Studium Generale Universiteit Utrecht

208 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Ontmoet befaamde wetenschappers, debatteer met denkers en luister naar schrijvers die hun drijfveren blootleggen. Studium Generale is het podium van de Universiteit Utrecht, waar studenten, docenten en andere geïnteresseerden kennis kunnen maken met alle mogelijke vakgebieden.

Studium Generale biedt iedereen de mogelijkheid kennis te maken met een vakgebied zonder verdere verplichtingen. Een toegankelijk programma op academisch niveau, te volgen zonder voorkennis. Waarom vindt de universiteit dit belangrijk? Omdat academische vorming meer is dan vakinhoudelijke kennis. En omdat de wet bepaalt dat de universiteit aandacht moet schenken aan de samenhang van wetenschappen en aan de maatschappelijke aspecten van wetenschap.

Meer informatie over ons, onze lezingen en ons nieuwsblog vind je op www.sg.uu.nl.
Foto: cc Photo by Juan Marin on Unsplash edited by Studium Generale Utrecht

“It’s a Man’s Man’s Man’s World”

COLUMN - Van auto’s en smartphones tot medisch onderzoek: de wereld is ontworpen door en dus voor mannen. Ook het nog jonge terrein van kunstmatige intelligentie is hier vatbaar voor, dat is onhandig en levensgevaarlijk.

“It’s a Man’s Man’s Man’s World” zong James Brown in 1963, een nummer waarin alle uitvindingen van de moderne beschaving (de auto, de trein, de boot en het elektrische licht) worden toegeschreven aan mannen. Er lijkt veel veranderd in de verhoudingen tussen mannen en vrouwen in de wereld, maar is dat zo?

Recentelijk betoogde essayist Marjolein van Trigt in de Volkskrant dat we nog steeds in een mannenwereld leven. Ontwerpers en onderzoekers gaan vaak uit van mannen als ze eigenlijk ‘mensen’ bedoelen. Zo is de ongelijkheid van vrouwen terug te zien in het design van veel producten.

Om net als James Brown maar even met de auto te beginnen: in een auto-ongeluk heeft een vrouw gemiddeld 47 procent meer kans op zwaar letsel dan een man, en 17 procent meer kans om te overlijden.

De meeste auto’s worden namelijk gemaakt met een mannelijke bestuurder in gedachten: de pedalen zitten bijvoorbeeld ver van de stoel, waardoor vrouwen hun stoel naar voren moeten schuiven en dichterbij het stuur zitten. Ook moeten vrouwen rechterop zitten om over het dashboard heen te kunnen kijken. Door die houding hebben vrouwen een verhoogde kans op onder meer interne bloedingen en beenletsel.

Foto: jacme31 (cc)

Complottheorieën: van alle tijden en toch nieuw

VERSLAG - Met wereldberoemde samenzweringstheorieën als het 9/11-complot en flat-earth-gedachtegoed lijkt complotdenken een symptoom van dit tijdperk. Toch zijn complottheorieën van alle tijden, al is de focus veranderd, schrijft Jonas van Diepen naar aanleiding van een lezing van de Leuvense onderzoeker Stef Aupers.

Het internet is een podium voor complotdenkers om absurde en minder absurde theorieën te delen. Het lijkt alsof complottheorieën steeds populairder worden. Onderzoek van politicoloog Joe Uscinski toonde echter aan dat het complotdenken niet is toegenomen tussen 1890 en 2010. De hoofdrolspelers in de theorieën zijn echter wel veranderd zegt prof. dr. Stef Aupers, hoogleraar Media en Cultuur aan de Universiteit van Leuven.

Nieuwe zondebokken

Waar vroeger nog ‘vijandige’ partijen als Rusland het doelwit waren, staan in het huidige complotdenken binnenlandse autoriteiten centraal, zegt Aupers. Rijke industrieën, de elite en eigen regeringsleiders. “Dat is angstaanjagend voor mensen die in de politiek werken, in de wetenschap of in de journalistiek. Dit complot gaat namelijk niet over de vijand buiten onze grenzen, maar over de mensen die aan de basis van onze democratie staan,” aldus Aupers. Hij noemt de theorie rondom 9/11 (‘It was an inside job’) als voorbeeld. Daarin wordt beweerd dat toenmalig president George Bush achter de aanslag zat, in plaats van terreurgroep Al Qaida.

‘I want to believe’

Maar hoe verklaar je deze verschuiving? Aupers wijt dit aan drie maatschappelijke veranderingen. Ten eerste stelt hij dat burgers in toenemende mate denken dat kennis onbetrouwbaar is. “In een verzuilde samenleving was dit anders. De Christelijke instituties hadden duidelijke ideeën over hoe de wereld in elkaar zat en de gemiddelde inwoner vertrouwde daar op.” Het wantrouwen in kennis wordt ook veroorzaakt door tegenstrijdige, ‘wetenschappelijke’ berichtgeving in de media en de ‘do-it-yourself-wetenschap’ die het internet met zich meebracht. Het maakt bijvoorbeeld niet uit als je ergens in gelooft dat bewezen is niet waar te zijn; op het internet kun je voor elke claim bevestiging vinden. Zo wordt irrationele twijfel aan wetenschappelijke feiten gestimuleerd in plaats van gedemotiveerd. Als tweede verklaring voor de focusverschuiving van complottheorieën draagt Aupers aan dat moderne instituties vaak ondoorgrondelijk zijn. Volgens Aupers is het punt van complottheorieën dat er nog een laag waarheid onder onze ‘schijnbare’ waarheid schuilt. Wanneer autoritaire instituties (e.g. bedrijven, ministeries en geheime diensten) zo groot, ingewikkeld en ondoorgrondelijk zijn als tegenwoordig, is het voor burgers makkelijk te concluderen dat er onder deze wirwar allerlei dingen gebeuren die expres niet aan de buitenwereld worden getoond.

Een derde en laatste verklaring is wat beroemde socioloog Max Weber de ‘onttovering van de wereld’ noemde. Aupers: “Dat houdt in dat het geloof in een metafysische werkelijkheid [bijvoorbeeld een god, red.] steeds meer vervangen wordt door wetenschap aan de ene kant en technologie aan de andere kant.” Volgens Weber zaten daar twee kanten aan: een hoger kennisgehalte binnen de wetenschap en onder burgers in het algemeen, maar tegelijkertijd een verlies aan betekenisgeving in onze levens. En dat is iets wat wetenschap niet heeft kunnen vervangen. Daarom gelooft men volgens Aupers graag in complottheorieën: het zijn vervangers voor zingevende verhalen.

Stef Aupers haalde als onderbouwing voor zijn stellingen leuke voorbeelden aan en beantwoordde kritische vragen van zijn publiek. Wil je dit terugzien? Dan kan hier, of lees het bijbehorende artikel.

Jonas van Diepen is stagair bij Studium Generale Utrecht

Foto: Alberto _fr (cc)

Hoe Westeros complete steden verovert

COLUMN - “Vijftien jaar geleden smeekte ik mensen om naar Dubrovnik te komen. Nu smeek ik ze om weg te gaan.” Dat zegt een tourgids in Dubrovnik, beter bekend als de stad King’s Landing in de serie Game of Thrones (GoT). Wat zijn de implicaties van het gigantische succes van de serie? En kunnen we überhaupt nog op vakantie zonder ons schuldig te hoeven voelen?

Het is je waarschijnlijk niet ontgaan: de start van het laatste Game of Thrones-seizoen. De sensatie rondom de première illustreert wat een grandioze hit de HBO-serie is geworden, en dit is voordelig voor een groot aantal mensen. Zo waren de opnames van de serie alleen al in Noord-Ierland – gastheer voor verschillende GoT-locaties – verantwoordelijk voor het creëren van 6500 banen, en bracht het het land zo’n 200 miljoen euro op.

Dubrovnik

Niet iedereen is echter blij met dit ‘Game of Thrones-effect’.

Neem de Kroatische havenstad Dubrovnik, die volgens veel inwoners onleefbaar is geworden door de massieve toeristenstroom die GoT op gang heeft gebracht. Alhoewel deze toeristen natuurlijk bergen aan omzet opleveren, zijn de negatieve gevolgen ervan misschien wel even extreem. Volgens een artikel in de Volkskrant kreeg het Middeleeuwse centrum van de stad (met minder dan duizend inwoners) in 2018 maar liefst 1,27 miljoen bezoekers over de vloer, en kost een wandeling door de 300 meter lange hoofdstraat tijdens het hoogseizoen zo’n 40 minuten. Ook scheurde de riolering van de stad al twee keer door de hoeveelheid toiletten die er tegelijkertijd werden doorgetrokken. Hierdoor veranderde een azuurblauwe baai die ook in de serie voorkomt naar poepbruin: geen fijne gebeurtenis als inwoner van de stad.

Foto: Dani Logar (cc)

Waarom online en offline protest niet meer zonder elkaar kunnen

COLUMN - Sociale media zijn het hart van hedendaags protest. Hebben ze activisme wezenlijk veranderd?

Black Lives Matter begon als hashtag, maar is inmiddels uitgegroeid tot een grote sociale beweging. En ook bij de Arab Spring speelde sociale media een grote rol. Protest-hashtags en berichten zijn trending en gaan de wereld over, maar er wordt ook nog steeds veel offline, op straat, geprotesteerd. Hoe beïnvloeden sociale media het hedendaagse protest?

Zwakke banden

“Bij protest heb je altijd te maken met het ‘dilemma van de collectieve actie’,” stelt mediawetenschapper dr. Thomas Poell. Mensen willen een collectief goed, maar het kost moeite, tijd of geld om je in te zetten. In het geval van een protest moet je bijvoorbeeld de straat op, of dagenlang op een plein bivakkeren. De meeste mensen hebben in dit soort situaties de neiging om te freeriden; ze hopen dat anderen zich inzetten, en dat zij vervolgens van het resultaat kunnen meeprofiteren. In de vorige eeuwen waren er sterke activistische organisaties die dit probleem verholpen. Denk bijvoorbeeld aan de vrouwenbeweging of de anti-kernwapenbeweging; organisaties waar duizenden mensen zich mee verbonden voelden. “Deze organisaties zorgden voor een collectieve identiteit,” vertelt Poell. “Dit zette mensen ertoe aan toch mee te doen.”

Foto: Friends of the Earth International (cc)

Waarom we (niet) protesteren

COLUMN - Ontevredenheid alleen maakt niet opstandig. Wat zorgt er dan voor dat mensen de straat op gaan?

Ik ben vaak boos. Over de politiek, het milieu, ongelijkheid. Toch heb ik nog nooit gedemonstreerd. Ik blijk niet de enige te zijn: in Nederland heeft maar 5 tot 10 procent van de mensen in de afgelopen 12 maanden meegedaan aan een demonstratie. En dit is niet zo gek, want volgens socioloog prof. dr. Jacquelien van Stekelenburg is het helemaal niet vanzelfsprekend dat frustratie en onvrede leiden tot protest. Hoe ziet protest er tegenwoordig uit? En wat is er eigenlijk nodig voor collectieve actie?

Protest is als de tango

Het aantal mensen dat tegenwoordig meedoet aan demonstraties in Nederland lijkt misschien laag, maar in feite is het een piek. “Het aantal demonstraties wisselt sterk over de tijd heen, er is sprake van een golfbeweging,” stelt Van Stekelenburg. “Op het moment zitten we eigenlijk in een springvloed; er wordt nu net zoveel geprotesteerd als in de roerige jaren 60.”

Wel is de vorm van protesteren veranderd. Waar er vroeger veel rellen waren waarbij de politie moest ingrijpen, verlopen protesten nu meestal redelijk rustig en georganiseerd. Volgens Van Stekelenburg komt dit doordat protest genormaliseerd is. Tegenwoordig ga je bij een demonstratie een soort script af, waarbij zowel de politie als de demonstranten weten wat ze van elkaar kunnen verwachten. Van Stekelenburg maakt een vergelijking met de tango: “Als je veel oefent, sta je op een gegeven moment niet meer op elkaars tenen.”

Foto: USW-UniLife (cc)

Elke student een cursus ‘Hoe blijf ik uit de schulden’

COLUMN - Voor veel jongeren is rood staan de normaalste zaak van de wereld. Een groeiend aantal mbo en hbo-scholen biedt daarom hulp aan studenten die in de schulden zitten. Een cursus ‘schuldbewust zijn’, zou dat ook iets zijn voor studenten aan de universiteit?

Een miljoen jongvolwassenen (tussen de 18 en 35 jaar) hebben weleens te maken met ernstige betalingsproblemen, blijkt uit cijfers van het Nibud. Schulden gaan je niet in de koude kleren zitten. Onderwijsinstanties merken dat studenten er last van hebben: zij krijgen stress, missen lessen en moeten soms zelfs school verlaten. Mbo- en hbo-scholen nemen daarom maatregelen, blijkt uit een rondgang langs de scholen door de NOS. “De problemen beginnen vaak als ze 18 worden”, zegt woordvoerder Frans Roozen van het Albeda College in Rotterdam. “Dan zijn ze ineens verantwoordelijk voor hun zorgverzekering, studiefinanciering en eventuele toeslagen. Het gemak waarmee je een lening aanvraagt bij DUO: voor je het weet, leen je geld.”

Begeleiding bij verleiding

Daarnaast zijn er nog de verleidingen van het online shoppen, een digitale bestelling is zo geplaatst. De scholen proberen de jongeren een beetje op te voeden. De Hanzehogeschool start komend studiejaar de cursus ‘Omgaan met Geld’. Windesheim Zwolle heeft sinds een paar maanden een financieel spreekuur en InHolland Den Haag begon dit jaar het project ‘Financieel Slim Studeren’. Op alle mbo’s in Amsterdam lopen al jaren schuldhulpverleners rond. Het ROC van Twente pakte het creatief aan: zij organiseerde vorig jaar een theatervoorstelling rondom het thema, een tweede volgt dit jaar.

Foto: Ken Whytock (cc)

Mijn vriendin is een anti-vaxxer. Wat nu?

COLUMN - Het vertrouwen in de wetenschap staat onder druk. ‘Anti-vaxxers’ en klimaatontkenners vieren hoogtij. Wat gaat er mis? Hoe dichten we de kloof tussen onderzoekers en het algemene publiek?

Zou ik mijn kinderen vaccineren? De vraag serieus oproepen klinkt voor mij al absurd. De risico’s van vaccineren zijn miniem en wegen niet op tegen de baten. Mensen die hun kinderen niet vaccineren staan ver van mij af. Althans, dat dacht ik. Totdat het onderwerp ter sprake kwam bij een goede vriendin die met een serieuze blik verkondigde dat ze haar zoontje niet ging laten vaccineren: “Ik laat hem niet injecteren met in een lab gekweekte ziektekiemen die de ontwikkeling van zijn immuunsysteem onderdrukken.”

Mijn maag draaide om en de moed zakte in mijn schoenen: Zegt ze dit nu écht? Is mijn vriendin een ‘anti-vaxxer’? Het deed me extra pijn. Ik studeer zelf geneeskunde en zie van dichtbij met hoeveel toewijding artsen zich inzetten om mensen te helpen.

Twijfelt ze aan hun oprechtheid? Ik was boos. Ik verzamelde al mijn feitenkennis en stortte het op haar neer: vaccinaties zijn veilig, klaar. “Als je je kind niet vaccineert, ben je echt dom,” voegde een vriend toe. Een verwijt dat ik niet durfde te uiten, maar wel mijn gevoel verwoordde. In stilte keken we naar de tafel.

Foto: Vic (cc)

Help, de dokter weet het ook niet!

COLUMN - Arts en patiënt nemen steeds vaker samen beslissingen. Hoe gaat dat in de praktijk? En hoe maak je de juiste keuze wanneer de arts het ook niet zeker weet?

Stel je voor: je hebt net te horen gekregen dat je een ziekte hebt, die zonder behandeling op de lange termijn risico geeft op complicaties. Meerdere behandelopties zijn mogelijk, ieder met voor- en nadelen. Niet behandelen en afwachten is ook een alternatief. Van de arts verwacht je op zo’n moment een duidelijk advies. Volgens prof. dr. Ellen Smets, hoogleraar medische communicatie (UVA) is de realiteit vaak weerbarstig: “In de spreekkamer wordt vast het een en ander opgelost, maar of we met zekerheden uit de spreekkamer komen is de vraag,” stelt Smets in haar lezing ‘Beslissen in de behandelkamer’ (na inleiding begint de lezing zelf 4 min.14′). Hoe gaan we om met onzekerheid over medische beslissingen?

Wat we niet weten

We bevinden ons midden in een explosie aan technische ontwikkelingen in de medische wereld. Met elke medische innovatie lijkt zekerheid meer binnen handbereik. Neem nu het Human Genome Project. In 2003 was het wetenschappers gelukt om de structuur van 99% van het menselijke DNA op te helderen. De beloftes waren utopisch: door onze erfelijkheid te ontrafelen kunnen we ziektes begrijpen en genezen. Maar de euforie was van korte duur. Al snel bleek de relatie tussen genen en ziekte niet zo eenvoudig: de meeste worden veroorzaakt door een samenspel van een heleboel verschillende genen. “Waar eerst zekerheid was resulteerde met toenemende kennis in het besef dat we een heleboel niet weten,” aldus Smets.

Foto: Alan Parkinson (cc)

Hoe kunnen we de Amazone beschermen als we haar niet begrijpen?

ACHTERGROND - Van ontbossing tot bedreigde soorten. De biodiversiteit neemt wereldwijd af. Reden voor blinde paniek of moeten we eerst eens goed kijken hoe het zit? In de serie lezingen ´Met het doel voor ogen´ stelt  bioloog en Amazone-expert dr. Edwin Pos dat we moeten weten hoe biodoversiteit werkt, om de juiste maatregelen te kunnen nemen.

Blauwdruk

Pos vergelijkt de afnemende biodiversiteit met een kapotte auto. “Als je auto kapot is, breng je ‘m naar de garage,” vertelt hij. “Je gaat ervan uit dat ze ‘m daar kunnen maken, omdat monteurs weten hoe de auto in elkaar zit en ze niet lukraak onderdelen gaan vervangen. Ze hebben er een blauwdruk van.” Volgens Pos zou je kunnen stellen dat door onder andere de achteruitgang van diversiteit, onderdelen van de natuur ‘kapot’ zijn. Door in te stemmen met doel 15 van de Sustainable Development Goals, dat gaat over het beschermen, herstellen en bevorderen van het leven op het land, hebben de VN-lidstaten besloten dat we het verlies aan biodiversiteit een halt toe moeten roepen. De vraag is alleen of we genoeg weten van de natuur en biodiversiteit om dit doel te behalen. Gaan we lukraak of gericht onderdelen vervangen? Hebben we een blauwdruk van de natuur?

Foto: Alan Parkinson (cc)

“De financiële sector is het probleem, niet de oplossing”

ACHTERGROND - Investeren in een duurzamere wereld? Als het aan de aandeelhouders ligt, liever niet. In de serie lezingen ´Met het doel voor ogen´ legt onderzoeker Myriam Vander Stichele uit hoe de gouden greep van winstmaximalisatie het aanpakken van grote mondiale problemen, zoals ongelijkheid, armoede en milieuschade tegenhoudt.

De 17 duurzame doelen (SDG’s) van de Verenigde Naties vormen een ambitieus plan. Maar er is geld voor nodig, heel veel geld. Geld dat bovendien niet alleen door overheden opgehoest kan worden. Zonder een aanzienlijke bijdrage van de private sector, volgens schattingen zo’n 80% van het benodigde bedrag, zijn de plannen gedoemd te mislukken. Wat mogen we van het ‘grote private geld’ verwachten?

Myriam Vander Stichele (SOMO) onderzoekt al jaren de maatschappelijke en economische impact van multinationals en de financiële sector. Onder invloed van de globalisering is hun aandeel in de wereldeconomie de afgelopen decennia enorm toegenomen. En daarmee ook hun macht. Het is inmiddels duidelijk dat duurzaamheid niet op hun prioriteitenlijst staat. Sterker nog: het huidige financiële systeem, waar de wet van de hoogste winst geldt, werkt duurzame ontwikkeling tegen. Vander Stichele: “Op dit moment zijn ze het probleem, niet de oplossing.”

Van miljarden naar biljoenen

Foto: ydant (cc)

Gevaren voor de democratie

COLUMN - Oud-partijvoorzitter van het CDA Ruth Peetoom claimde vorige maand dat van alle Europese landen, Nederland het minste geld uitgeeft aan de democratie. Is dit waar? En is dat het grootste probleem voor onze democratie?

Vorige week trad Peetoom af als partijvoorzitter van het CDA. De politica deed haar uitspraak in een aansluitend afscheidsinterview met het AD. Daarin zei ze dat ze dit tekort aan financiële steun voor bestuurders als een groot probleem voor de democratie zag. Volgens Peetoom krijgen volksvertegenwoordigers namelijk te weinig geld om hun werk uit te voeren. Een woordvoerder van het CDA-partijbureau liet later weten dat Peetoom zich baseerde op een internationaal onderzoek naar de financiering van politieke partijen uit 2017. Dit onderzoek berekende het geld dat per inwoner aan hun democratie wordt besteed.

Dat gebeurde aan de hand van de hoogte van overheidssteun aan politieke partijen per land, gedeeld door het aantal stemgerechtigde inwoners van het land. Desalniettemin concludeerde het NRC in hun rubriek ‘NRC checkt’ dat Peetooms uitspraak niet te checken valt, al lijkt het er wel op dat Nederland met een luttele 1 euro per kiezer relatief weinig uitgeeft aan de democratie. Ter vergelijking: van de acht onderzochte landen in het betreffende onderzoek scoorde IJsland met € 9,70 per kiezer het hoogst. Onze zuiderburen werden tweede met € 7,80 per kiezer. Interessante cijfers, maar is het verhogen van deze 1 euro wel wat nodig is voor een betere democratie?

Foto: Juha van 't Zelfde (cc)

Hoe wij herinneren

VERSLAG - Het is de maand van de lijstjes en overzichten. Wat moeten we volgens wetenschappers meenemen uit 2018? Met jonge wetenschappers van de Utrecht Young Academy (UYA) blikken we terug op het afgelopen jaar.

De droogte die maandenlang duurde en waarvan de gevolgen nog steeds spelen. Over de klimaatzaak die Urgenda won, over het verhoor van Kavanaugh voor zijn benoeming aan het Supreme Court en over de Brexit. Uit de rol die deze gebeurtenissen in de samenleving spelen en waarom we die meenemen, stijgt een overkoepelende vraag: wat is de betekenis van herinneren? Is hoe we herinneren belangrijker dan wat we herinneren?

Literatuurwetenschapper en UYA-voorzitter dr. Susanne Knittel beet het spits af met een column. Monumenten, beelden maar ook films en tentoonstellingen helpen ons het verleden een rol te geven in het heden. Na de Tweede Wereldoorlog zag je dat er iets veranderde in wat we belangrijk vinden om te herdenken.

Daarvoor waren het vaak oorlogshelden die standbeelden kregen en waar straatnamen naar vernoemd werden. Denk aan J.P. Coen, Michiel de Ruyter of Abel Tasman (waarover nu discussie is ontstaan: zijn dit wel helden?) Na de oorlog kregen slachtoffers – van rampen en oorlogen – een belangrijkere rol. Zo vertelt de keuze welke personen of gebeurtenissen we een plaats geven, iets over de manier waarop we naar onze geschiedenis kijken.

Vorige Volgende