Feit of fabel: Teeven over vreemdelingenbewaring
ACHTERGROND - Staatssecretaris Teeven (VVD) zei in Trouw: ‘Naarmate mensen langer in vreemdelingenbewaring zitten, wordt het moeilijker om mensen uit te zetten. Dat is niet een feestje van links, maar mijn constatering.’
Dat is een…
Teeven stelt dat er een verband bestaat tussen de lengte van het verblijf in bewaring en de kans dat de vreemdeling terugkeert naar land van herkomst. Hoe zit dat?
In mei 2013 heeft de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ, een onafhankelijk adviesorgaan dat de overheid adviseert over migratie) een rapport uitgebracht dat deze uitspraak ondersteunt. Uit onderzoek van ACVZ blijkt dat het vreemdelingenbewaring het meest effectief is bij vreemdelingen die korter dan drie maanden in bewaring zitten. In 2012 was 81% van die groep aantoonbaar vertrokken. Naarmate de bewaring langer duurt is het percentage dat vertrekt lager. Van vreemdelingen die tussen 3 en 6 maanden in bewaring zaten vertrok 38%, van vreemdelingen die langer dan 6 maanden in bewaring zaten vertrok 17%.
In 2012 hebben ongeveer 590 vreemdelingen zonder aantoonbaar vertrek langer dan zes maanden in bewaring gezeten.
Hoeveel mensen zitten in vreemdelingenbewaring? Zijn dit gewone asielzoekers?
Dienst Justitiële Inrichtingen heeft hierover onlangs cijfers gepubliceerd. De totale instroom over 2012 daalde naar 5.420 personen. Van deze groep waren 5.168 mensen in bewaring gesteld op grond van artikel 59 Vw 2000. Dit gaat voornamelijk om mensen die geen verblijfsrecht in Nederland (meer) hebben, en daarom het land moeten verlaten. Vreemdelingenbewaring mag dan, als uiterst middel, worden ingezet om terugkeer naar het land van herkomst te bevorderen. 252 personen van de totale instroom in 2012 werden in bewaring gesteld vanwege artikel 6 Vw 2000. Dit gaat om personen die aan de grens geweigerd zijn, bijvoorbeeld omdat ze geen geldige papieren hebben.