Het boeddhisme was vanaf ongeveer 400 v.Chr. tot circa 700 na Chr. de belangrijkste levensbeschouwing in de regio van het huidige Afghanistan, Pakistan, Nepal en India. Daarna raakte het boeddhisme overvleugeld door nieuwe vormen van de hindoeïstische religies en de islam. Het geloof van Boeddha kon zich echter handhaven in China en werd het een filosofie van het Verre Oosten.
Voordien lijkt het boeddhisme echter ook invloed te hebben gehad op de westerse wereld, zoals op het denken van Hegesias en Pyrrhon van Elis. Een belangrijk punt van contact waren de rijken langs de Zijderoute, dwars door Centraal-Eurazië. Alle reden dus voor een serie over het boeddhisme te bekijken.
Volgens de overlevering werd Gautama Boeddha geboren als Siddhartha Gautama, een koningszoon. Boeddha betekent ‘de verlichte, de ontwaakte’. Zijn levensverhaal wordt verteld als een legende, die geschiedkundig niet al te letterlijk genomen moet worden, maar wel erg mooi en ontroerend is.
Jeugd
Siddhartha’s moeder Maya stierf zeven dagen na zijn geboorte. Bij die geboorte vertelden verschillende waarzeggers dat haar zoon zou uitgroeien tot een groot wereldlijk heerser, of tot een persoon die de verlichting zou bereiken. Zijn vader, de koning, zag dat eerste wel zitten, en daarom groeide de kleine Siddhartha op in een paleis met alles wat zijn jonge hartje begeerde, zonder ooit met ellende te worden geconfronteerd.
Dat ging een tijd goed. De jonge Siddhartha trouwde, kreeg nog een kind ook, maar op zijn negenentwintigste werd hij toch wel nieuwsgierig naar wat zich buiten de muren van het paleis bevond en hij besloot stiekem op onderzoek uit te gaan.
Tijdens deze ‘clandestiene’ excursies werd hij geconfronteerd met het echte leven. Hij ontmoette eerst een oude man, vervolgens een zieke man, en tot slot zag hij een dode man. Omdat hij daarvoor niet had geweten dat deze ellende bestond, bracht het besef dat iedereen veroudert, ziek wordt en doodgaat, Siddhartha zo van zijn stuk dat hij zijn oude leventje vaarwel zei.
Monnik
Hij werd monnik, naar het voorbeeld van de man die hij tegenkwam op zijn vierde en laatste verkenningstocht. Zo bestudeerde hij vijf jaar lang de leren van alle wijzen die toen rondliepen in India. Maar hij vond bij geen van hen de gezochte antwoorden op zijn vragen over het leven. Vervolgens onderwierp hij zichzelf zes maanden lang aan extreme ascese en zelfkastijding. Dat was een praktijk die meer monniken in India beoefenden om hun basale en ‘lage’ behoeftes en emoties te overwinnen. Siddhartha besefte echter dat hij, door zijn lichaam te mishandelen, ook zijn geest mishandelde. Hij gaf het op, ging onder een boom zitten en besloot te mediteren tot hij verlichting had gevonden, of anders te sterven.
Boeddha, de verlichte
Het valt natuurlijk niet te zeggen hoeveel Indiërs als gevolg van een dergelijk voornemen zijn gestorven onder een boom, maar Siddhartha bereikte de gezochte verlichting. Weliswaar probeerde de demon Mara de rust nog te verstoren met wilde wezens en veel geluid, maar na negenenveertig dagen meditatie vond Siddharta door meditatie en reflectie ‘de weg’, de boeddhistische leer.
Vanaf toen was Siddhartha de Boeddha, de verlichte. Hij was toen vijfendertig. De rest van zijn leven sleet hij als wijsheidsleraar. Hij zou tachtig jaar zijn geworden.
Deze reeks is gebaseerd op het boek De wereld vóór God van Kees Alders. Het boek biedt een introductie tot de filosofische stromingen van de oude wereld en is hier te bestellen.
Reacties (1)
Het boeddhisme was vanaf ongeveer 400 v.Chr. tot circa 700 na Chr. de belangrijkste levensbeschouwing in de regio van het huidige Afghanistan, Pakistan, Nepal en India. Daarna raakte het boeddhisme overvleugeld door nieuwe vormen van de hindoeïstische religies en de islam. Het geloof van Boeddha kon zich echter handhaven in China en werd het een filosofie van het Verre Oosten.
Hoe betaalt/chanteert China jou om Tibet niet te noemen?