COLUMN - Lyin’ Ted versus Short-Fingered Donald. Amerikaanse voorverkiezingen zijn een moddergevecht. Klopt dat beeld wel? Dit jaar kraken sommige kandidaten elkaar inderdaad af. Maar anderen ontzien elkaar juist en bespreken sociale problemen. Doen kiezers dit ook? Een kijkje bij caucuses.
De zon verdween achter de bergen en de school stroomde vol. Honderden Democraten kwamen op Super Tuesday naar de Bromwell basisschool. Daar vonden caucuses plaats, vlakbij mijn hotel te Denver. Ik was in die stad om een lezing te geven aan de plaatselijke universiteit. Op mijn vrije avond wilde ik wel eens caucuses meemaken. Na twee koffie tegen de jet lag wandelde ik naar de school.
Overal posters, overal borden. Sommige voor Hillary Clinton, andere voor Bernie Sanders. Bij de deur glimlachte een levensgrote bordkartonnen Clinton me tegemoet. Een man in een blauw Sanders-T-shirt vroeg spottend of ik niet met haar op de foto moest. Mijn pak stak dan ook af tegen de sjofele kleding in het Sanders-kamp. Op alle enigszins formele kledij prijkte een sticker met de H van Hillary.
De Democratische Partij organiseert in elke staat een voorverkiezing. Ongeveer twee derde van die voorverkiezingen zijn primaries, die lijken op onze verkiezingen. Denver ligt in de staat Colorado, waar de partij caucuses organiseert. Tussen zeven en negen werd in de caucuses dit jaar de keuze gemaakt tussen Clinton en Sanders. Een Republikeinse voorverkiezing bezoeken kon ik helaas niet.
Er zijn allerlei soorten caucuses. Sommige zijn open, wat betekent dat iedereen stemrecht heeft – ook onafhankelijken en Republikeinen. Die in Colorado zijn gesloten. Dat wil zeggen dat alleen kiesgerechtigden mogen meedoen die (in dit geval) twee maanden tevoren als Democraat geregistreerd staan. Iedereen is welkom om te komen kijken. Vrijwilligers organiseren de caucuses.
Caucuses houden komt de opkomst niet ten goede, zeker niet als ze gesloten zijn. In Colorado kwam die avond zo’n 3% van de volwassenen stemmen. Die opkomst was hoger dan verwacht. Dat leidde op verscheidene plaatsen in Denver tot gezellige chaos. In de Bromwell basisschool was bijvoorbeeld tekort aan polsbandjes voor geregistreerde deelnemers. Dat werd opgelost met stukken duct tape.
Het stemvolk was lelieblank. Ik telde maar twee mensen met een kleurtje. Cherry Creek, waar de basisschool staat, is dan ook een overweldigend blanke buurt. Een welvarende buurt ook, met zeker viermaal zo hoge huizenprijzen als de VS als geheel en een ongeveer tweemaal zo hoog gemiddeld inkomen. Absoluut niet representatief voor de rest van het land, maar wellicht toch inzichtelijk.
Na registratie werden stemgerechtigden naar kiesdistrict opgedeeld in groepen van ongeveer vijftig. In elk klaslokaal werd er gestemd, waarna een pitch volgde voor elk van beide kandidaten, gevolgd door een tweede stemmingsronde. Opvallend vond ik dat elke pitch begon met het uitvoerig prijzen van de andere kandidaat. Verder werd iedere pitch beloond met een applaus van alle aanwezigen.
Die hoffelijkheid deed me terugdenken aan een memorabel moment tijdens het eerste Democratische debat, op 13 oktober. Gevraagd naar een emailschandaal dat Clinton achtervolgt sprak Sanders: “Het Amerikaanse volk is het spuugzat om te horen over die emails… Genoeg over die emails! Laten we praten over de echte problemen.” Opgelucht lachend gaf Clinton hem een hand.
Ook de tv-advertenties die ik heb gezien gingen over de inhoud. Van elk van beiden zag ik een spotje. Clinton troostte in haar spotje een Latijns-Amerikaans meisje dat bang was dat haar familie zou worden gedeporteerd. Het tv-spotje waar Sanders Colorado mee bestookte was een minicollege waarin hij uitlegde op welke manieren grote bedrijven de Amerikaanse economie manipuleren.
Immigratie en economie kwamen ook aan de orde in de pitches in de Bromwell basisschool. Iedereen bleef twee uur lang uiterst beleefd. Het leek ook niemand te deren dat de organisatie amateuristisch was. De vrijwilligers deden hun best. Daarnaast werden per zaal nog eens liefst vier vrijwilligers gevonden om in april een hele zaterdag lang het district te gaan vertegenwoordigen.
In elke zaal werd er afgesloten met een tweede stemming via handopsteken. Gevolgd door hertelling na hertelling, met wisselende resultaten. Ook omdat mensen bleven binnendruppelen. En omdat er kinderen aanwezig waren, die af en toe hun hand opstaken. Een Sanders-aanhangster probeerde me voor de grap over te halen om voor haar kandidaat te stemmen. Niemand zou het hebben gemerkt.
Half tien, terug op mijn hotelkamer. Ik zet de tv aan. Het lijkt alsof er maar één kandidaat is: Donald Trump. Ondanks dat hij tot dan toe maar een derde van alle Republikeinse stemmen had gekregen. De inspirerende speech van Sanders die avond heb ik niet gezien. Wel alle inhoudsloze beledigingen over Trump. En door Trump. Eindeloos herhaald. Op tv heerst het beeld van een moddergevecht.
Dat beeld doet veel mensen tekort. Mensen zoals de brave Democraten van Cherry Creek.
Reacties (4)
Het probleem is: hoe komt dat?
Als je wat rondscharrelt zie je Sanders, uitermate fatsoenlijk, uitermate inhoudelijk, uitermate sterk opereren.
Maar de verbijsterende platheid van Trump overheerst. Ik lees in de leerboeken dat een democratie het moet hebben van goed geïnformeerde kiezers. Waar moet die informatie vandaan komen? Moet iedereen zelf achter die informatie aan? Misschien is het heel goed dat de gedrukte krant het aflegt tegen internet. Want de grote officiële journalistiek heeft een grote voorkeur voor ranzigheid en oppervlakkigheid.
Interessant, leuk om eens een beschrijving van zo’n caucus te lezen.
Wat uit je stuk (ook ten antwoord aan Tom, @1) blijkt hoe dominant de invloed van de media is: de aandacht gaat naar het spectaculaire, het schandaal, naar Trump. Brave (D)democraten trekken geen kijkers en brengen geen geld binnen. Het is niet de enige verklaring verklaring, maar een die onderschat wordt.
Denk je eens in, een caucus van de PvdA, VVD, of PVV over wie er partijleider mag worden waarin leden mogen stemmen na een goed debat (voorspelbare uitslag bij PVV). En dat avond na avond, zonder dat de partijlijn hoeft te worden aangehouden. Strijden voor een goede plaats op de partijlijst. Na veel negatieve berichten over de VS toch nog iets goeds.
@3: Zeker, dat is onvoorstelbaar in Nederland. Er is echter wel een belangrijk verschil tussen Nederland en de VS: hier kan iedereen een partij oprichten, en maakt een redelijke kans om een of meer zetels te krijgen. In een tweepartijenstelsel is dat zo goed als onmogelijk door het districtensysteem. De enige kans om invloed te krijgen in de politiek is door een machtsbasis binnen een partij te verkrijgen. De democratische (of Republikeinse) partij is dan ook een grote coalitie waar iedereen met elkaar strijdt om invloed. De ‘caucus’ en de ‘primary’ is daarvoor een mechanismen. In Nederland wordt je niet lid van een partij om haar te veranderen, maar omdat je het er mee eens bent en als je denkt dat jou politieke positie niet wordt vertegenwoordigd – en er is volgens jou wel ruimte voor – dan richt je je eigen partij op. In de VS zou Wilders geen eigen partij zijn begonnen maar zou lid zijn van de GOP en daar invloed proberen te krijgen.