nog niet dat op grote schaal sexueel contact plaats heeft gevonden én dat de resulterende kinderen vruchtbaar waren.
Uit eerder DNA onderzoek blijkt weer dat er geen interactie is geweest. Maar dit was maar 300 bp in totaal, en mitochondriaal DNA…
Voorlopig blijft het dus nog een welles-nietes spelletje.
Die had ik inderdaad in gedachte @Akufu.
(ook al doen de links het niet #8)
Dat roodharigen langzaam verdwijnen is belangrijker , stel je toch eens voor , geen sproetjes ,
geen échte vuurtoren meer.
Hè, bij mij werken ze wel? Nu ja, dan maar even zo:
hybride kind
http://news.bbc.co.uk/2/hi/science/nature/323657.stm
NeanderDNA
http://news.bbc.co.uk/2/hi/science/nature/694467.stm
@ AW
Cartman: Think about all the great people in history who were ginger. People like… Like, uh, like…
Ginger Kid #1: Ron Howard?
Cartman: Right! Ron Howard! And, uh, and…
Ginger Kid #2: Ron Howard?
Cartman: Right! We already had him, but right.
http://www.sp-studio.de/
lol!
Kortom: d’r is dus misschien tóch een sluitende verklaring voor e.e.a.?,….dat je b.v. het ene moment zweverig over de vrouw als medemens leg te bomen of zo?,.. om vervolgens genadeloos bruut uit je heup te kuchen? Fijn!,..dat maakt het leven plotsklaps een stuk dragelijker.
Homo heeft allerlei dieren en homo’s tot slaaf gemaakt. Ik vind het heel opmerkelijk dat uit niets blijkt dat Neanderthalmens met Homo samenleefde.
Ook is nog niet aangetoond dat een paring een levende vrucht opleverde.
Is er een staatje van kruisbare aapsoorten ergens ? (Geen Bush-alerts svp ;)
Ik had ooit een Commodore Amiga.
Akufa: Wat is er zo mis met mitochondriaal DNA? Het is juist uitermate geschikt voor genetisch onderzoek, vooral wat beteft afstamming, omdat het altijd van je moeder afkomstig is.
@11: Het verdwijnen van sproeten zou idd rampzalig zijn!
Het boek van Brian Sykes The daughters of Eve is wel aardig om te lezen in dit verband. Deze onderzoeker heeft gebruik gemaakt van mitochondriaal DNA. Hij kwam tot de conclusie dat er geen spoor van de Neanderthaler in de moderne mens terug te vinden was.
Met mitochondriaal DNA is niets mis, het geeft alleen een beperkter beeld dan kern DNA. Alleen al de informatie die het bevat: mt DNA is 16.500 bp en bevat zo’n 37 genen. Kern DNA is 3 miljard bp groot en bevat 25.000 genen.
Het wordt inderdaad alleen via de moeder doorgegeven, dus nageslacht van een neanderthaler man met een sapiens vrouw zal sapiens mt DNA hebben. Aleen al daarom zou je ook Y chromosomaal (kern) DNA in de analyses willen betrekken.
Verder is het niet onmogelijk dat de huidige mt DNA variatie pas recent is ontstaan door selectie, en als er invloed was van Neanderthalers, dat nu niet meer zichtbaar is:
http://johnhawks.net/weblog/reviews/neandertals/neandertal_dna/weaver_roseman_2005.html?seemore=y
Kern DNA bevat alle genen die een blauwdruk van de Neanderthaler vormen. Dit vergelijken met het Sapiens genoom kan duidelijk maken of variatie (verschillende allelen) in sommige genen afkomstig is van de Neanderthaler. Het probleem met selectie geldt hier ook, maar omdat je veel meer genen bekijkt, die onder andere selectiedruk staan, spreid je het ‘risico’.
@ Mescaline: Hier is een artikeltje waar contact en misschien handel (maar geen samenwonen) tussen de modernen en Neanderthalers wordt genoemd:
http://www.archaeology.org/9609/newsbriefs/neandertals.html
Mitochondriaal dna heeft ook last van punt mumaties, dat beperkt wel de dingen.
Verhaaltje:
Een uitstapje
Twee mensen gaan naar en voetbalwedstrijd. Een echte liefhebber heeft een kennis meegesleept die nog nooit een voetbalveld van dichtbij heeft gezien. Na de wedstrijd vraagt de liefhebber wat zijn kennis ervan vond. “Wel aardig” zegt de kennis, beetje hollen achter een bal en wat duwen en trekken. De kennis reageert verbaasd, zag je dan niet dat de linksback zijn rol als aanvallende middenvelder uitstekend speelde en alle doelpunten heeft voorbereidt?
Het lijkt alsof deze gebeurtenis niets te maken heeft met ons onderwerp, de aarde. Toch is er een overeenkomst met deze twee mensen en wetenschapsbeoefening. De overeenkomst ligt in de uitspraak “Je ziet wat je weet” van de beroemde Duitse filosoof Goethe. Deze ogenschijnlijk simpele uitspraak verklaart waarom de ene toeschouwer verveeld naar mensen kijkt die achter een bal aanhollen terwijl de ander de tactiek achter het hollen ziet. Zo ook in de wetenschap en dan vooral op momenten dat grenzen worden verlegt en het algemene beeld wordt verstoord. Nadat een ontdekking is gedaan worden als het ware de ogen geopend en dingen gezien waar men eerst geen oog voor had. We spreken ook van opzienbarende ontdekkingen. De eerder genoemde bioloog Darwin deed zo’n ontdekking door verbanden te leggen tussen apen en mensen. Niet verwonderlijk dus dat kort na deze uitspraken “toevallig” vondsten worden gedaan die iets te maken hebben met de gewaagde veronderstelling van Darwin.
De Neanderthaler
Drie jaar na de publicatie van Darwins boek in 1856 worden in de Neandervallei bij Düsseldorf in Duitsland botten opgegraven van mensachtigen. Na bestudering bleken de botten niet van een mens te zijn maar ook niet van een aap. Dit moest de stap tussen mens en aap zijn waar Darwin het over had, de “missing link” was gevonden! Dat moesten echte wilden zijn geweest . Nog steeds is het geen compliment voor Neanderthaler te worden uitgemaakt. Geheel onterecht blijkt nu. De Neanderthaler was beslist niet dom en uitstekend aan het toen heersende koude klimaat aangepast. Korte benen tegen afkoelen, grote brede neus om de ingeademde lucht te verwarmen een weelderige beharing en vooral heel sterk. Gekleed in huiden en met vuursteen versterkte bijlen werd op groot wild gejaagd waaronder de mammoet. Goede kleding was een noodzaak om te kunnen leven onder zulke ijskoudeweersomstandigheden. Want het was koud in de periode waarin de opgegraven Neanderthaler leefde. Noord en midden Nederland waren tijdens deze voorlaatste ijstijd, het Salien, bedekt met een paar honderd meter dikke ijslaag. Dit weerhield de Neanderthaler er niet van in onze streken te jagen. Er werd in groepen geleefd van 10 tot 20 personen. Vermoedelijk leefden mannen en vrouwen voor het grootste deel van het jaar gescheiden. Neanderthalers hebben hun sobere maar effectieve levensstijl voor duizenden jaren niet veranderd. Verder valt op dat alle opgegraven gebruiksvoorwerpen uit die tijd functioneel zijn zonder enige verfraaiing.
Aan deze zeer lange periode van elke dag hetzelfde kwam 40.000 jaar geleden een abrupt einde met helaas alweer een onopgelost raadsel.
De Cro-Magnon
Opgegraven botten waarvan vastgesteld is dat ze jonger zijn dan 40.000 jaar zien er opeens anders uit. Lange benen, een hoofd als nu, kleine neus, weinig, haar kortom een mens gebouwd voor warme streken. Deze opgravingen laten ook een explosie zien van creativiteit, werkelijk alles is uitbundig versierd. Gebruiksvoorwerpen die tot nu toe “slechts” functioneel waren zijn ware kunstwerkjes geworden. Kleding was meer dan bescherming, het liet ook je status zien. In Frankrijk en Spanje zijn in moeilijk bereikbare grotten afbeeldingen te zien die in kombinatie met daar gevonden restanten suggereren dat in deze grotten rituelen werden uitgevoerd. De techniek van schilderen is van hoog nivo omdat men de techniek van perspectief meester was. Deze naar de eerste vindplaats genoemde Cro-Magnon mensen leefde niet zo geïsoleerd als de Neanderthaler, er werd veel gereisd in gemeenschappen die uit mannen en vrouwen bestonden. Deze cultuur kan zonder onderbreking in de tijd gevolgd worden tot de bewoners van nu. Uw voorouder was 1.600 generaties geleden een Cro-Magnon.
Het raadsel
Door het archeologisch onderzoek loopt een traditionele scheidingslijn. De gehele menselijke ontwikkeling wordt verdeeld in prehistorie en historie. Bij prehistorie worden culturen bestudeerd waarin de dagelijkse bezigheden niet werden beschreven. In Nederland eindigt deze periode nadat de Romeinen ons land waren binnengetrokken, die schreven alles op. Bij ontbreken van geschriften is opgraven van bewoningsrestanten en de bewoners zelf de enige manier om inzicht te verkrijgen in het doen en laten van een cultuur. Helaas is er niet veel op te graven, er leefden weinig mensen in die tijd. Er wordt weliswaar gericht gezocht en gegraven waarbij het toeval ook wel eens helpt maar veel is er niet. Wat wel is opgegraven geeft een merkwaardig beeld. Een graf vinden voor of na 40.000 jaar b.c. betekent dat bij vóór een Neanderthaler wordt gevonden en bij na een Cro-Magnon. Wat is er met de Neanderthaler gebeurt?. Indien ze samen verder zijn gegaan verwacht je een soort hybridemens aan te treffen. Een dergelijke Neanderthaler en Cro-magnon is een keer opgegraven in een grot langs de Portugese kust. Een jong meisje met beide kenmerken. Tot nu toe is het daar bij gebleven. Het zou ook kunnen dat ze elkaar met de bijlen op het hoofd zijn gaan slaan. Hier ook weer, geen bewijs gevonden. Mensen zijn elkaar pas naar het leven gaan staan nadat ze zich permanent gingen vestigen. Je zou kunnen overwegen dat de Cro-Magnon slimmer was . Deze stelling is niet te bewijzen alhoewel ze beslist wat kunstuitingen aangaat boven de Neanderthaler uitstaken. Wellicht is het gebruik van taal de oorzaak van het succes. Spieraanhechtingen die in Cro-Magnon schedels zichtbaar zijn suggereren dit. Met gebruik van taal kun je beter plannen bij de jacht en met andere groepen ervaringen uitwisselen. De aanwezigheid van beter georganiseerde groepen Cro-Magnonen zou dan door de geisoleerd levende Neanderthaler bedreigend ervaren worden. Migratie naar meer onherbergzame gebieden waar minder voedsel te vinden is lijkt dan de oplossing. Als gevolg van deze verschillen in levenswijze neemt de kans op overlijden iets toe zodat na een paar duizend jaar de geplaagde Neanderthaler uitstierf. Aannemelijke gedachten, maar niet meer dan dat. Het wachten is op nieuwe opgravingen.
Dit stukje tekst is raadsel genoemd, beter is het om raadsels te zeggen omdat er nog iets ontbreekt. Waar komt de Cro-Magnon vandaan?. Een lichaam uitgerust voor warme streken suggereert wederom Afrika als thuisbasis. Recente opgravingen wijzen op een tweede migratiegolf die ongeveer 200.000 jaar b.c. plaats heeft gevonden.Momenteel wordt het Midden Oosten belaagd door horden archeologen die een antwoord op deze vraag zoeken.
De Archeologie heeft hulp gekregen van micro-biologen. De technieken in de biologie zijn zo ver gevorderd dat het mogelijk is in bepaalde gevallen uit zeer oude restanten opgegraven materiaal DNA te isoleren. Wellicht dat deze tak van wetenschap een tipje van deze twee sluiers op kan lichten.