COLUMN - Op zondag 14 oktober 2012 is Ben Hoogeboom overleden. Acht jaar geleden alweer. Ben heeft op Sargasso geschreven. En op nurks. En op zijn eigen sites. En, god, wat mis ik zijn stukjes. En vooral die over het dorp Dirkswoud waarvan hij de schepper was. Laatst, of eigenlijk was dat gisteren, heb ik zo’n beetje alles weer herlezen wat hij over dat fictieve Noord- Hollandse dorp had geschreven. Ben had ook werkelijk alles bedacht. Hij had het dorp een geschiedenis gegeven, kunstenaars, middenstanders, een stratenplan, bekende Dirkwoudenaars, een eigen courant – ach wat mis ik dat. En Ben was zo goed in de dialogen, hij was zo grappig, zo literair ook. Zijn stijl was zo puntgaaf. Als ik dan zo’n middag alles weer herlees over Dirkswoud, ook de comments dus onder die stukjes, uit 2011, uit 2012, dan kost het mij weer moeite om terug te keren naar de daagse werkelijkheid. Wat zou ik graag een adres hebben aan de Zuidervaart, in Dirkswoud.
Ik dacht aan Ben Hoogeboom en ik dacht aan Dirkswoud en toen kwam er dit:
Dirkswoud en corona
Er was natuurlijk geen ontkomen aan, ook Dirkswoud heeft coronamaatregelen getroffen. In de Dirkswouderdenaer was daarvoor een hele pagina gereserveerd. De regels waren kraakhelder: langs de Noordervaart en langs de Zuidervaart was er nu eenrichtingsverkeer. En als de voetganger langs de Oostzij of de Zuidzij wilden wandelen, dan was een mondkapje verplicht. Nellie Daas, van de fourniturenzaak die haar naam draagt, had zich toegelegd op customized exemplaren. ‘Ik heb er inmiddels gemaakt met een tulp erop, 36 exemplaren voor Dirkswoud Gematigd Vooruit, eentje met een K-popband erop, een Rubiks-cube, en een mondkapje met de St. Clarakerk en twee mondkapjes met Peter Griffin en Brian, dat was het wel zo’n beetje. Ik heb in de Glenn Gould-steeg naast mijn fourniturenzaak ook een teststraat ingericht. Elke Dirkswoudenaar met milde klachten is daar welkom.’
Citroën berline
In het centrum van Dirkswoud, bij de Robert Ankerbrug, waar op vrijdag de kramen voor de ambulante handel staan, is het rustig. We zien een witte Citroën berline parkeren, de bestuurder, loopt naar de haringkraam. ‘Ach meneer’, begint hij, ‘ik heb jarenlang een tabakshandel aan de Zuidervaart gehad, en mijn buurman was natuurgenezer, dus ik laveerde altijd tussen twee werelden, en ik ben zo kwiek als het spreekwoordelijke hoentje. Ja, afstand houden is goed, maar geen 5g is beter.’
De verliefdheid van de koning
De enige andere klant is heel toevallig de burgemeester van Dirkswoud, mevrouw Hagemeijer, CDA. ‘Ja, tuurlijk: vrijdag visdag, wat denkt u? En vanavond is er een voorlichtings-, ook al zou ik het liever een inspraakbijeenkomst willen noemen, in het achterzaaltje van café Amperzat over de coronamaatregelen. De Dirkswoudse schaakclub De verliefdheid van de koning die daar wekelijks bijeenkomt, zal voor een keer moeten uitwijken naar Hotel Tebberman aan de Oosterzij. Daar geeft de Russische grootmeester Sjalamov een clinic. Hij zal onder andere de Dirkswoudvariant van het Birminghamgambiet spelen. En ik heb ook wel een nieuwtje: vanavond zal er een corona-app die ontwikkeld is in Dirkswoud, door de zoon van Jaap Groentjes, oud-hoofdonderwijzer, 35 jaar, ongehuwd, worden geïntroduceerd, inclusief locatietracker. En als er een alarm gegeven wordt, klinkt er Bach.’
We doen wat we kunnen
Mevrouw Hagemeijer vervolgt: ’Er zijn tot nu toe nog geen coronagevallen geconstateerd in Dirkswoud, en dat is vreemd, we dachten echt, dat sinds we zijn opgemerkt door het internet, dat we zouden meedoen in de wereld. In de St. Clara kerk heeft de even godvrezende als godlasterende pastoor Engelbertus de Zeeuw, een ‘de jeugd bidt-tegen-corona-marathon’ georganiseerd. U ziet, we doen wat we kunnen.’
Kinderachtige onzin
Bij het verlaten van Dirkswoud, langs de Noordervaart en dan bij de Sint Jurriënsmolen, daar waar die expat, de Vlaamse prozaïst Delhaye woont, rechtsaf, komt de passant langs het al jaren leegstaande pand van de Eerste Dirkswoudse Drukkerij. Genoemd naar het lettertype dat nog steeds gebruikt wordt in De Dirkswoudenaer: Georgia. Op de gevel heeft een graffiti-artiest in rode verf gespoten: alle andere beschikbare lettertypes zijn kinderachtige onzin. En als de passant haar oren een beetje gebruikt, hoort zij een basdreun, komend uit dat donkere pand.